Toen ze achttien jaar werd, vond Lidewij Nuitten uit het Kempense stadje Lier dat het tijd was om de wijde wereld in te trekken. Ze nam de trein naar Brussel, stapte uit op het Centraal Station en was meteen verkocht. ‘Als verliefd worden op een verkeerde man,’ zou ze later zeggen. Het was de ruwheid, de vuilheid en de eerlijkheid die haar aantrokken. Hier, in de anonimiteit van de Europese hoofdstad, zou ze zich kunnen ontplooien, haar eigen weg kunnen vinden.

"Het begroeten van vreemden is mogelijk belangrijker voor ons mentale welzijn dan intieme relaties"

-

Een jaar later staarde ze vanaf haar balkon naar de straat waar ze ondertussen woonde. Op een steenworp afstand van de plaats waar zij in haar theekopje stond te roeren, voerde de politie op dat moment een klopjacht op de enige nog levende verdachte van de terreuraanslag in Parijs. Het was eind 2015. Terwijl ze de deuren en ramen van haar straat in Schaarbeek bekeek, besefte Lidewij dat ze van geen enkel raam wist wat zich daarachter afspeelde, van geen enkele deur welke verhalen erachter schuilgingen. Misschien zat de terrorist Abdeslam daar wel ergens? Of misschien ook niet. Misschien woonden er allemaal vriendelijke mensen die zelf ook weleens naar buiten staarden op een regenachtige zondag en zich afvroegen wie zich

Log in om verder te lezen.