Autistisch en kinderleidster, kan dat?
Hoe kwam je tot de keuze om kinderleidster te worden? En hoe was het voor jou om in een omgeving met veel sociale interactie en chaos te werken?
Hoe kwam je tot de keuze om kinderleidster te worden? En hoe was het voor jou om in een omgeving met veel sociale interactie en chaos te werken?
Met kinderen lukte het altijd al. Met kinderen heb ik veel meer het gevoel tot echt contact te komen dan met volwassenen. Kinderen zijn veel echter en gaan veel echter met mensen om dan volwassenen. Bij volwassenen moet ik steeds voldoen aan heel veel eisen. Ik zie er normaal uit en dan word ik verondersteld aan alle eisen te voldoen. Die eisen liggen heel hoog en worden door heel de maatschappij bepaald. Het zijn allemaal regeltjes en afspraken die zeggen hoe het hoort en hoe mensen zich horen te gedragen. Kinderen zijn daar helemaal anders in. Voor kinderen tellen al die eisen niet. Kinderen willen enkel dat je echt bent en eerlijk. Dat je bent wie je bent. En of dat nu voldoet aan alle regeltjes of niet, is niet zo belangrijk. Hoe je bent is niet zo belangrijk als ze maar zien dat je echt bent. Kinderen staan echt open voor heel veel. Ze zijn heel ontvankelijk.
Verder hebben kinderen zeer veel nood aan duidelijkheid. Elk kind vraagt daar naar. Ze willen dat je doet wat je zegt en ze willen dat je duidelijke grenzen aangeeft. Dat zijn dingen die ik door mijn autisme altijd doe. Daar heb ik geen keuze in. Ik heb dan ook zeer veel gezag bij kinderen terwijl ik ook hun vriend ben.
Door dit alles steeds te ondervinden, is mijn keuze mee bepaald, maar ook omdat ik heel veel bewondering heb voor kinderen. De manier waarop zij onschuldig naar de dingen kijken en zich vele vragen stellen bij alles, en hoe eerlijk ze zijn. Maar ook omdat ze veel in vraag durven te stellen… Hun leefwereld boeit mijn enorm en de ontwikkelingen die ze doormaken – vooral geestelijk dan – vind ik heel fascinerend. Er zijn een heleboel dingen die me aanspreken in kinderen. De keuze was niet moeilijk voor me. Eerder heel vanzelfsprekend.
De sociale interacties in het sociale beroep zijn voor mij eigenlijk te ingewikkeld. Op dat punt faal ik vaak. Het lukt in een team dat zeer goed draait en waar ze op de hoogte zijn van mijn autisme. Maar dat is wel heel erg veeleisend. Dat besef ik maar al te goed. Ik kan niet goed mee met alle sociale interacties. Het professioneel samenwerken lukt best wel, maar vooral de informele momenten zijn veel te moeilijk.
Chaos
De chaos is ook moeilijk, maar daar weet ik me steeds boven te stellen. Het lukt mij om een hele dag in de chaos van een klas of leefgroep te functioneren maar als ik ’s avonds thuis kom, doe ik werkelijk niets meer. Dan ben ik volledig uitgeteld. Ik ben dan tot niets meer in staat. Daarom werk ik ook niet meer voltijds. Dat zou helemaal niet gaan. Overdag bij de kinderen ga ik maar door en ga ik maar door; zodanig dat ik alles dat me te veel is eigenlijk wat negeer en dat moet ik achteraf bekopen. Het kan dus, werken als opvoedster als ik voldoende rust heb en het halftijds aanpak. Toch maken deze twee dingen, de chaos en de contacten, dat ik nu niet meer als opvoedster werk. Ik doe ander werk, maar in mijn vrije tijd ben ik wel veel bezig met kinderen. Een goed compromis dus.
Minder stress, ander werk, meer zingeving of iets anders waarbij je wel een duwtje in de rug kunt gebruiken? Een coach helpt je om sneller je doelen te bereiken.
Vind je ideale coach