Ik staar in een felle blauwe lamp die op mijn eettafel staat. Met mijn vingers houd ik mijn oogleden open om zoveel mogelijk licht op te vangen. Het is zaterdagochtend 9.00 uur, maar het voelt als nacht omdat ik tot laat in de kroeg heb gestaan. Hoe heeft het zo ver kunnen komen dat ik in het weekend de wekker zet en in blauw licht ga zitten turen?
Uitslapen was op zater- en zondag een van mijn grootste hobby’s. Maar op advies van wetenschappers probeer ik regelmatiger te leven. Ons lichaam zit namelijk zo in elkaar dat het bij een gelijkmatig leefritme optimaal functioneert. Alle interne processen – in onze hersenen, spieren, andere organen – werken dan het beste en zijn beter voorspelbaar. Dat aangeboren mechanisme wordt vaak bioritme genoemd, maar omdat die term ook in de alternatieve hoek wordt gebruikt, spreken experts liever van de ‘biologische klok’. Het 24 uur durende patroon van lichaamsfuncties wordt geregeld vanuit onze hersenen, en sterk beïnvloed door daglicht. Uit steeds meer studies blijkt dat we op basis van onze biologische klok in grote lijnen kunnen voorspellen op welke momenten van de dag we het creatiefst, sterkst, fitst of meest