In dit hoekje kan hij me niet zien. Ik hoor zijn stem wegsterven. Dit is het moment: ik zet me af en ren door de schemerige gang op zoek naar een deur.

Plotseling springt de man die me al urenlang op de hielen zit met veel lawaai dwars door de muur heen – ik schrik me wezenloos en val op de grond. Als ik opkijk zie ik een stalen schep in volle vaart naar beneden komen.

Log in om verder te lezen.