Al vier jaar denk ik voortdurend: ik ben te dik. In elk raam en in elke spiegel kijk ik op die manier naar mezelf. En ook bij foto’s en filmpjes is het zo’n beetje het enige waarop ik let. Ik leef gezond en anderen zeggen dat er niets mis is met mijn figuur. Hoe krijg ik die vervelende gedachte uit mijn hoofd?
Het is een soort beschermingsmechanisme van je brein: door jezelf te fatshamen ben je anderen als het ware voor en kunnen ze je minder snel kwetsen. Maar inmiddels is het een afwijzing van jezelf geworden. Van zo’n negatieve gedachte kom je niet zomaar even af, maar de volgende technieken kunnen je wel helpen:
Hoe voel ik me als ik dit denk? Wat klopt er niet aan deze gedachte? Wat is een meer realistische en vriendelijke gedachte? Hoe voelt de nieuwe gedachte? Noteer en herlees regelmatig je meest helpende gedachte, vooral als je geconfronteerd wordt met je spiegelbeeld.
Schoonheid bestaat uit zoveel meer dan je lichaamsomvang of gewicht. Leer breder te kijken door bijvoorbeeld op Instagram ook mensen te volgen die niet voldoen aan het supermodellenbeeld. En let er op straat eens op hoeveel het uiterlijk van mensen varieert. Dat is vaak heel geruststellend.
Doe dingen die je leuk vindt en waar je helemaal in opgaat, zoals sporten, tekenen of vrijwilligerswerk. Zulke activiteiten geven je energie en een positief zelfgevoel. Je zult minder aan je uiterlijk denken en je focus kunnen richten op de wereld om je heen.