‘Ik hoop dat ze makkelijker haar weg vindt dan ik’

Jorna Postma (44) en haar dochter Nimke (12) hebben ADHD.

De eerste kenmerken van autisme

De eerste kenmerken van autisme

De diagnose autisme kan meestal pas rond vijfjarige leeftijd worden gesteld, omdat het moeilijk is o...

Lees verder

‘Regelmatig ga ik de stad in voor iets kleins en ben ik vervolgens uren weg. Dan laat ik me leiden door mijn impulsen, terwijl iedereen thuis op me zit te wachten. Nimke doet dat ook: na school blijft ze altijd kletsen, of ze nu een afspraak heeft of niet.

We zagen dat ze als peuter drukker was dan andere kinderen. Nimke zat nooit stil en was altijd aan dansen, springen en zingen. Bij regen lieten we haar rondjes rennen om de tafel, daar werd ze rustig van.

Zelf was ik als kind niet zo actief. Het liefst zat ik dromerig met een boekje op de bank. Het hyperactieve heb ik pas later gekregen. Ergens rond haar vijfde las ik toevallig een lijst met ADHD-kenmerken en schrok me kapot. Ik dacht: zij heeft het en ik ook. Een psycholoog bevestigde mijn vermoeden.

Ik liep voor het eerst vast bij het schrijven van mijn afstudeerscriptie voor de heao. Het was een groot project waarvoor ik zelf een planning moest maken. Doordat dit niet lukte, ben ik met mijn studie gestopt.

Daarna ging ik werken in de pr en kwam ik in een kantoortuin terecht met pratende collega’s, een ratelende printer en rinkelende telefoons. Al snel zat ik overspannen thuis. Achteraf weet ik dat dit veel te veel prikkels zijn voor een ADHD’er.

Twee keer heb ik een burn-out gehad. Als ik eerder een diagnose had gekregen, was dat misschien niet gebeurd. Daarom ben ik blij dat het bij Nimke zo snel duidelijk was. Op school gaat het goed; als ze overprikkeld raakt, zet de juf haar even apart.

Mijn andere dochter Kaat roept vaak: “Mama en Nimke vergeten altijd alles.” Dat klopt, en we zijn ook altijd alles kwijt. Zelf helpt het me om spullen op een vaste plek te leggen en taken op te schrijven en dat probeer ik Nimke ook bij te brengen. Doordat ik ADHD-coach ben geworden, weet ik nu hoe ons brein werkt en welke trucs het leven voor ons makkelijker maken.

Zo waren we laatst naar Nemo. Het was superdruk en we kwamen stuiterend thuis. Dan stuur ik Nimke eerst naar de trampoline om even uit te razen en ga ik zelf een paar minuten mediteren. Door haar te leren dat ze tijd nodig heeft om te ontladen, hoop ik dat ze makkelijker haar weg vindt dan ik vroeger. Maar helaas kan ik dat niet afdwingen.’

Nimke: ‘Net als mijn moeder denk ik niet altijd na. Dan vergeet ik op de tijd te letten en te bedenken waar ik heen moet. Ook ben ik soms heel druk. De juf zegt dan dat ik stiller moet zijn. Mijn moeder begrijpt me beter, want die kan zelf ook heel druk doen. Ze zegt dan dat ik even moet gaan rennen of trampolinespringen. Dat helpt heel goed.’

Jorna Postma is coach voor vrouwen met ADHD: jorjoy.nl

‘Het helpt dat we er luchtig over doen binnen ons gezin’

Irene Berk-de Vries heeft net als haar zoon Lucas (12) autisme.

‘Mijn kinderen hebben alle drie een gebruiksaanwijzing, maar die van Lucas begrijp ik het best. Vóór onze diagnoses botste het juist extra tussen Lucas en mij. We verstoorden elkaars structuur, bijvoorbeeld bij het naar school gaan.

Filemon Wesselink over zijn autisme: ‘Eigenlijk iets gewoons’

Filemon Wesselink over zijn autisme: ‘Eigenlijk iets gewoons’

Filemon Wesselink: 'Soms ben ik gewoon niet bereikbaar voor mensen. En dat supergefocust zijn, zo ge...

Bekijk video

Ik had stap-voor-stap in mijn hoofd wat er allemaal moest gebeuren, Lucas had zijn eigen tempo en plan. Nu ik begrijp hoe dit bij ons werkt, zorg ik dat we allebei weten wat er allemaal moet gebeuren.

We hebben een vast schema en ik leg van tevoren alles klaar. Ook weet ik nu dat ik wat buffertijd moet inruimen voor de ruzies die kunnen ontstaan.

Mijn leven lang heb ik al last van vermoeidheid en spanningshoofdpijn. Ook voelde ik me nooit onderdeel van een groep. Ik heb een tijd in de kinderopvang gewerkt, maar na de geboorte van mijn derde kind kwam ik met een burn-out thuis te zitten.

Vier jaar geleden ben ik gescheiden en lag echt alles overhoop. Per toeval las ik toen een boek van een vrouw met autisme, waarin ik me erg herkende. Ik drong bij de huisarts aan op een onderzoek en daaruit bleek inderdaad dat ik het had. Later kreeg ook Lucas de diagnose.

Terwijl ik naar binnen klap als het me te veel wordt, komt het bij Lucas juist heftig naar buiten. Zo beet hij als dreumes andere kindjes op de opvang. Later op school hield hij zich in, maar kon hij thuis ineens driftig worden.

Maar ik herken ook veel in hem. We lachen om dezelfde grappen en hebben zo onze eigenaardigheden, bijvoorbeeld dat alle spullen in huis per se een vaste plek moeten hebben.

Ik ben weleens bang dat Lucas tegen dezelfde problemen zal aanlopen als ik vroeger, bijvoorbeeld op sociaal vlak. Maar het helpt dat we er luchtig over doen binnen ons gezin. Ik heb aan mijn andere zoon en dochter uitgelegd waarom Lucas soms heftig reageert.

Als Lucas met zijn zus speelt en ineens gaat zijn oudere broer meedoen, dan verandert het spel. Dat vindt hij lastig. Vroeger mondde dit uit in vechten, nu hebben ze meer geduld met hem.

In de gang heb ik een stoplicht opgehangen. Daarop geeft Lucas aan hoe hij zich voelt: bij groen kan hij veel hebben, bij oranje moeten we een beetje voorzichtiger met hem zijn en rood betekent dat hij overvol zit. Dan laten we hem met rust.’

Lucas: ‘Sarcasme snap ik niet, ik neem woorden letterlijk. Vroeger vond ik het heel erg als ik een grapje niet begreep, maar nu weet ik dat mijn hersenen anders werken. Soms liggen juist alleen mijn moeder en ik in een deuk. Wij zien dingen letterlijk voor ons en dan zijn opmerkingen soms heel grappig voor ons. Dat snappen anderen weer niet.’

Irene Berk-de Vries coacht moeders met autisme: irenedevries.nl

‘Mijn vader en ik vergeten vaak dingen’

Ronnie Koopman (45) en zijn zoon Wessel (12) hebben add.

‘Wessel heeft behoefte aan regelmaat, structuur en duidelijkheid. Omdat ik zelf ook mijn beperkingen heb, is dat behoorlijk lastig. Toen het een periode niet zo goed met mij ging, ben ik te soepel geweest. Als hij bijvoorbeeld langer op zijn telefoon wilde zitten, gaf ik te makkelijk toe.

Training Autisme: wat je moet weten
Training

Training Autisme: wat je moet weten

  • Leer je partner of kind met autisme beter begrijpen
  • Leer hoe je rekening houdt met je eigen behoeften
  • Met praktische adviezen voor het dagelijks leven van autisme-expert Els Blijd-Hoogewys
Bekijk de training
Nu maar
49,-

Nu probeer ik strakker te zijn, maar Wessel weet dat er ruimte is en zoekt altijd de discussie op. Omdat ik er als gescheiden vader vaak alleen voor sta, kost dat nogal wat energie.

Als ik naar hem kijk, zie ik veel dingen van mezelf. Op school kon ik me moeilijk concentreren en ik dacht zelden na voor ik iets deed. Ik weet nog dat ik van mijn vader eens een houten hokje in de tuin mocht slopen.

Een ander zou een plan bedenken, maar ik pakte meteen de kettingzaag. Het werd een gigantische chaos. Dat zie ik ook bij Wessel terug. Dan bakt hij bijvoorbeeld een ei, maar vergeet de boter in de pan te doen.

Zelf kreeg ik de diagnose nadat ik in 2007 instortte. De jaren daarvoor waren heftig. In een korte periode overleed mijn vader en kreeg mijn broertje een zwaar ongeluk. Ik kwam bij een psycholoog terecht, die na paar gesprekken zei: “Volgens mij heb jij ADD.” Dat bleek te kloppen.

Leren en studeren heb ik altijd moeilijk gevonden, omdat ik mijn aandacht er niet bij kon houden. In mijn huidige baan beantwoord ik mails en telefoontjes. Op dit soort korte taken kan ik me goed concentreren. Duurt iets te lang, dan verlies ik mijn focus.

Toen Wessel naar school ging, hebben we meteen aangegeven dat ik ADD heb. Op een gegeven moment merkten we thuis dat hij snel was afgeleid. Nadat de leerkracht in groep 6 ook signalen van ADD constateerde, hebben we hem laten testen.

Eerst kreeg Wessel therapie zonder medicatie, maar vorig jaar klaagde hij veel over zijn drukke hoofd. Toen hebben we toch maar voor medicijnen gekozen. Sinds hij Ritalin slikt, is hij rustiger in de klas. Zijn juf merkt ook dat hij beter doorwerkt.

Ik maak me wel zorgen. Wessel is een gevoelige jongen, kan dingen heel zwart-wit zien en laat zich leiden door impulsen. Gaat hij het redden in onze harde maatschappij? Wat als hij vrienden krijgt die drugs gebruiken? Zelf heb ik leren leven met ADD, maar kan hij dat ook?’

Wessel: ‘Mijn vader en ik vergeten vaak dingen of ruimen niet goed op. Het is vaak heel druk in mijn hoofd en dan lukt het niet om op te letten op school. Soms mag ik dingen stuk maken van mijn vader. Dan sla ik bijvoorbeeld met een hamer op een oude, kapotte telefoon. Daar word ik rustig van.’

‘Je kind is nooit een kopie van jou’

Of iemand een psychische aandoening krijgt, is in veel gevallen deels erfelijk bepaald. Zo is depressie voor 37 procent afhankelijk van je genen.

Voor autisme en ADHD gelden behoorlijk sterke verbanden: autisme is voor maar liefst 83 procent genetisch bepaald; ADHD voor 60 tot 80 procent. Behalve genen kunnen omgevingsfactoren van invloed zijn, zoals omstandigheden in de baarmoeder, ervaringen tijdens je leven of stress.

De kans dat je als ADHD’er een kind met dezelfde aandoening krijgt, is ongeveer 50 procent. Bij autisme is die kans moeilijker te bepalen, omdat de erfelijkheid ook afhangt van de vorm van autisme, vertelt Annelies Spek, hoofd van het Autisme Expertisecentrum. Omdat er verschillen zijn in hoe autisme zich uit, spreken we tegenwoordig van ASS: autismespectrumstoornis.

Jongens hebben grotere kans

Voor zowel ADHD als autisme geldt dat jongens een grotere kans hebben op het ontwikkelen ervan. Spek: ‘Er worden twee tot drie keer zo veel jongetjes als meisjes met autisme geboren.’ Bij ADHD komt vooral het subtype waarbij hyperactiviteit op de voorgrond staat meer voor bij jongens.

Meisjes kampen weer vaker met aandachtsproblemen (ADD). ‘Maar zij passen hun gedrag eerder aan, waardoor het drukke zich meer in hun hoofd afspeelt,’ zegt psychiater Andreia Hazewinkel, gespecialiseerd in ADHD bij volwassenen. ‘Daardoor denken artsen bij psychische problemen bij meisjes minder snel aan ADHD.’

Ouders met late diagnose

Ouders krijgen regelmatig pas ná hun kind de diagnose. Doordat er nu veel meer bekend is over aandoeningen als autisme en ADHD, zijn we er alerter op dan vroeger.

Spek: ‘Omdat hun kind het heeft, gaan ouders erover lezen, en vervolgens herkennen ze zichzelf in de symptomen. Vaak is dat een opluchting: er valt van alles op zijn plek.

Opeens wordt duidelijk waarom bijvoorbeeld op sociaal vlak alles altijd zo moeizaam gaat. Door de diagnose kunnen mensen zoiets makkelijker loslaten en hun focus verleggen.’

Maar deze ouders gaan ook door een soort rouwproces, merkt Hazewinkel. ‘Ik hoor vaak dingen als: “Had ik het maar eerder geweten, dan was mijn leven misschien heel anders verlopen.”

Sommige mensen komen er pas als grootouder achter dat ze ADHD hebben. Hoewel een vroege diagnose een groot voordeel is omdat je op jonge leeftijd flexibeler bent, reageren ook ouderen nog heel goed op de behandeling. Het is dus nooit te laat.’

Valkuilen in de opvoeding

Ouders die dezelfde aandoening als hun kind hebben, begrijpen hun kind meestal goed. Ze snappen bijvoorbeeld dat hun zoon of dochter niet van feestjes houdt en zullen ze daarin niet snel pushen. Wel moet je ervoor waken geen zogenoemde curlingouder te worden, zegt Hazewinkel.

‘Soms willen ouders zó graag voorkomen dat hun kind tegen dezelfde problemen aanloopt als zijzelf vroeger, dat ze hem te veel beschermen. Dat staat de zelfstandigheid van het kind in de weg. Daarnaast is het belangrijk je te realiseren dat je ouder bent en geen hulpverlener.

Het komt weleens voor dat ouders met ADHD hun kind een pilletje van zichzelf geven. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Een andere valkuil is dat je te veel van jezelf op je kind projecteert. Ook al heeft hij dezelfde aandoening, je kind is geen kopie van jou.’

Aandoeningen kunnen trouwens bij iedereen weer anders uitpakken, weet Spek. ‘Sommige mensen met autisme zijn erg in zichzelf gekeerd. Als hun kind juist druk gedrag vertoont, kan dat flink botsen.’

Goede voorlichting

Daarnaast kan het lastig zijn om je kind structuur te bieden als je daar zelf al moeite mee hebt. Hierdoor wordt de andere ouder – zonder psychische aandoening – nogal eens extra belast. Spek: ‘Ik raad hun daarom aan tijd voor zichzelf in te plannen. Het liefst op vaste momenten in de week; dat geeft duidelijkheid.’

Ook lotgenotencontact kan helpen. Zowel voor autisme als ADHD bestaan speciale groepen voor partners. ‘Kennis leidt tot meer begrip,’ voegt Hazewinkel toe. ‘Het is voor beide ouders belangrijk om zich goed te laten voorlichten over wat de aandoening precies inhoudt – en hoe je er het best mee kunt omgaan.’