1. De Bepaler

Dit doet hij of zij met anderen: de Bepaler maakt zich groot en belangrijk. Hij is ondernemend, dominant en taakgericht; hij straalt weinig wij-gevoel uit. Zulk gedrag roept in eerste instantie op dat anderen zich klein gaan voelen en hen gehoorzamen of zich terugtrekken. Het kan ook irritatie oproepen, omdat de Bepaler anderen in een hoek drukt. Maar onder invloed van zoveel dominantie spreken anderen die irritatie niet duidelijk uit.
Wat kun je doen? Maak jezelf ook groot en geef daarbij tegelijkertijd erkenning aan de inhoud van de boodschap van de Bepaler. Zeggen: ‘Daar heb je een punt’ of ‘Dat ben ik met je eens’ werkt dus uitstekend – zolang je het meent en duidelijk laat weten wat je positie is. Dat vraagt zelfvertrouwen, goede voorbereiding en kennis van zaken.

Wat je kunt leren van je ergernissen

Wat je kunt leren van je ergernissen

Kun je slecht tegen bazige mensen? Vind je dat je vriendin wel erg ijdel is? Grote kans dat je juist...

Lees verder

2. De Leider

Dit doet hij of zij met anderen: de Leider bemoeit zich overal mee, heeft overal een mening over en zorgt ervoor steeds in het middelpunt van de belangstelling te staan. De eerste neiging van anderen is om hem daarin te volgen. Maar al snel voelen ze zich overruled. Blijven ze desondanks luisteren, dan raken ze bekneld in het patroon van leiden en volgen. Dat is vaak te zien op recepties, in vergaderingen, in de kroeg; als toeschouwer herken je dat patroon ook zonder dat je kunt horen wat er wordt gezegd.
Wat kun je doen? Zeg duidelijk: ‘Ho, wacht! Nu wil ik dat je naar mij luistert’, tot de Leider inbindt en gehoorzaamt. Vervolgens kun je zelf de leiding over het gesprek nemen en zorgen dat de Leider Volger wordt. Daarna kan de ander weer leiden. Zo bouwt je samen een goed gesprek op.

3. De Good Guy/Girl

Dit doet hij of zij met anderen: een Good Guy of Girl voelt zich oververantwoordelijk voor anderen. Hij of zij is heel vriendelijk, geeft constant complimenten, doet alles voor de ander, opdat die zich maar goed voelt. Dat kan een heel beklemmend gevoel oproepen. Alsof de ander niet mans genoeg is om zijn eigen zaakjes te regelen. Gaat de ander dit gedrag ervaren als betuttelend, dan raken beiden bekneld in een ‘liefdesdans’.
Wat kun je doen? Stel duidelijk je grenzen. Geef dus onomwonden aan wat je wel en niet wilt: ‘Ik wil dat je ophoudt me te behandelen als een klein kind.’ Misschien schrik je van de toon, maar zolang je zelf te vriendelijk blijft zal de ander niet naar je luisteren. Soms is het nu eenmaal nodig om even wat minder aardig te zijn. Als je grens duidelijk is, kun je deze houding weer met een gerust hart loslaten.

4. De Ondersteuner

Dit doet hij of zij met anderen: een Ondersteuner wil anderen erkenning geven. Hij of zij vindt de relatie belangrijker dan de taak of de inhoud. De meeste mensen zijn eerst geneigd om met een Ondersteuner mee te gaan in de gezelligheid, maar daar hebben ze natuurlijk niet altijd zin in en tijd voor. De sfeer gaat bij de Ondersteuner voor het werk en dat kan ongeduld oproepen.
Wat kun je doen? Zeg iets kritisch, zoals ‘Wat denk je ervan, zullen we een beetje gaan opschieten?’ of ‘Op deze manier komen we natuurlijk niet waar we wezen willen.’ Wek gerust een beetje irritatie op, dat maakt de Ondersteuner wakker. Je hoeft dat meestal niet lang vol te houden. Zodra Ondersteuners merken dat je het fijn vindt dat ze hun taak goed uitvoeren, zijn ze ook weer tevreden.

5. De Volger

Dit doet hij of zij met anderen: de Volger legt de verantwoordelijkheid structureel bij anderen neer. Hij roept op dat die anderen alle initiatieven nemen, steeds in actie komen, voortdurend de leiding nemen. Die anderen denken daardoor op den duur: ‘Waarom moet ik alles zelf (of alleen) doen?’ De afwachtende houding van de Volger kan behoorlijk irriteren.
Wat kun je doen? Om Volgers in beweging te krijgen, moet je het initiatief bij hen laten, hen zelf laten bepalen wat er gaat gebeuren. Dat kun je doen door niets te doen of te zeggen: ‘Ik weet het ook niet’ of ‘Ik doe niks, hoor!’ En verder niets. Stilte is vaak zo moeilijk te verdragen, dat er vroeg of laat vanzelf een actie komt. De Volger moet dan zelf bepalen wat hij of zij gaat doen, en dat is precies wat nodig is.

6. De Stille

Dit doet hij of zij met anderen: de Stille plaatst zichzelf op de achtergrond. Bij zo iemand zijn anderen geneigd zelf veel te praten, te bepalen wat er moet gebeuren en ervan uit te gaan dat de Stille het er wel mee eens zal zijn. Die doet immers toch wel wat er wordt gevraagd. Kortom, de Stille legt de verantwoordelijkheid bij anderen.
Wat kun je doen? Nodig de Stille uit om voorstellen te doen. Laat merken dat je hem of haar vertrouwt en stel af en toe een vraag. Waarschijnlijk heeft de Stille niet meteen een antwoord, maar als je rustig afwacht en laat merken werkelijk geïnteresseerd te zijn, komt dat wel. Laat de Stille vooral zelf het moment kiezen.

7 stappen naar acceptatie

7 stappen naar acceptatie

Accepteren. Makkelijker gezegd dan gedaan. Voor de moderne mens die alles denkt te kunnen regelen, v...

Lees verder

7. De Opstandige

Dit doet hij of zij met anderen: de Opstandige pleegt openlijk verzet. Hij zegt steeds dingen als ‘Ja, maar’ en ‘Daar klopt niets van’. Hij is – soms onnodig – kritisch, komt in opstand. Je merkt het meteen als je met een Opstandige te maken hebt; je voelt dan de neiging om harder te gaan praten, de ander onder druk te zetten, aan te vallen. Daarmee kom je samen in een agressiespiraal terecht.
Wat kun je doen? Laat de Opstandige zien dat je oprecht belangstelling hebt voor zijn bezwaren, en blijf samen uit de agressiespiraal. Dat betekent dat je goed naar zijn kritische opmerkingen, zijn verzet, moet luisteren. En dan vooral luisteren naar wat erachter zit: zijn zorgen, zijn angsten. Vraag daar ook naar. Als je doorhebt wat hem dwarszit, kun je steun bieden: ‘Wat kan ik doen om samen met jou je zorgen weg te nemen?’

8. De Aanvaller

Dit doet hij of zij met anderen: de Aanvaller treedt krachtig en kritisch op. Hij heeft een strenge toon en kijkt anderen zelfbewust aan. Hij roept daarmee op dat anderen zich gaan verdedigen of juist openlijk in opstand komen: mensen voelen irritatie en misschien ook onzekerheid als reactie op dit zelfbewuste gedrag en die irritatie spreken ze duidelijk uit.
Wat kun je doen? Onderdruk de neiging om je te verdedigen; daarmee houd je de agressiespiraal alleen maar in stand. Veel handiger is om een helpende hand uit te steken: ‘Hoe kunnen we samen zorgen dat we het probleem oplossen?’ Dat vereist wel dat je kunt omgaan met je irritatie en daadwerkelijk bereid bent om samen het probleem op te lossen. Grrrrrrrrr…!

Wat je kunt leren van je ergernissen

Kun je slecht tegen bazige mensen? Vind je dat je vriendin wel erg ijdel is? Grote kans dat je juist die eigenschappen van jezelf te krachtig onderdrukt. Durf in de spiegel te kijken en ontdek wat je ergernissen over jezelf zeggen. Lees ‘Wat je kunt leren van je ergernissen.