Het EQ van Ronald Plasterk

Prrt! Prrt! Prrt! De mobiele telefoon van Ronald Plasterk gaat voor de zoveelste keer tijdens ons gesprek. Hij maakt een verontschuldigend gebaar, kruipt achter zijn pc en leest in sneltreinvaart zijn nieuwste column voor: d66 is tijdens de kabinetsformatie totaal ongeloofwaardig geworden en de kleine christelijke partijen zijn geen haar beter.

‘Dat was Paul Bordewijk’, zegt Plasterk, als hij met een lichte zucht weer in zijn fauteuil ploft. ‘Een goede vriend. We delen de interesse voor politiek, wetenschap en actualiteit. Voordat ik mijn stukjes naar de krant stuur, laat ik ze aan hem lezen. Hij brengt me op verrassende inzichten, en hij heeft nog gevoel voor humor ook.’

We zitten in Plasterks werkkamer. Door de ruiten van de aangebouwde serre kijkt een gifgroene leguaan ons roerloos aan. ‘Dat is niet zo gek hoor, voor een bioloog, om zo’n beestje in huis te hebben’, glimt Plasterk als hij mijn schrikogen ziet. ‘Wil je verse koffie?’ Maandenlang had Plasterk het te druk voor een interview, maar nu het zover is, neemt hij er de tijd voor. Hij buigt geïnteresseerd voorover, met een vertrouwenwekkende glimlach op zijn gezicht. ‘Een beetje in mijn motivatie wroeten, dat

Log in om verder te lezen.