‘Toen mijn dochter huilde, moest ik de kamer uit’

Wouter Monden (41) sloeg vroeger het liefst iemand een appel uit de handen, maar heeft zijn misofonie nu redelijk onder controle. Hij heeft een relatie en een dochter (10).

‘Op mijn 29e had ik op mijn werk in een kantoortuin een collega die meefluisterde met wat hij typte. Het stoorde me zo hevig dat ik op een dag helemaal opgefokt raakte. Onderweg naar huis hoopte ik dat ik zou worden afgesneden door een taxi, zodat ik even flink kon schelden. Wat was dit voor buitenproportionele woede?

Log in om verder te lezen.