Het was een ommezwaai die veel stof deed opwaaien: De prominente Republikeinse senator Rob Portman verklaarde vóór het homohuwelijk te zijn. Opmerkelijk, aangezien de Amerikaan jaren eerder een wet had gesteund die bepaalde dat het huwelijk exclusief was voorbehouden aan man en vrouw. En een wet die het onmogelijk maakte voor homoseksuele paren om kinderen te adopteren.

Altijd blijven twijfelen

Altijd blijven twijfelen

Twijfelen is géén teken van zwakte, maar juist een kracht, stelt psycholoog Adam Grant in zijn nie...

Lees verder

De plotselinge koerswijziging van Portman was niet ingegeven door voortschrijdend inzicht, maar door persoonlijke omstandigheden. Zijn zoon had hem verteld dat hij homo was en de senator wilde dat hij dezelfde kansen en rechten zou hebben als zijn andere kinderen.

Die verklaring leverde Portman forse kritiek op van zijn politieke tegenstanders: moet iets je eerst persoonlijk raken voordat je je overtuigingen bijstelt?

Ongeacht hoe je oordeelt over de reden van zijn ommezwaai, het verhaal van Portman illustreert dat er doorgaans behoorlijk wat nodig is om iemand van gedachten te laten veranderen.

En Portman is geen uitzondering. Want uit psychologisch onderzoek blijkt: we houden het liefst zo stevig mogelijk vast aan onze overtuigingen. Vooral als het gaat om kwesties die ons na aan het hart liggen.

En eigenlijk is dat vreemd. De wereld om ons heen verandert continu, er is steeds nieuwe informatie beschikbaar. Af en toe je opvattingen kritisch onder de loep nemen zou een stuk verstandiger zijn dan je eraan vastklampen. Een bekende uitspraak van de Britse psycholoog Edward de Bono luidt: ‘If you never change your mind, why have one?’

Zonder enige twijfel

Volgens de Amerikaanse schrijver en arts Alex Lickerman raken we gehecht aan onze overtuigingen, net zoals we verknocht raken aan onze bezittingen.

‘Als we eenmaal een antwoord hebben gegeven is het niet simpelweg meer een antwoord, maar ons antwoord. Als we ons ergens aan verbinden, raken we direct vooringenomen, waardoor we vaak blind worden voor de tekortkomingen die we eerst ook zelf zagen,’ schrijft hij in een van zijn blogs.

‘Kort gezegd: we veranderen niet van gedachten, omdat onze overtuigingen deel zijn geworden van wie we zijn. En elke keer als onze overtuigingen onder vuur liggen, voelt het alsof we zélf onder vuur liggen.’

Ons psychologisch immuunsysteem heeft daarom een heel arsenaal aan slimme trucs om ons zelfbeeld overeind te houden. Een veelgebruikte truc is de confirmation bias, ook wel bevestigingsfout of tunnelvisie genoemd: de voorkeur van ons brein voor informatie die strookt met onze ideeën, zodat we niet aan onszelf hoeven te twijfelen.

Die voorkeur is terug te vinden op allerlei niveaus. Zo blijkt uit onderzoek dat we niet alleen argumenten beter onthouden die in ons eigen straatje passen; sterker nog, het liefst gaan we niet eens op zoek naar zaken die onze ideeën zouden kunnen ontkrachten.

In een klassiek experiment gaf de Britse cognitief psycholoog Peter Wason proefpersonen de opdracht om het onderliggende verband vast te stellen van het rijtje 2, 4, 6. Om daarachter te komen mochten de proefpersonen andere rijtjes cijfers voorleggen aan de onderzoeker. Die vertelde hun dan of de door hen bedachte rij dezelfde wiskundige regel volgde of niet.

De proefpersonen stelden rijtjes voor als 6, 8, 10 en 12, 14, 16. Die klopten, vertelde de onderzoeker, waarna de proefpersonen concludeerden dat ze de onderliggende regel hadden ontdekt: er moest steeds 2 worden opgeteld bij het vorige getal uit het rijtje.

Maar helaas voor hen was het juiste antwoord veel simpeler. De regel was namelijk dat elk getal groter moest zijn dan het getal ervoor, iets wat slechts een op vijf proefpersonen ontdekte.

Het probleem was dat de meeste mensen alleen reeksen opperden die hun ideeën bevestigden. Hadden ze bijvoorbeeld 6, 49, 100 voorgesteld, dan was die ook goedgekeurd door de onderzoeker en hadden ze geweten dat hun aanname – ‘het vorige getal plus 2’ – niet klopte.

Bevestigende informatie

Omdat het met veel kwesties geen zaak is van simpelweg waar of niet waar, is er altijd wel bevestigende informatie te vinden voor ons eigen standpunt. Iets wat ook onderzoek door Mark Snyder en William Swan van de universiteit van Minnesota laat zien.

Heb je altijd gelijk?
TEST
Doe de test »

Heb je altijd gelijk?

Deze sociaal psychologen vroegen proefpersonen om het karakter van een gesprekspartner te beoordelen. De ene helft van de proefpersonen moest onderzoeken of hun gesprekspartner een ­typische extravert was, de andere helft of het een typische introvert was.

Wat bleek? Beide groepen stelden vooral vragen die de hypothese bevestigden. Zo vroeg de ‘extraverte’-groep bijvoorbeeld ‘In welke situaties praat je het meest?’ Terwijl de ‘introverte’-groep dingen vroeg als: ‘Waarom vind je het moeilijk om openhartig te zijn?’

Opmerkelijk was dat een andere groep proefpersonen die naar bandopnames van de gesprekken luisterde, de eerste groep geïnterviewden daadwerkelijk zelfverzekerder en extraverter vond overkomen.

Dit experiment laat zien waarom het zo lastig is om onze mening over iemand bij te stellen wanneer we onszelf eenmaal een indruk hebben gevormd. We zoeken alleen naar informatie die onze indruk bevestigt, en bovendien gaat de ander zich ook naar onze verwachtingen gedragen.

Door een glashelder raam

Het liefst zoeken we dus informatie op die in overeenstemming is met onze ideeën, zodat we onze opvattingen niet hoeven te heroverwegen. Maar we kunnen tegenstrijdige informatie niet altijd actief uit de weg gaan.

Bijvoorbeeld als we worden geconfronteerd met iemand die er totaal andere ideeën op na houdt. Welk proces zich dan voltrekt, vertelt Kathryn Schulz, auteur van het boek Oeps!, op humoristische wijze in een ted-talk.

Het eerste wat we volgens Schulz doen wanneer we erachter komen dat iemand het niet met ons eens is, is aannemen dat diegene onwetend of dom is.

‘Hij heeft gewoon geen toegang tot dezelfde informatie als wij. Als we die ruimhartig met hem delen, zal hij het licht zien en overstappen naar onze kant.’ Blijkt diegene wel over dezelfde informatie te beschikken, dan gaan we over op een tweede aanname, zegt Schulz grappend: namelijk dat hij gek is.

‘Hij heeft alle stukjes van de puzzel, maar is blijkbaar te stom om ze in elkaar te passen.’ Blijkt ook dat niet het geval te zijn, dan gaan we ervan uit dat zo iemand de waarheid opzettelijk verdraait ‘voor zijn eigen kwaadaardige doeleinden’. Geen wonder dus dat discussies flink kunnen oplopen en sommige gespreksonderwerpen taboe worden verklaard als er een gezellig avondje gepland staat.

Volgens Schulz denken we dat onze geest een glashelder raam is waardoor we op een objectieve manier naar de wereld kijken. ‘En we willen dat anderen door hetzelfde raam kijken en precies hetzelfde zien.’

Past niet in mijn straatje

Ons psychologische immuunsysteem heeft nog meer trucjes om met tegenstrijdige informatie om te gaan: we vinden die simpelweg minder geloofwaardig dan informatie die ons standpunt bevestigt.

In een experiment lieten onderzoekers voor- en tegenstanders van de doodstraf bijvoorbeeld artikelen lezen over de vraag of de doodstraf helpt om misdrijven te voorkomen. Eén artikel strookte met hun opvattingen, het andere niet.

‘Als de lezers de informatie rationeel zouden verwerken, dan zouden ze ten minste moeten beseffen dat het onderwerp blijkbaar ingewikkelder is dan ze hadden gedacht.

En daardoor zouden ze iets nader tot elkaar moeten komen in hun ideeën over de doodstraf,’ schrijven de Amerikaanse psychologen Carol Tavris en Elliot Aronson in het boek Er zijn fouten gemaakt (maar niet door mij).

Toch kwamen beide kampen niet nader tot elkaar. Omdat hun overtuigingen – en dus hun zelfbeeld – werden bedreigd, gingen ze zelfs nog sterker in hun eigen argumenten geloven; iets wat in de psychologie het backfire effect, het averechtse effect, wordt genoemd.

Training Stoppen met piekeren
Training

Training Stoppen met piekeren

  • Inzicht in eigen denkgewoontes
  • Extra tips voor nachtelijk piekeren
  • Inclusief stappenplan voor het nemen van beslissingen
Bekijk de training
Nu maar
79,-

Informatie waarmee we het eens zijn omarmen we zonder er verder over na te denken, terwijl we juist kritisch zijn als we te maken krijgen met opvattingen die niet in ons straatje passen. De kans dat we als rationele wezens van gedachten veranderen als we goede argumenten voorgeschoteld krijgen, is daarom klein.

Die partijdige informatieverwerking is zelfs in ons brein te zien, schrijven Tavris en Aronson. De Amerikaanse psycholoog en neurowetenschapper Drew Westen en zijn collega’s deden onderzoek ten tijde van Amerikaanse verkiezingen. Ze maakten mri-scans van hun proefpersonen terwijl die werden geconfronteerd met informatie waarin hun favoriete presidentskandidaat zichzelf tegensprak.

Wat Westen opviel: bij de proefpersonen werden dan helemaal geen hersendelen actief die normaal gesproken betrokken zijn bij logisch redeneren, alleen hersengebieden die te maken hebben met emoties. Kregen de proefpersonen daarna informatie te horen die hun kandidaat zuiverde van blaam, dan lichtten de beloningsgebieden in hun brein op.

Het lijkt er dus op dat we tegenstrijdige informatie niet eens rationeel in overweging nemen. De psychologen Tavris en Aronson: ‘Deze mechanismen geven een neurologische onderbouwing aan de waarneming dat het bijzonder moeilijk is een eenmaal gevormde mening te herzien.’

Opwindende ervaringen

En dat is jammer. Want door onze behoudende geest missen we nieuwe ervaringen, interessante ontmoetingen en kansen om onszelf te ontwikkelen. En in het ergste geval houden we hardnekkig vast aan overtuigingen die helemaal niet blijken te kloppen.

Daar komen we vaak pas achter als het te laat is. We hebben namelijk geen intern mechanisme dat ons waarschuwt als we het mis hebben, schrijft auteur Kathryn Schulz.

Ze vertelt over een arts die per ongeluk een patiënt aan het verkeerde been opereerde. De verklaring van het ziekenhuis: de arts had het gevoel dat hij aan de juiste kant bezig was. En dat is nu juist het probleem, zegt Schulz – het bij het verkeerde eind hebben voelt alsof je het bij het goede eind hebt.

Toch zijn er momenten waarop het wél lukt om met een frisse blik te kijken en open te staan voor verandering. En die doen zich niet alleen voor wanneer we keihard aanlopen tegen de gevolgen van onze overtuigingen, zoals het geval was bij ­senator Portman die werd geconfronteerd met de homoseksualiteit van zijn zoon.

Uit onderzoek door twee politicologen, Brendan Nyhan van de universiteit van Michigan en Jason Reifler van de Georgia State-universiteit, blijkt bijvoorbeeld dat we meer openstaan voor andere standpunten wanneer onze eigenwaarde een oppepper krijgt.

En ook onze stemming is van invloed. Duits-Engels onderzoek liet zien dat mensen in een positieve stemming eerder informatie accepteerden die in tegenspraak was met hun mening, dan mensen in een slechte stemming.

Wanneer we stevig in onze schoenen staan en in een goede bui zijn, voelen we ons blijkbaar minder snel bedreigd door andere standpunten en zien we ze eerder als een kans om onszelf te ontwikkelen. Schulz: ‘Dat er niet aan onze verwachtingen wordt voldaan is interessanter, leuker en opwindender dan wanneer het wel gebeurt.’

Een goede reden dus om eens een andere krant te lezen, iets te proberen wat je niet eerder hebt gedaan, of jezelf te omringen met mensen die er andere ideeën op na houden. Het is immers altijd mogelijk om weer van gedachten te veranderen.

Bronnen o.a.: D. Westen e.a., Neural bases of motivated reasoning, Journal of Cognitive Neuroscience, 2006 / B. Nyhan, J. Reifler, Blank slates or closed minds?, 2006 / E. Jonas e.a., The influence of mood on the search for supporting versus conflicting information: Dissonance reduction as a means of mood regulation?, Personality and Social Psychology Bulletin, 2006 / E. Rassin, Individual differences in the susceptibility to confirmation bias, Netherlands Journal of Psychology, 2008

‘Sinds twee jaar ben ik geen moslima meer’

Fadma (24): ‘Ik ben in Nederland geboren en getogen. Mijn ouders komen oorspronkelijk uit Marokko. Veel mensen nemen automatisch aan dat ik net als mijn ouders moslim ben. Maar sinds twee jaar ben ik dat niet meer.

Het hokje waarin veel moslims zitten, vond ik te beperkend. Ik wilde vrij zijn, voor mezelf denken, mijn eigen leven leiden. Ik was er al vrij zeker van dat het geloof niets voor mij was, maar toen ik een relatie kreeg met een Nederlandse jongen werd het voor mij pas echt duidelijk.

Mensen zijn op zoek naar houvast in het leven. Ik vind dat je die houvast bij jezelf vandaan moet halen. Dat is waarin ik ­geloof. Was het makkelijk? Nee. Want in de ogen van de islamitische gemeenschap ben ik nu een ongelovige, ik hoor er niet meer bij.

Of mijn ouders het ooit volledig zullen accepteren, is de vraag. Was het het waard? Absoluut. Leven zonder religie is vrijheid voor mij.’

Ik was anti-vreemdgaan. Toen werd ik verliefd op een ander’

Karin (39): ‘Vreemdgaan, dat doe je niet, vond ik. Het getuigt van gebrek aan respect voor je partner. Mijn mening stak ik niet onder stoelen of banken. Verliefd worden op een ander – en vreemdgaan helemaal – was in mijn ogen een keuze.

Tot ik A. ontmoette. Wat begon met een kort knikje in het openbaar vervoer leidde tot het verkennen van elkaars geest en lichaam. Mijn leven is een complete chaos geworden. Van een stabiel gezinsleven met een man, kinderen en een huis naar verdriet en verscheurde gevoelens.

Nadat mijn ontrouw uitkwam zijn mijn man en ik in relatietherapie gegaan en nu voeren we ieder gesprekken met een psycholoog. Ik kwam erachter dat mijn kernwaarden, vrijheid en speelsheid, haaks staan op die van hem: rust, zekerheid, stabiliteit.

Ik ben nog steeds verliefd op die andere man en zou het liefst met hem verdergaan. Maar ik heb natuurlijk mijn kinderen, en inmiddels heb ik wel gemerkt dat ik zelf ook behoefte heb aan ­zekerheid, zoals een eigen huis, het financieel goed hebben. Geen idee wat de toekomst brengt. Vraag dat over een half of een heel jaar nog maar eens.’

Karin heet in werkelijkheid anders.