Eerst dacht ze dat ze maar sloom waren. Psycholoog Anne Perkins, die op een afgelegen boerderij ergens in de Rocky Mountains schapengedrag aan het bestuderen was, kon geen andere verklaring bedenken voor de ongeïnteresseerde blikken die sommige rammen wierpen op de ooien met wie ze op stal stonden. Maar toen ze eenmaal werden losgelaten in de wei, begonnen de ‘sloompies’ opeens heel helder uit hun ogen te kijken en als een dolle op andere rammen af te sprinten… om vervolgens de herenliefde met ze te bedrijven. En dat deden ze niet één keer, nee, ze konden er geen genoeg van krijgen. Die ooien, daar moesten ze gewoon niks van hebben.

Perkins besefte dat ze iets bijzonders op het spoor was: exclusieve homoseksualiteit bij dieren. Je hele leven gay blijven, zoals mensen doen, is er bij de meeste dieren namelijk niet bij. Je hebt weliswaar verstokte potten onder Nieuw-Zeelandse moerasvogeltjes, en in Oeganda zijn antilopen gesignaleerd die absoluut homo zijn, maar dan heb je het wel zo ongeveer gehad.

Op zich zijn homoseksuele neigingen doodnormaal in het dierenrijk; inmiddels is uit allerlei onderzoek gebleken dat het bij honderden diersoorten voorkomt, tot vissen aan toe. Je hebt lesbische aapjes in de

Log in om verder te lezen.