Het filmpje is ruim twee miljoen keer op internet bekeken: een kraai vliegt met een plastic ring in zijn bek een besneeuwd dak op, glijdt zittend op de ring naar beneden en begint vervolgens weer van voren af aan. Keer op keer.

Doet die kraai dat gewoon voor de lol? Daar lijkt het wel op – en een andere verklaring heeft niemand kunnen bedenken. Maar als dat zo is, stelt de Duitse boswachter Peter Wohlleben, brengt dat een stevig ingesleten veronderstelling over het verschil tussen mens en dier aan het wankelen. Namelijk dat alleen mensen plezier maken om het plezier zelf, en dat bij dieren plezier in dienst staat van de instincten. Seks, bijvoorbeeld, gaat gepaard met plezierige gevoelens, en dat is nuttig omdat anders het voortbestaan van de soort in gevaar komt. Maar sleeën? Daar is niks nuttigs van te maken.

Wohlleben, die eerder een bestseller schreef over de onvermoede eigenschappen van bomen, wil ons opnieuw met andere ogen naar de natuur leren kijken. Ditmaal naar het gevoelsleven van dieren. Aan de hand van zijn observaties als boswachter en van wetenschappelijke onderzoeksresultaten laat hij zien dat gevoelens van vreugde, jaloezie, dankbaarheid of schaamte bij dieren niet fundamenteel anders zijn dan bij mensen.

Zo beschrijft hij een alleenstaande kraai die een hulpeloos jong katje onder haar hoede neemt en voert met regenwormen en kevers, als voorbeeld van moedergevoelens die verder reiken dan de aangeboren zorg voor alleen het eigen kroost. En illustreert hij het wetenschappelijk onderzoek naar spiegelneuronen in de hersenen van dier en mens met het verhaal van een beer, die een kraai van de verdrinkingsdood redt uit kennelijk medeleven – en niet om hem op te eten.

Wohlleben is als betrokken maar nuchtere verteller terughoudend met al te grote conclusies. De aantrekkelijkheid van zijn nieuwste boek zit vooral in de vaak ontroerende dierenverhalen die zijn zorgvuldige observaties opleveren.

Peter Wohlleben, Het innerlijke leven van dieren, Lev., € 20,99, e-book €13,99