Onderzoekers kwamen tot die opvallende conclusie na een onderzoek op vijf continenten binnen acht verschillende culturen – zowel westerse als bijvoorbeeld in Ghana en Laos – waarbij ze video-opnamen maakten van alledaags gedrag.

Ze vonden daarbij geen culturele verschillen qua frequentie en het soort hulpvragen. Overal ter wereld vragen we elkaar blijkbaar continu dingen als: ‘Wil je het zout even aangeven?’, ‘Snijd jij de paprika?’ Of: ‘Zullen we een spelletje doen?’

En met reden, want meestal wordt aan een verzoek voldaan: zes keer vaker dan dat het wordt genegeerd en zeven keer vaker dan dat het wordt afgewezen. In dat laatste geval voelen we ons bovendien verplicht om met een verklaring op de proppen te komen, waarbij we het woordje ‘nee’ angstvallig mijden (‘Ik zou best willen, maar moet nu echt aan het werk’), terwijl een verzoek zonder verdere uitleg wordt ingewilligd. Een duidelijk signaal dat een ander helpen de norm is, aldus de onderzoekers.

Ze denken overigens niet dat de we zo hulpvaardig zijn uit groothartigheid. Het laat volgens hen vooral zien hoe we in het dagelijks leven met elkaar samenwerken. En we zijn daarin redelijk uniek: van sommige apen is bekend dat ze wel gevoelig zijn voor de behoeften van hun soortgenoten, maar lang niet op zo’n grote schaal als wij. En veruit de meeste diersoorten houden zich daar helemaal niet mee bezig, die gaan puur voor zichzelf. Toch een kleine opsteker voor de mensheid.

Science Reports, april 2023