Sommige mensen zijn ervan over­tuigd dat hun arm of been niet bij hen hoort en dus weg moet. Apotemnofilie – zoals deze amputatiewens officieel heet – komt wereldwijd een paar duizend keer voor en kan nare gevolgen hebben. Artsen zijn doorgaans niet bereid gezonde lichaamsdelen te amputeren en niet zelden nemen patiënten zelf een kettingzaag ter hand om hun wens in vervulling te laten gaan. Een badje met vloeibare stikstof wil ook nog weleens helpen.

Tot nu toe werden verklaringen voor apotem­no­filie in de psychische hoek gezocht: seksuele perversie, aandachttrekkerij of een ‘vroeg-kinderlijke identificatie’ met iemand die een lichaamsdeel mist.

Voor het eerst is nu gekeken of er ook neurologische verklaringen zijn voor het fenomeen. De onderzoekers haalden vier apotemno­fielen door een scanner. Uitkomst: de pariëtaal­kwab van deze mensen reageerde nagenoeg niet bij aanraking van het ongewenste ­lichaamsdeel. De pariëtale cortex staat bekend om zijn rol bij de integratie van het lichaamsbeeld in het brein. Door het falen van de pariëtaalkwab komt het beeld dat deze mensen van hun lichaam hebben niet overeen met de werkelijkheid. Apotemnofilie heeft dus geen psychische oorzaak, maar zit in de ‘hardware’ van het brein.

Nature Precedings, maart ’09