Mensen hebben vrijwel altijd een vertekend beeld van hun eigen lichaam. Er is namelijk verschil tussen hoe onze hersenen onszelf en anderen ‘zien’. Kijken we naar anderen, dan is er vooral activiteit in het rechterdeel van onze hersenen; kijken we naar onszelf, dan wordt het beeld vooral links in ons brein verwerkt.

Training Gezond en energiek in 10 stappen
Training

Training Gezond en energiek in 10 stappen

  • Stap voor stap naar jouw optimale leefstijl
  • Niet voor even, maar voor de rest van je leven
  • In samenwerking met hoogleraar Ingrid Steenhuis
Bekijk de training
Nu maar
99,-

De linkerhelft is gewend te focussen op details en minder op het geheel. Kijk je naar je spiegelbeeld, dan ben je je dus vanzelf meer bewust van details als moedervlekken, rimpels en vetkwabjes: de minpunten. Positieve details krijgen die aandacht minder; schoonheid zit hem vooral in verhoudingen. Wie lang aan de lijn doet of heeft gedaan, is extra gefixeerd op de vetrolletjes en dus extra gevoelig voor de vertekening.

Bij sommige mensen neemt de vertekening ernstige vormen aan. Dat gebeurt wanneer er in de linker hersenhelft een slechte verbinding zit tussen de twee centra die samen het lichaamsbeeld opbouwen. Dat zijn de extrastriate body area, waar visuele informatie over lichaamsdelen wordt geanalyseerd, en de fusiform body area, waar de lichaamsdelen worden samengevoegd tot één geheel. Duitse onderzoekers ontdekten vorig jaar dat een dergelijke slechte verbinding veel voorkomt bij mensen met eetproblemen. Voor hen is het alsof ze zichzelf altijd in de lachspiegel zien: veel te dik.

Eigenlijk kun je maar beter vertrouwen op anderen, die je immers met hun rechter hersenhelft ‘bekijken’. Ze letten minder op je rimpels en meer op jou als geheel.

Bron: B. Suchan e.a., Reduced connectivity between the left fusiform body area and the extrastriate body area (…), Behavioural Brain Research, 2012