Zelfzucht overheerst. Chimpansees, bijvoorbeeld, jagen in groepen op kleinere apen, die ze omsingelen, vangen en levend verslinden. Als er maar genoeg jagers zijn, is er altijd wel één die het lukt. Maar elke jager lijkt er alleen maar op uit om zelf de prooi te grijpen. Ieder is uit op eigen glorie. Het lijkt het Nederlands elftal wel!

Column Roos Vonk: ‘Intimiteit kan ook als we afstand houden’

Column Roos Vonk: ‘Intimiteit kan ook als we afstand houden’

Anderhalve meter afstand houden, is het dwingende advies. Dat is wel even wennen, want in veel situa...

Lees verder

Echte samenwerking vereist coördinatie. We hebben hiermee een proefje gedaan met kapucijnaapjes. De aapjes werden naast elkaar gezet, gescheiden door gaas. Voor het hok stond een zwaar blad met voer erop – te zwaar voor één aapje om naar binnen te trekken. De aapjes leerden al snel om het samen te doen.

Er is lang beweerd dat primaten nooit echt samenwerken: als beide partijen maar graag genoeg aan het blad trekken, zullen ze dit soms tegelijkertijd doen. Zo halen ze door puur toeval de vracht binnen. Maar ons onderzoek weerlegde die bewering. Toen we een wand tussen beide aapjes schoven, zodat ze elkaar niet meer konden zien, bleken ze te falen. Omdat ze het voer nog steeds zagen, was de neiging om te trekken er nog ruimschoots. Maar hoe vaak ze ook trokken, de aapjes waren niet meer in staat het blad naar binnen te schuiven. Coördinatie was absoluut noodzakelijk.

Dit soort van samenwerking is normaal onder dieren. Denk maar aan leeuwinnen die hun prooi omsingelen: sommige jagen de antilope op, terwijl andere achter een struik klaarliggen om erbovenop te springen als het dier langskomt.

Dit werkt natuurlijk alleen als de vruchten van de arbeid gedeeld worden: wanneer de jager die de prooi grijpt alle rechten aan zichzelf houdt, verliezen alle andere al snel hun zin om het spel mee te spelen. Dit principe kennen we in de mensenmaatschappij als ‘rechtvaardigheid’: we willen best samenwerken, als we er maar allemaal beter van worden. Vakbonden staat dit principe in het vaandel geschreven.

Ik heb altijd gedacht dat dit alleen gold voor roofdieren of dieren met grote hersenen, maar nu is ontdekt dat in de Rode Zee de reuzenmurene (een soort grote aal met een bek vol tanden) vaak samenwerkt met de grote wrakbaars. De murene leeft tussen de rotsen van het rif, terwijl de baars in open water jaagt. De twee vissen hebben dus een totaal verschillende techniek. De baarzen halen vaak een murene op door hem uit te nodigen met schuddende kopbewegingen. Dan gaan ze samen op pad. De kleinere prooivissen hebben het slecht getroffen, want als ze ontsnappen aan de baars door het rif binnen te schieten, hebben ze kans dat de murene hen grijpt – en als ze aan de murene ontsnappen in het open water, pakt de baars hen. Beide roofvissen vangen op deze manier veel meer dan ze ooit alleen zouden kunnen.

Als vissen dit al begrijpen, wanneer zullen wij dit dan doen?