De relatie met onze ouders is meestal zo vanzelfsprekend, net als hoe zij zich gedragen – hoe vreemd dat soms ook is – dat we weinig vragen stellen.

Laat familiepatronen los – maak je eigen keuzes
Training

Laat familiepatronen los – maak je eigen keuzes

  • Herken én doorbreek je belemmerende familiepatronen
  • Ontdek hoe je je eigen pad kunt bewandelen en voel je vrijer
  • Inspirerende video’s en opdrachten onder begeleiding van een contextueel therapeut
Bekijk de training
Nu maar
69,-

Zij zijn er gewoon, zorgen voor ons, voeden ons op, en bemoeien zich vaak meer met ons doen en laten dan ons lief is. Om ons eigen leven te kunnen leiden, zijn we over het algemeen meer bezig om van hen los te komen dan ons in hen te verdiepen.

‘Anders dan met leeftijdgenoten die we zelf uitkiezen, zijn we niet zo nieuwsgierig naar hoe het leven tot nu toe voor hen is geweest,’ zegt psycholoog en schrijver René Diekstra. Hun jeugd, hun teleurstellingen, dromen en verwachtingen. ‘We denken genoeg over hen te weten, maar hun echte verhaal kennen we niet.’

Terwijl er vaak nog zoveel te ontdekken valt. Over dingen die je als kind misschien wel voelde, maar die nooit uitgesproken werden, over hun eigen pijn die doorwerkt in hoe ze met je omgaan en omgingen toen je jong was.

‘Gebeurtenissen die op hun leven grote invloed hebben gehad, hebben dat ook op dat van jou. Het is dus zinvol om te weten wat hen heeft gevormd,’ zegt Diekstra, die een boek schreef om mensen aan te sporen daarover te praten: In gesprek met je ouders. Handleiding voor je belangrijkste interview.

‘Als je je ouders individueel uitgebreid interviewt, krijg je ook meer begrip voor hun keuzes,’ zegt hij. ‘Daardoor begrijp je jezelf beter. En als je inziet dat je bepaalde dingen doet omdat je ouders het nu eenmaal zo deden, kun je er bewust voor kiezen om het zelf anders te doen.’

Schrikbeeld

Dat dit soort gesprekken belangrijk is om te voeren, zegt ook Christien Brinkgreve, emeritus hoogleraar sociale wetenschappen en schrijver van verschillende boeken waarin de kracht van het verhaal een belangrijke rol speelt.

‘Je brengt de stukken van hun leven bij elkaar tot een geheel. Het kennen van die geschiedenis werkt psychisch helend. Maar dat niet alleen, je gaat je ouders meer waarderen om de mensen die ze zijn.’

Ze weet het uit eigen ervaring. ‘Ik was altijd gericht op mijn vader, een erudiet man en een publieke figuur,’ vertelt ze. ‘Mijn moeder kon prachtig tekenen, maar werd huisvrouw. Ze was vaak depressief, leed eronder dat zij door alle drukte niet meer kon tekenen, maar sprak dat nooit uit.

Mijn relatie met haar was tijdenlang moeizaam, het huisvrouwenbestaan werd voor mij een schrikbeeld. Toen ze na het overlijden van mijn vader tegen me zei: ‘Ik heb ook een verhaal’, greep ik dat aan om een aantal gesprekken met haar te voeren. Dat was bijzonder en verrijkend.

Ik kon me beter in haar verplaatsen, ervaren hoe ze haar best had gedaan, hoe ze worstelde met haar verlangen om te tekenen en haar plichtsgevoel om goed voor ons te zorgen.

Mijn ergernis over hoe ze daarin steeds vastliep en depressief raakte, maakte plaats voor waardering voor haar enorme inzet voor het gezin.’

Meer begrip

René Diekstra ontwikkelde een interviewschema om het gesprek met je ouders goed te voeren en verzamelde de ervaringen van meer dan 6500 mensen die het gebruikten.

Een schat aan informatie, die hij naast het vragenschema en de praktische tips in zijn boek verwerkte, en die duidelijk maakt hoe ontzettend veel ouders en volwassen kinderen aan zo’n gesprek hebben.

Zelf sprak hij tot zijn spijt nooit op een diepgravende manier met zijn ouders, ze overleden relatief jong. Maar gesprekken met een paar ooms leverden hem belangrijke inzichten op. ‘Ik ontdekte dat mijn vader een bipolaire stoornis had, wat veel invloed had op zijn gedrag.

Zo ging hij soms enkele weken op een retraite om tot rust te komen. Als kind begreep ik nooit waarom hij af en toe weg was. Toen ik eenmaal wist wat er bij hem had gespeeld, viel veel op zijn plek.

Ik kon ook mijn eigen stemmingswisselingen, niet zo heftig als bij hem overigens, beter plaatsen en hanteren. Ik ben net als hij meer rust gaan inbouwen.’

Behalve meer inzicht in je ouders en jezelf levert het gesprek volgens Diekstra nog iets belangrijks op: ‘Door oprecht interesse te tonen in hun leven zal je relatie met hen verdiepen.’

Verwantschap voelen

Dat gebeurde ook door de gesprekken die Brinkgreve voerde met haar moeder. ‘Zij voelde zich erkend door mijn aandacht voor haar verhaal, ik raakte meer doordrongen van de eeuwige worstelingen in het leven en van het besef dat je nog zo je best kunt doen en desondanks weer kunt vastraken in oude patronen.

En dat juist dat zo je best doen een lastig patroon is waardoor je uit balans raakt. Hoe anders mijn leven ook was, ik herkende dat patroon en voelde onze verwantschap. Dat was een helende ervaring. Net als zij cijfer ik mezelf snel weg. Door haar verhaal ben ik beter voor mezelf gaan zorgen.’

Bron: R. Diekstra, In gesprek met je ouders. Handleiding voor je belangrijkste interview, Karakter, 2020

‘Ook al hielden ze zich sterk, mijn zus en ik hebben hun verdriet ongetwijfeld gevoeld’

De ontdekkingen die journalist Vivian de Gier deed in gesprekken met haar ouders brachten haar zelfinzicht en mildheid.

Als mijn zus vroeger soms niets van mij, haar kleine zusje, wilde weten en ik me daardoor gekwetst voelde, kregen we van mijn ouders een bezorgde blik. ‘Op je familie moet je zuinig zijn,’ zei mijn vader tegen ons. ‘Ja-ha,’ zuchtten wij dan.

Waarom ze zich zorgen maakten over onze ongemakkelijke relatie werd me later pas duidelijk. In gesprekken met ze ontdekte ik dat het in hun beider gezin van herkomst bepaald geen koek en ei was geweest met hun broers en zussen, zodanig zelfs dat het tot een breuk leidde.

Maar dat was niet het enige. Groot was mijn verbazing toen ik hoorde – ik zal tussen de 8 en 10 jaar oud zijn geweest – dat mijn ouders twee kinderen verloren hadden bij de geboorte. Ik had niet alleen een oudere zus, maar ook nog een broer en een jonger zusje. Waarom werd daar nooit over gesproken?

Behoedzaam vroeg ik er af en toe naar. Natuurlijk hadden ze er verdriet van gehad, vertelde mijn moeder, maar in die tijd was het normaal dat dode baby’s direct werden weggehaald. Geen grafje, geen afscheid, niets.

Alsof ze nooit hadden bestaan. En zo nuchter gingen ze er zelf ook mee om: ik herinner me zelfs dat mijn moeder ooit zei dat ik waarschijnlijk de naam van mijn broer had gekregen als ik een jongetje was geweest.

Toen ik als volwassene in aanraking kwam met familieopstellingen kreeg ik meer inzicht in de invloed die de vroege dood van twee kinderen op ons gezin had gehad. Ook al hielden mijn ouders zich sterk, mijn zus en ik hebben hun verdriet ongetwijfeld gevoeld.

Misschien had ik daarom onbewust altijd het gevoel dat ik iets goed te maken had, ook al wist ik niet wat. Mijn ouders hadden daar geen idee van, zei mijn moeder. ‘Vroeger besprak je als ouders je gevoelens gewoon niet met je kinderen.’

Dit soort gesprekken maakte me milder naar mijn ouders toe, omdat ik hun soms nogal rationele inslag beter begreep: zij deden ook maar hun best alles het hoofd te bieden, binnen de ‘mores’ van hun tijd.

Mijn zus en ik hebben tegenwoordig gelukkig een uitstekende band. Voor mijn ouders een hele geruststelling, zei mijn moeder laatst. En voor mij is het dat ook. Op je familie moet je zuinig zijn. Daarin, vind ik nu, had mijn vader groot gelijk.

‘Ik zie haar nu meer als vrouw, niet meer alleen als moeder’

Covermodel Elize Been poseerde voor dit artikel samen met haar moeder José.

‘We voeren nooit heel persoonlijke gesprekken, maar de avond voor deze shoot vroeg ik naar haar dromen en hoe ze haar leven voor zich had gezien.

Mijn moeder antwoordde dat er vroeger nooit werd gevraagd of je gelukkig bent. Ze wilde eigenlijk tuinarchitect worden, maar haar vader vond dat ze de zorg in moest gaan, net als haar tweelingzus. Dat heeft ze toen gedaan.

Mijn moeder en ik zijn heel verschillend. Zij trouwde, kreeg jong haar eerste kind en heeft een bed & breakfast aan huis. Ik leid een werelds leven, reis veel, ben onafhankelijker. Ik zou er moeite mee hebben als iemand mijn leven zo zou bepalen als haar vader deed, maar zij vond het prima.

Toch ontdekten we die avond ook overeenkomsten tussen ons: we zijn allebei huismussen. Deze fotoshoot heeft ons dichter bij elkaar gebracht. Mijn moeder vond het heel spannend, maar deed het voor mij en uit nieuwsgierigheid naar mijn wereld.

“Een dag met een gouden randje,” zei ze na afloop. Dat was het voor mij ook. Ik zie haar nu meer als vrouw, niet meer alleen als moeder. Het lijkt me heel fijn om vaker zo met haar te praten.’

‘Zijn woorden galmden de rest van mijn leven door mijn hoofd’

De vader van journalist Manon stierf jong, waardoor ze nooit de kans kreeg hem te bevragen over zijn leven en over de boodschap die ze vlak voor zijn dood van hem meekreeg.

‘Ik was twintig en volop bezig me van mijn ouders los te maken. Mijn vader had net een huis in Spanje gekocht met het idee om daar na zijn pensioen te gaan wonen. Dat leek nog ver weg, want hij was pas 45.

Ik bracht die zomer een paar weken met hem en mijn moeder door in dat nieuwe huis, al kon ik niet wachten tot mijn toenmalige vriendje liftend naar me toe zou komen om me er weg te halen.

Op een avond begon mijn vader vanuit het niets een nogal serieus gesprek met mij. Over het leven dat razendsnel voorbijgaat en dat ik er alles uit moest halen wat erin zat, geen seconde mocht verspillen en niet ongemerkt moest leven.

Dat ik van alles moest genieten, ook van tegenslagen. Me nooit iets aantrekken van wat andere mensen van me vonden en erop vertrouwen dat alles goed zou komen. En het belangrijkste was – dat herhaalde hij wel zeven keer – om altijd eerst aan anderen te denken, en dan pas aan mezelf.

Ik was veel te jong voor deze boodschap. Hoezo zoefde het leven voorbij? Liftend door Spanje met mijn nieuwe liefde ging alles juist heerlijk traag. Alles eruit halen wat erin zat? Wijn drinken in een Spaans barretje en dan na de middag mijn bed uit rollen, dat vond ik goed genoeg. En ik dacht vooral heel erg aan mezelf.

Twee maanden later stierf mijn vader totaal onverwacht. Maar zijn woorden galmden de rest van mijn leven door mijn hoofd. Ik was me er zo van bewust hoe snel het leven ging, haalde er alles uit wat eruit te halen viel en leefde in dubbele snelheid. En ik dacht altijd eerst aan anderen en dan pas aan mezelf, soms zelfs iets te veel.

Inmiddels ben ik tien jaar ouder dan hij toen was en pas nu leer ik te vertragen. Het leven gaat helemaal niet snel voorbij, het kabbelt heerlijk traag, precies de goede kant op. Ik haal er niet meer alles uit.

Geef mij maar een hangmat in de tuin en een boek, dan niks ik lekker door. En ik denk vooral aan mezelf en aan hen die me lief zijn. Dan pas, als ze geluk hebben, aan anderen. Wat had ik dit inzicht graag nog met mijn vader gedeeld.’

Hoe ga je het gesprek aan met je ouders?

Het interviewschema van René Diekstra voor het gesprek met je ouders heeft 15 onderwerpen, die zijn samengevat in 4 thema’s (zie hieronder). Hij ontwikkelde het samen met zijn studenten van het vak levenslooppsychologie.

Om meer inzicht te krijgen in zichzelf liet hij hen hun ouders afzonderlijk interviewen; met hun feedback perfectioneerde hij het schema. De opdracht leverde indrukwekkende ervaringen op. Zo ontdekte een studente dat haar moeder een ongewenst kind was en hoe dat haar kinderjaren heeft bepaald.

Lezers van een column van Diekstra over de studentenopdracht in het Algemeen Dagblad gingen ook met het interviewschema aan de slag en deelden hun ervaringen. Als ultiem voorbeeld noemt hij een vrouw die haar vader interviewde vlak voor hij overleed.

Zij schreef: ‘Een van de laatste vragen in het schema is wat de geïnterviewde beschouwt als de gelukkigste momenten in zijn of haar leven. Mijn vader antwoordde: “Daar mag je onze gesprekken van de afgelopen paar dagen ook bij noteren.”’

  • Nodig je ouders uit voor het gesprek, benadruk dat zij bepalen wat er wordt besproken en dat jij discreet met de informatie zult omgaan.
  • Vraag of je aantekeningen en/of opnames mag maken. Zo kun je alles rustig teruglezen of -luisteren, en zie of hoor je soms dingen die je tijdens het gesprek niet zo registreerde.
  • Wees niet in de eerste plaats hun kind maar de interviewer. Je neemt een beetje afstand, stelt vragen en luistert vooral. Het gaat erom wat de ander wil delen, niet om wat jij graag wilt horen.
  • Soms spelen emoties hoog op. Wees respectvol. Troosten mag, maar draag geen oplossingen aan.
  • Verloopt het contract stroef, vertrouw er dan op dat de vragen het gesprek gaande zullen houden.
  • Als iemand het te pijnlijk vindt om te antwoorden, vraag dan niet door. De kans is groot dat hij of zij er later op terugkomt en dan alsnog wil antwoorden.
  • Probeer de volgorde van de thema’s en vragen aan te houden, er zit een logische opbouw in.
  • Het wisselt sterk hoelang een gesprek duurt. Sommigen hebben aan anderhalf uur genoeg, anderen hebben meerdere sessies nodig of geven er de voorkeur aan het interview over meerdere gesprekken te spreiden.
  • Toon je nieuwsgierig, respectvol, tolerant en dankbaar.

Essentiële vragen

Dit zijn in vier thema’s de belangrijkste vragen om aan je ouders te stellen in het gesprek:

1. Ontwikkeling

Van de geboorte en het gezin tot woonplaatsen en vriendjes.
Welke (koos)namen kreeg je? Was je gewenst? Welke plaats in het gezin had je en welke invloed had dat? Had je een eigen kamer? En woonde het gezin altijd op dezelfde plek? Wie waren goede vrienden en waarom? En wat of waarmee speelde je graag?

2. Bezigheden

Van school, opleiding en activiteiten, dromen en overtuigingen, successen en teleurstellingen.
Kon je goed leren of was het vooral ploeteren? Wat wilde je graag worden in die tijd? Wat waren de verwachtingen en wat werd het uiteindelijk? Wat gebeurde er allemaal naast school en/of opleiding? Wat waren talenten of juist handicaps? Hoe werden hoogtijdagen gevierd en vakanties besteed?

3. Relaties

Met elkaar, eerdere liefdes, en met de kinderen zelf.
Hoe hebben jullie elkaar ontmoet? Waarom kozen jullie voor elkaar? Waren er eerdere/andere liefdes? Als ze niet samen zijn gebleven: waarom ging het mis? Hoe verliep het proces van kinderen krijgen? Wie zijn je beste vrienden en waarom? En ook: waar geloof je in, waar sta je voor, wie zijn voorbeelden of helden?

4. Welzijn

Fysieke en mentale gezondheid.
Worstelde je als kind met mentale of fysieke klachten? Hoe ontwikkelde je je op dat gebied? Zijn er cruciale dingen gebeurd die invloed hebben (gehad) op je welzijn? Komen er bepaalde ziektes voor in de familie? Wat waren de meest ingrijpende verliezen en wat de gelukkigste momenten? En wat heb je geleerd dat je graag zou willen doorgeven?

Tot slot: heb jij als ouder de behoefte om je levensverhaal te delen, maar zijn je kinderen er nog niet aan toe je te interviewen, gebruik dan het schema als leidraad om je eigen verhaal op te schrijven en vertel je kinderen waar ze dat kunnen vinden.

Het kan op een later moment zeer waardevol zijn voor hen om jouw geschiedenis alsnog te leren kennen. Overigens, voor jezelf kan zo’n schriftelijk zelfinterview ook zeer verrijkend en inzichtgevend zijn.