Opvoeden
Een kind opvoeden is voor iedereen anders. Maar stevig en ontspannen in de wereld staan: dat wensen we onze kinderen én onszelf toe.
Wat is opvoeden?
Opvoeden is een proces waarbij je je kind ondersteunt in zijn ontwikkeling, totdat hij zelfstandig kan meedraaien in de samenleving.
Een kind opvoeden is voor iedereen anders. Een perfecte opvoeding bestaat niet. Voor een kind zou een perfecte opvoeding bovendien ook nog eens heel saai zijn. Ze leren ook van een ouder die een keer ontploft of van een huis dat af en toe een bende is.
Als ouder kun je je over duizend dingen druk maken. Tijdens verwoede pogingen om onze kinderen perfect op te voeden zijn we volgens psycholoog Alison Gopnik kwijtgeraakt waar het werkelijk om gaat: een kind laten floreren zodat het kan worden wie het in potentie is.
Gopnik ziet opvoeden als tuinieren: de optimale omstandigheden creëren. Dat betekent niet dat een ouder helemaal niets hoeft te doen. Als je alles op zijn beloop zou laten overwoekert de tuin.
Eigenlijk draait kinderen opvoeden vooral om deze drie: een veilige hechting, grenzen aangeven en bewuste aandacht. Een veilige hechting is de basis. Want een kind dat zich veilig voelt bij zijn ouders, veilig genoeg om zelf op onderzoek uit te gaan, veilig genoeg om te zijn wie hij is, om boos of blij te zijn, om te spreken óf te zwijgen, heeft een fundament onder zijn leven dat geen storm omver kan rukken.
Opvoedingsstijlen
Hoe je reageert, is afhankelijk van je opvoedstijl. De meeste opvoedingen blijken in een van deze vier categorieën te vallen: de verwaarlozende opvoedingsstijl, de autoritaire opvoedingsstijl, de permissieve opvoedingsstijl of de autoritatieve opvoedingsstijl.
-
Verwaarlozende opvoedingsstijl
Opvoeders die hun kind verwaarlozen stellen weinig regels. Ook bieden ze weinig geborgenheid, steun, veiligheid en betrokkenheid. Het kind wordt aan zijn lot overgelaten: hij mag het allemaal zelf uitzoeken.
Van een verwaarlozende opvoeder leert een kind niets: hij leert niet wat verstandig is, of eerlijk. Een kind dat op deze manier wordt opgevoed voelt zich in de steek gelaten, eenzaam en niet geliefd.
-
Autoritaire opvoedingsstijl
Bij de autoritaire opvoedingsstijl gebeurt er het meest van wat jij wilt, maar verlies je al snel het diepere contact met je kind. Eigenlijk dresseer je je kind meer dan dat je hem opvoedt.
Een autoritaire opvoeding zorgt er weliswaar voor dat je kind snel naar je leert luisteren, maar dat komt vooral doordat hij een beetje bang voor je wordt. En erg zelfstandig zal hij er waarschijnlijk ook niet door worden.
Een ander nadeel is dat je kind jou op den duur waarschijnlijk liever ontwijkt dan dat hij je opzoekt.
-
Permissieve opvoedingsstijl
Ouders met een permissieve opvoedstijl gaan er in hun permissieve, dus toegeeflijke, opvoedstijl vanuit dat een kind moet kunnen experimenteren met gedrag en willen daarom zo min mogelijk grenzen stellen.
Waar autoritaire ouders zich prettig voelen bij voor het kind uitlopen en het op die manier door het leven heen leiden, positioneren permissieve ouders zich juist liever achter het kind.
Bij de permissieve opvoedstijl laat je je kind los, maar verlies je uiteindelijk je gezag.
-
Autoritatieve opvoedingsstijl
Ouders die de autoritatieve opvoedingsstijl hanteren zijn ferm in hun verwachtingen, maar geven hun kind ook veel ruimte om zelf met nieuw gedrag te experimenteren.
Ze marcheren dus niet voor hun kind uit en sjokken er ook niet achteraan, ze lopen er vooral naast. Ze steunen hun kind en nemen de belangen van het kind in hun besluiten mee. Ze waarderen daarin mondigheid, maar accepteren geen brutale monden.
De autoritatieve opvoedstijl blijkt de meest stabiele kinderen voort te brengen. Deze kinderen leren zich zowel aan anderen aan te passen, als hun eigen belangen op een adequate manier te verdedigen. Ze zijn op latere leeftijd succesvoller, verdienen meer en houden er ook stabielere relaties op na.
Ontspannen opvoeden
Ontspannen in de wereld staan, dat willen we graag voor onze kinderen én voor onszelf.
Opvoeden kan verworden tot een reeks van to do’s waar we met onze aandacht niet volledig bij zijn. Dit wordt wel de doing mode of doe-modus genoemd.
Maar er is nog een andere staat van zijn: de being mode of zijnsmodus. We verbinden ons met het moment, waarin we dingen ervaren zoals ze op dat moment zijn: we accepteren gevoelens (van onszelf en anderen), proberen de ervaring niet te veranderen en ervaren een gevoel van kalmte. Kinderen handelen van nature vanuit deze zijnsmodus.
Mindful opvoeden gaat over de balans tussen de doe- en de zijnsmodus vinden, en om de wijze waarop we onze taken doen en onze doelen proberen te bereiken.
In de zijnsmodus zien we onze kinderen, onze partner, ons gezinsleven, onszelf als ouders en opvoeders zoals zij en wij werkelijk zijn. We proberen onze ervaringen (en onze kinderen, onze partner, onszelf) niet te veranderen.
Mindful met de opvoeding bezig zijn is een manier die helpt om je kinderen ontspannen op te voeden.
Wil jij ook ontspannen leren opvoeden? Doe onze online training Ontspannen opvoeden.
Positief opvoeden
Kinderen die positief worden opgevoed, hebben een grote kans om zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen met een gezond zelfbeeld.
Belangrijke aspecten van kinderen positief opvoeden zijn bijvoorbeeld:
- Zorgen voor een veilige, stimulerende omgeving;
- Leren door positieve ondersteuning;
- Aansprekende discipline. Als de omgeving duidelijk en voorspelbaar is, ontwikkelen kinderen zich het beste;
- Realistische verwachtingen;
- Goed voor jezelf zorgen als ouder.
Meer informatie over positief opvoeden?
- Voor ouders van jonge kinderen: doe de test Hoe positief betrokken ben jij bij je kind?
- Voor puberouders: doe onze online training Positief opvoeden voor puberouders.
Test opvoedstijlen: wat kenmerkt jouw manier van opvoeden?
Opvoedregels
Jij kent je kind goed en ziet ongewenst gedrag vaak wel aankomen. Op welke manieren kunnen wij gedrag van onze kinderen bijsturen wanneer dat nodig is?
- Herken de voorboden. Zie je bijvoorbeeld dat je kind moe is, dan is de kans op een conflict met een broertje of zusje groter. Grijp in door je kind even alleen te laten tekenen.
- Afleiden: verander de situatie door bijvoorbeeld samen een boekje te lezen of bij een groter kind: het mee te nemen naar de supermarkt.
- Geef een kind dat graag zijn zin doordrijft een keuze. Bijvoorbeeld tussen twee setjes kleren voor de volgende dag of, bij een tiener: op vrijdag óf zaterdag uitgaan.
- Achterhaal de reden van het ongewenste gedrag. Misschien is hij te laat voor het eten doordat hij een vriendje heeft geholpen.
Zo kun je ook gedrag corrigeren:
- Geef het goede voorbeeld. Schreeuwen dat je kinderen niet zo moeten schreeuwen heeft geen zin.
- Vertel waarom je het gedrag niet accepteert. Vraag na of je kind die reden werkelijk begrepen heeft.
- Ben je boos geworden, kom daar dan op een rustig moment op terug. Leg uit waarover je boos was. Tijdens een conflict staat je kind daar niet open voor, maar van de bespreking ná een conflict kan het iets leren.
Opvoeden is bijsturen. Conflictloos opgroeien is een mythe: opvoeden is per definitie een conflict. Het helpt als je dat accepteert.
Ontwikkeling
Iedereen onder de 18 jaar kan volgens het Verdrag inzake de rechten van het kind als kind beschouwd worden. Er worden verschillende fases onderscheiden in de ontwikkeling van kinderen:
- Baby’s zijn kinderen tot ongeveer 1 jaar.
- Een dreumes is in Nederland een kind van ongeveer 1 tot 2 jaar.
- Kinderen tussen ongeveer 2 en 4 jaar noem je peuters.
- Kleuters zijn kinderen van ongeveer 4 tot 6 jaar.
- Een schoolkind is een kind dat (basis)onderwijs volgt, en heeft doorgaans de leeftijd van 6 tot en met 12 jaar oud.
- In het algemeen is een puber ergens tussen de tien en achttien jaar oud. Dit is per persoon anders. De puberteit is onderdeel van de adolescentie.
- De adolescentie start tegelijk met de puberteit en eindigt als de persoon rond de 22-24 jaar is. Een adolescent ontwikkelt zich van een afhankelijk individu tot een zelfstandig beslissend mens met zijn eigen verantwoordelijkheden. De puberteit verwijst naar de lichamelijke veranderingen die plaatsvinden in deze periode.
Jonge kinderen opvoeden
Baby’s opvoeden, leeftijd: 0-1,5 jaar
De veranderingen in de hersenen van een baby zijn het eerste jaar ingrijpender dan in zijn hele verdere leven.
Baby’s zijn volledig afhankelijk van hun verzorgers. Als ze genoeg warmte en verzorging krijgen, dan ontwikkelen ze het basisgevoel dat de wereld een fijne plek is, dat hun behoeften kunnen worden vervuld en dat alles ondanks tegenslag uiteindelijk wel goed komt. Dit is de eigenschap ‘hoop’.
Baby’s die weinig zorg en weinig liefde krijgen, zullen de wereld als onverschillig en vijandig gaan zien en wantrouwen ontwikkelen. Later hebben ze bijvoorbeeld moeite om vriendschappen te sluiten, uit angst voor afwijzing.
Dreumesen en peuters opvoeden, leeftijd: 1,5 – 3 jaar
Als dreumes en als peuter worden kinderen onafhankelijker van hun ouders, ze gaan de wereld ontdekken. Ze merken dat ze sommige dingen wel en andere niet kunnen, en dat sommige dingen niet mogen.
De kunst in deze fase is dus om het eigen gedrag onder controle te krijgen. Dat gaat het beste als ouders genoeg ruimte geven om te experimenteren en tegelijkertijd duidelijke grenzen stellen.
Lukt dat, dan ontwikkelen kinderen een gevoel van autonomie en wilskracht. Zijn ouders te kritisch en bieden ze te weinig ruimte, dan sluiten kinderen deze fase af met een gevoel van schaamte en twijfel over hun eigen kunnen.
Peuters en kleuters opvoeden, leeftijd: 3-6 jaar
Peuters en kleuters krijgen te maken met veel andere kinderen. Ze leren talloze nieuwe dingen en beginnen plannetjes te maken – die soms niet helemaal realistisch zijn.
Als volwassenen hun initiatieven steunen en hun tegelijkertijd genoeg realiteitszin bijbrengen, en als kinderen hun plannen vaak tot een goed einde brengen, dan leren ze de eigenschap ‘doelgerichtheid’. Ze hebben dan een beeld van de toekomst waar ze naartoe kunnen werken.
Als het vaak misgaat, of als de omgeving hen ontmoedigt of hun ideeën afstraft, dan kan een kind het gevoel krijgen dat het slecht is om zelf iets te willen of nieuwsgierig te zijn. Dan zal het niet snel ergens aan beginnen of al gauw opgeven.
Schoolkinderen opvoeden, leeftijd: 6-12 jaar
Schoolkinderen worden niet meer alleen gewaardeerd om wie ze zijn, maar ook om hoe goed ze bepaalde dingen kunnen en hoe goed ze hun best doen. School staat centraal in deze fase. Ze leren er niet alleen lezen en rekenen, maar ook omgaan met leeftijdsgenoten.
Kinderen die doorzetten en steun krijgen van geduldige leraren en ouders, kunnen in dit stadium de vaardigheid ‘competentie’ ontwikkelen: een besef van wat ze kunnen, en dat iets kan lukken als ze hun intelligentie en vaardigheden inzetten. Daardoor durven ze later in hun leven meer risico’s te nemen, zoals een carrièreswitch maken.
Het gevaar is dat zich in deze periode ook gevoelens van tekortschieten en minderwaardigheid kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld als ze moeite hebben met de lesstof of de omgang met anderen.
Pubers opvoeden
Tijdens de overgang van kind naar volwassene wordt het belangrijk om een stevige identiteit te krijgen en een eigen plek in de maatschappij te vinden. Bij pubers schreeuwen vragen als: wie ben ik, wie wil ik zijn, en hoe zien anderen mij, om een antwoord.
Pubers en adolescenten die de eerdere levensfasen goed zijn doorgekomen, die nadenken over zichzelf en experimenteren met verschillende rollen, vormen door de tijd heen een samenhangend beeld van zichzelf. Ze vinden dan hun plek in de maatschappij en voelen zich door anderen geaccepteerd om wie ze zijn.
In deze fase ontwikkelen ze de kwaliteit ‘trouw’: trouw aan anderen, zichzelf en hun eigen doelen. Maar het is ook mogelijk dat de omgeving hen in een rol drukt die niet bij hen past, of dat ze door omstandigheden weinig ruimte hebben om over zichzelf na te denken en te experimenteren. Dan eindigen ze met een onduidelijk gevoel over zichzelf.
Ben jij op zoek naar tips om pubers op te voeden?
Training Positief opvoeden voor puberouders
- Positief contact maken met je kind
- Omgaan met je eigen emoties én die van je kind
- Afspraken maken en grenzen stellen
79,-
Problemen met opvoeden
Kinderen opvoeden gaat met vallen en opstaan. De opvoedproblemen van ouders verschillen per gezin en ontwikkelingsfase. Sommige opvoedproblemen worden beschouwd als ‘normaal’ voor de leeftijdsfase, andere worden gezien als ernstig voor de leeftijdsfase. Hieronder volgen enkele voorbeelden.
Normale problemen in de leeftijd van ongeveer 2 tot 4 jaar zijn bijvoorbeeld agressie, driftbuien en angst voor vreemden of het donker. Ernstige problemen in deze leeftijdsfase zijn bijvoorbeeld een taal-, spraak- of motoriekstoornis, scheidingsangst en fobische of sociale angst.
In de leeftijd van ongeveer 5 tot 12 jaar zijn normale problemen bijvoorbeeld ruzies en concentratieproblemen. Ernstige problemen in deze leeftijdsfase zijn bijvoorbeeld bedplassen, leerstoornissen en sociale terugtrekking.
Neem contact op met een professional als je hulp nodig hebt bij opvoedingsproblemen of als je vermoedt dat er sprake is van ernstige problemen.