Intense stemmingswisselingen en een chronisch gevoel van leegte, dat is waar mensen met borderline mee moeten leven. Deze persoonlijkheidsstoornis treft naar schatting 2 procent van de bevolking, meer vrouwen dan mannen. Dat betekent dat iedereen minstens één persoon met borderline kent.
Mensen met borderline zijn impulsief, hebben sterke stemmingswisselingen en last van onbeheerste agressie. Ze worden vaak overspoeld door emoties. Ze zijn bang in intieme relaties. Borderliners worden ook wel omschreven als zwartwitdenkers; ze beschouwen de mensen in hun omgeving als goed of fout en wisselen overmatig idealiseren en kleineren af – een tussengebied is er niet. Hun onvoorspelbare en soms claimende gedrag zet uiteindelijk elke intieme relatie onder druk. Borderliners zoeken voortdurend naar aanwijzingen dat de ander niet van hen houdt, en zodra ze dat bewijs gevonden hebben worden ze woedend en stoten ze de ander van zich af. Daarmee bereiken ze juist dat waar ze zo bang voor waren: dat ze worden verlaten.
Waar andere mensen zichzelf als een constante ervaren in de loop van hun leven, weten mensen met borderline eigenlijk niet wie ze zijn. Ze hebben tegenstrijdige beelden van zichzelf die ze niet kunnen integreren. Daardoor voelen ze zich permanent leeg. Hun impulsieve gedrag brengt hen vaak in moeilijkheden. Ze hebben moeite om relaties te onderhouden of werk te behouden, en geregeld brengen ze zichzelf in gevaar door roekeloos gedrag.
Borderline persoonlijkheidsstoornis treft naar schatting 2 procent van de bevolking, meer vrouwen dan mannen. Dat betekent dat iedereen minstens één persoon met borderline kent. Toch blijven veel borderlinepatiënten voor hun omgeving onopgemerkt. Hun gedrag toont zich namelijk vooral in intieme relaties. Ouders, kinderen, beste vrienden en partners zien een kant van de borderliner die voor de buitenwereld soms onzichtbaar blijft.
Voor het ontwikkelen van deze ernstige persoonlijkheidsstoornis moet een bepaalde aanleg aanwezig zijn. Stemmingswisselingen, impulsiviteit en angstigheid bij een borderlinepatiënt zijn aangeboren eigenschappen. Maar deze aanleg komt niet tot uiting zonder bepaalde stressvolle gebeurtenissen. De gedachtegang van wetenschappers op dit moment is dat er, om deze stoornis te ontwikkelen, verschillende ingrediënten nodig zijn: traumatische jeugdervaringen én aangeboren persoonlijkheidseigenschappen én emotionele verwaarlozing waardoor iemand zich niet veilig heeft kunnen hechten aan zijn ouders of verzorgers.
Schematherapie, ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Jeffrey Young, kan helpen. Young gaat ervan uit dat iedereen in zijn jeugd overtuigingen – schema’s – vormt over de werkelijkheid. Een schema is eigenlijk je gevoelige snaar: zo’n negatieve overtuiging beïnvloedt je gedrag op een manier die telkens tot problemen leidt.
Het doel van de therapie is het veranderen van schema’s. Hierdoor verandert ook de manier van denken, voelen en het gedrag dat bij die schema’s hoort. Uit een Nederlands onderzoek bleek dat ruim de helft van de borderlinepatiënten die schematherapie hadden gevolgd na vier jaar was hersteld, en dat bij in totaal tweederde een flinke verbetering van de symptomen meetbaar was.
Omdat geen één persoon met een borderline persoonlijkheidsstoornis hetzelfde is, is het lastig om precies advies te geven hoe je het beste met borderline gedrag om kunt gaan. In het boek ‘De borderline gids’ van Randi Kreger staan een aantal algemene tips zoals:
Een alternatief boek is Leven met een borderliner: een praktische gids van Paul Mason.