Hij was er al eerder langsgereden. Tussen het zwerfafval langs de weg was het kartonnen bordje in de grond geprikt: ‘Toeter als je gelukkig bent’. De eerste keer had hij er, in een cynische bui, geen gehoor aan gegeven. Maar nu hij het bordje voor de tweede keer passeerde, zingend met zijn tweejarige dochter en vrouw op weg naar het strand, had hij het geluk gevoeld. En hij had zijn toeter een vrolijke klap gegeven.

Log in om verder te lezen.