‘Mijn moeder en ik gingen met de trein naar Amsterdam,’ vertelt Ilse Stempher. ‘Ik weet nog dat ik klamme handen had van de zenuwen. Wat als mijn implantaat niet zou werken? In het ziekenhuis vroeg de audioloog of ik er klaar voor was. Dat was ik. Hij waarschuwde nog dat ik na het aansluiten van de elektroden heel zachtjes moest praten, maar natuurlijk vergat ik dat. Toen ik begon te praten, schrok ik dus vreselijk van mijn eigen stem, ook omdat ik die al jaren niet had gehoord. Maar het was ­geweldig om weer al die geluiden te kunnen ­horen. Ineens realiseerde ik me wat ik allemaal had gemist.’

Stille hond

Als Ilse Stempher me binnenlaat, staat er een concert-dvd van de Nederlandse band Kane op, op een bescheiden geluidsniveau. ‘Melk en suiker?’ vraagt ze even later – duidelijk verstaanbaar – vanuit de keuken. Ik hoef mijn stem niet te verheffen om haar te antwoorden. Toch werd Ilse geboren met een ernstige gehoorstoornis. ‘Toen ik ongeveer een half jaar oud was, kwamen mijn ouders erachter dat ik vrijwel niks hoorde. Ik reageerde totaal niet als onze hond blafte of als mijn moeder de stofzuiger aanzette.’

Via de huisarts kwamen haar ouders terecht

Log in om verder te lezen.