1. Het feit dat iemand wegkijkt of veel beweegt, wil niet zeggen dat hij liegt. Als er al een relatie is tussen beweeglijkheid en liegen, dan is het dat leugenaars juist minder bewegen.

 

    1. Let niet alleen op iemands lichaamstaal, maar vooral ook op wát hij zegt; zitten er bijvoorbeeld tegenstrijdigheden in zijn verhaal?

 

    1. Stel onverwachte vragen. Een leugenaar kan niet op alle vragen zijn voorbereid. ‘Hoe oud ben je?’ is niet zo’n moeilijke vraag aan iemand die zijn leeftijd lijkt te verdoezelen, maar ‘In welk jaar ben je geboren?’ maakt het al lastiger.

 

  1. Voer de belasting op iemands denkvermogen op. Probeer bijvoorbeeld oogcontact te houden, of stel niet ter zake doende vragen, zoals: Wie was ook alweer de premier vóór Balkenende?. Leugenaars zullen daar moeite mee hebben omdat het in hun hoofd al druk genoeg is met het maskeren van de leugen.

Maar er zijn ook valkuilen, nuanceert leugenexpert Aldert Vrij. Met geen enkele aanwijzing kun je met zekerheid zeggen dat iemand liegt, want verschillende leugenaars gedragen zich op verschillende manieren. Sterker nog: als mensen de waarheid spreken zitten er soms ook tegenstrijdigheden in hun verhaal.

Bron: Aldert Vrij e.a., Pitfalls and opportunities in nonverbal and verbal lie detection, Psychological Science in the Public Interest, 2010