‘We woonden nog maar een paar maanden samen toen ik op een avond thuiskwam van mijn horecabaantje en Dave* kwaad op me zat te wachten. Hij had iets in mijn dagboek gelezen wat hem niet aanstond.

Breinsporen van mishandeling

Breinsporen van mishandeling

Kindermishandeling laat fysieke sporen na in het brein.

Lees verder

Toen ik kwaad werd en riep dat hij mijn privacy had geschonden, werden zijn ogen zwart. Ja, zo zag het er echt uit; het was angstaanjagend. Ik deinsde achteruit. Toen ik uit angst naar boven rende, kwam hij achter me aan.

Het geluid van zijn roffelende legerkistjes op de trap – Dave was militair en had zijn legeroutfit nog aan – vergeet ik nooit meer. Hij was ziedend en gaf me een schop tegen mijn enkel en een klap op mijn dijbeen. Al mijn kleren trok hij van mijn lijf, tot ik alleen nog mijn witte blouse aanhad.

Als ik aan dat moment terugdenk, zie ik mezelf in flitsen: half terugvechtend, volslagen in paniek. Alsof ik plotseling werd gebeten door mijn lievelingshond.

Pas toen ik me losworstelde en de straat op rende, werd Dave rustiger. Hij zei dat hij spijt had en niet de bedoeling had gehad me pijn te doen. Die nacht hadden we goedmaakseks. Ik hield zoveel van hem dat ik zijn sorry graag accepteerde.

Mysterieus

We leerden elkaar kennen in 1997, in het uitgaansleven van Middelburg. Ik was 19, hij was tien jaar ouder en een begeerde vrijgezel.

Slank, een kaalgeschoren legerkoppie, ondeugende ogen, vol zelfvertrouwen en bravoure. Hij was echt een mán, ik nog maar een meisje en erg onzeker bovendien. Ik vond mezelf weinig waard en keek tegen hem op.

Er gingen verhalen rond dat hij zich omringde met vrouwelijk schoon en niet aan relaties deed, dus hij had iets onbereikbaars en mysterieus. Ik voelde me dan ook gevleid toen hij mij leuk bleek te vinden. Al na een maand verruilde ik mijn kamer voor zijn eengezinswoning.

Snel na die eerste keer kregen we opnieuw ruzie over iets onbenulligs. Hij pakte me bij mijn pols en draaide tot ik voelde dat hij brak. Dave bracht me naar het ziekenhuis.

Tegen de arts loog ik dat ik was gevallen over het kleed in de keuken. Mijn familie vertelde ik hetzelfde. Als ik mijn ouders of vrienden eerlijk zou vertellen wat er aan de hand was, zouden ze me vast proberen te overtuigen bij Dave weg te gaan en ik wilde hem niet kwijt.

Natuurlijk wist ik wel dat zijn gewelddadige gedrag niet goed was, maar daarna had hij steeds spijt en was juist heel lief voor me.

En omdat we meestal ruzie kregen op momenten dat ik tegen hem durfde in te gaan, verweet ik het mezelf: ik ook altijd met mijn grote bek. Ik maakte mezelf wijs dat het allemaal wel meeviel, zelfs toen hij een deur tegen mijn zwangere buik aan knalde.

Nog maar een schim door huiselijk geweld

Na de geboorte van onze zoon begin 1999 verhuisden we voor zijn werk naar Kampen. Ik kende er niemand en voelde me eenzaam.

Dave had enorm ruziegemaakt met mijn beste vriend en hem de deur gewezen. Ook vriendinnen zag en sprak ik nauwelijks nog. Ik had daar geen werk, geen eigen geld, geen bankpasje en geen mobiele telefoon.

Dave vond dat een vrouw thuis moest blijven bij haar kind en omdat ik zelf ook uit een traditioneel gezin kwam, volgde ik daarin. Ik zorgde dat het huis schoon en netjes was, dat het eten klaarstond als hij thuiskwam, dat de tafel precies goed gedekt was. Alles om er maar voor te zorgen dat hij rustig bleef.

Inmiddels liep het ongeveer twee keer per maand uit op fysiek geweld. Tijdens het schoppen en slaan leerde ik te ontsnappen aan mijn lichaam en me geestelijk terug te trekken in een wereld waar geen pijn was; ik dissocieerde.

Daardoor kon ik fysiek veel hebben. Het psychische geweld was heftiger. Op sommige momenten brak hij me tot op de grond toe af door te zeggen dat ik lelijk en dik was en nergens voor deugde.

Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest
Training

Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest

  • Leer je omgaan met overprikkeling en overspoeling 
  • Ontwikkel je meer lichaamsbewustzijn
  • Creëer je meer balans met behulp van de polyvagaaltheorie
Bekijk de training
Nu maar
69,-

Het vrat me van binnen op en na een tijdje was ik nog maar een schim van de vrouw die ik geweest was. Ik had veel hoofdpijn, at en sliep nauwelijks, zorgde slecht voor mezelf en had weinig energie. Soms zat ik in mijn eentje op de grond tegen de verwarming te huilen.

Een collega van Dave en diens vrouw kregen op een gegeven moment in de gaten dat er iets speelde. Als ze kwamen eten, zagen ze aan mij hoe rusteloos ik werd zodra Dave thuiskwam. Hoewel ik mijn hart had afgesloten voor de buitenwereld bleven ze te zeggen dat ik altijd bij hen kon aankloppen als er iets was.

Toch durfde ik zelfs hen niet in vertrouwen te nemen over het huiselijk geweld. Hoe had ik kunnen uitleggen waarom ik zijn gedrag accepteerde? Dat mijn grenzen en zelfliefde zó vervaagd waren, dat ik toestond dat hij me keer op keer pijn deed?

Ik denk dat alleen vrouwen die zelf ook huiselijk geweld hebben meegemaakt, kunnen begrijpen hoe complex zo’n situatie is. Hoe verstrikt je raakt in een kluwen van angst, schaamte en schuldgevoel. Je ziet écht geen uitweg.

Een ander leven

De ommekeer kwam toen ik op een dag zijn mobiele telefoon gebruikte en een sms’je vond van een andere vrouw: ze had het zo fijn gevonden hem weer te zien.

Ik raakte volledig in paniek: o nee, nu gaat hij bij me weg. Acuut kreeg ik gillende migraine en kotste de hele badkamer onder. Ik voelde me volkomen van hem afhankelijk; ik dacht dat ik zonder hem niet kon bestaan. Hij was mijn mentor, minnaar en man tegelijk.

Later bracht het me toch aan het twijfelen over ons leven samen. Door de mogelijkheid dat hij ons zou kunnen verlaten, durfde ik mezelf vragen te stellen. Hield hij eigenlijk wel écht van ons? Wilde ik dit voor mijzelf en mijn kind? Hoe zou ik verder kunnen gaan als hij zou vertrekken? Langzaam doemde in mijn hoofd de mogelijkheid van een ander leven op.

Op een avond aan het einde van datzelfde jaar, tijdens een zoveelste gevecht, knapte er iets bij mij. Voorheen was het ‘klappen en weer door’, maar nu voelde ik: als ik hier nog langer blijf, ga ik dood – letterlijk of figuurlijk.

Eindelijk durfde ik die collega van Dave te bellen: “Je moet me nú komen halen.” Hij kwam, pakte spulletjes in voor mij en mijn baby en we vertrokken. Dave reageerde amper. Kennelijk was het voor hem ook klaar.

Ik trok een tijdje in bij mijn ouders. De eerste weken lag ik alleen maar in bed en werd steeds stiller en magerder. Stapje voor stapje vertelde ik wat er was gebeurd, maar niet tot in de details. Mijn ouders waren erg verdrietig.

Ze hadden het gevoel dat ze tekort waren geschoten omdat ze het niet hadden gezien. Ook begrepen ze niet waarom ik hen niet in vertrouwen had genomen. Dat ís ook moeilijk uit te leggen en te begrijpen. Nu nog zie ik de pijn op hun gezicht als we het erover hebben.

Dave zocht nauwelijks contact. Een keer belden zijn ouders de mijne op om te vertellen dat het allemaal mijn schuld was. Dat voelde intimiderend. Natuurlijk moest er telefonisch overleg zijn om de echtscheiding te regelen, maar dat nam mijn vader op zich.

Ik heb later weleens gedacht dat ik aangifte had moeten doen, want geen man mag wegkomen met mishandeling. Maar destijds wilde ik alles zo snel mogelijk achter me laten en mijn leven weer opbouwen.

Ik had eindelijk rust en wilde geen gedoe meer. Daarom eiste ik zelfs geen alimentatie. Dave kwam nog op de eerste verjaardag van onze zoon, maar dat was zo’n ongemakkelijke situatie dat hij al snel vertrok. Daarna bleef het stil.

Na lang aarzelen durfde ik hem op een gegeven moment op te bellen om te vragen of hij contact met zijn zoon wilde, maar daar zag hij van af. Het jaar erna kwam er nog een kerstkaart met daarop zijn naam en die van de vrouw van de sms. Dat was het laatste wat ik van hem hoorde.

Vaak angstig

Het is inmiddels twintig jaar geleden en met behulp van therapie heb ik kunnen accepteren wat er is gebeurd. Mijn enkel en pols zijn diverse keren gebroken geweest en nooit meer goed geheeld.

Met hulp van een traumatherapeut heb ik de pijn kunnen loskoppelen van de herinneringen, waardoor die niet steeds weer een rol spelen als ik bijvoorbeeld door mijn enkel zak. Maar ik ben nog steeds vaak angstig en dat zal misschien nooit meer helemaal overgaan.

Ik kan er niet tegen als een van mijn kinderen achter me aan de trap op rent en harde geluiden of geschreeuw verdraag ik niet. Vorige week bijvoorbeeld lieten mijn huidige man Alex en onze dochter me even schrikken met een onschuldig: “Boeh!” Ik was volledig over mijn toeren.

Zo’n tweeënhalf jaar nadat ik was weggegaan bij Dave kregen Alex en ik een relatie. Hij was de beste vriend van mijn broer, dus we kenden elkaar al sinds onze jeugd.

Dat maakte het voor mij makkelijker om hem te vertrouwen. Alex is als een vader voor mijn zoon – die noemt hem ook “papa” – en samen kregen we nog een zoon en een dochter.

In het begin van onze relatie heb ik hem behoorlijk uitgetest, overigens zonder dat ik me daarvan bewust was. Ik zocht vaak de confrontatie, alsof ik wilde zien of hij me zou slaan.

Gelukkig doorzag hij dat en zei hij steeds dat hij van me hield en me niets zou aandoen. Maar het duurde jaren voor ik écht de verbinding met hem kon aangaan en nog steeds heb ik daar op sommige momenten moeite mee.

Diep geraakt

Het klinkt misschien stom, maar toen mijn zoon nog klein was, vond ik het lastig dat hij en Dave dezelfde voeten hebben. Elke keer als ik zijn voeten zag, raakte me dat.

Gelukkig is hij een rustige, gelijkmoedige jongen. Toen hij ouder werd, heb ik hem verteld wat mij is overkomen. Zo feitelijk mogelijk en vanuit mezelf, dus zonder te schelden op zijn vader.

Drie jaar geleden, op zijn 18e, zocht hij uit eigen beweging contact met Dave. Hij zei dat hij nieuwsgierig was en hem dingen wilde vragen. Dave stuurde een berichtje terug: “Uit mijn verhalen gaat je moeder niet goed naar voren komen.”

Mijn zoon antwoordde dat ik al die jaren nooit iets slechts had gezegd en dat hij van Dave hetzelfde verwachtte. Direct was het over en uit.

Nog niet zo lang geleden heb ik zelf ook contact met Dave gezocht. Ik was met een vriendin uit eten en vertelde haar dat het verleden nooit uit mijn hoofd is en dat ik soms zo’n behoefte voel om hem vragen te stellen.

“Waarom stuur je hem niet een bericht?” zei ze. Ik waagde het erop: “Hallo Dave, ik zou graag met een open hart met je willen praten, want ik heb veel vragen. Sta je daarvoor open?” Hij stuurde maar één woord terug: “Nee.”

Die afwijzing raakte me diep. Hij heeft het gore lef gehad mij dit aan te doen, iets waarvan ik fucking twintig jaar later nog last heb, waar mijn man en kinderen de gevolgen van ondervinden, en dan deze nee?

Daar word ik nog steeds emotioneel van. Ik wilde hem vragen: waarom? Ik hield van hem, waarom behandelde hij me zo? En ik wilde een keer mijn woede naar hém toe uiten, in plaats van die altijd alleen met me mee te moeten dragen. Misschien dat ik het dan eindelijk écht zou kunnen afsluiten.’

*Om privacy-redenen is Dave een gefingeerde naam.

www.safewomen.nl

Uit zo’n relatie stappen is moeilijk

Partnergeweld komt in alle lagen van de bevolking voor, maar vrouwen worden zesmaal vaker slachtoffer dan mannen, weet pedagoog Nicole van Gelder (30), promovenda aan het Radboudumc. Zij doet onderzoek naar partnergeweld en online hulp voor slachtoffers van huiselijk geweld.

Bij de daders spelen onzekerheid, eerder trauma en machteloosheid vaak een rol. ‘Ze hebben bijvoorbeeld in hun jeugd niet geleerd hun frustraties of emoties op een goede manier te uiten.

Dan is het moeilijk om dat als volwassene anders te doen.’ Een deel van de slachtoffers heeft als kind huiselijk geweld meegemaakt en loopt daardoor extra risico om in een gewelddadige relatie terecht te komen.

Gemiddeld wordt er pas na 35 geweldsincidenten aangifte gedaan. Er zijn allerlei redenen waarom het heel moeilijk is om uit zo’n relatie te stappen of hulp te zoeken. Zo heeft het slachtoffer vaak een lage eigenwaarde door de psychische mishandeling waarmee het fysieke geweld doorgaans gepaard gaat.

Daardoor denken ze dat het hun eigen schuld is en dat ze het kunnen stoppen door zich steeds maar aan te passen. ‘Dat zeggen daders vaak ook: als jij dit niet zou doen, zou ik niet zo kwaad op je worden. Pure victim blaming, natuurlijk.’

Ook schaamte kan een rol spelen, net als zorgen om de kinderen of financiële problemen. Bovendien houden slachtoffers soms nog van hun partner. ‘Deze groep wil niet per se weg, maar vooral dat het geweld stopt.’

Voor haar onderzoek ontwikkelde Van Gelder met collega’s een online platform waar vrouwen 24 uur per dag anoniem terechtkunnen. De hoop is dat dit de drempel om hulp te zoeken verlaagt en de eerste resultaten zijn hoopvol.

‘Zeker in coronatijd is dat extra van belang omdat partners meer op elkaars lip zitten en slachtoffers sneller geïsoleerd kunnen raken.’ Vrouwen vinden er informatie over de kenmerken van een ongezonde relatie en hoe ze hulp kunnen krijgen. Ook ze kunnen vragen stellen.

Van Gelder: ‘En heel belangrijk: er zit een exit-knop op zodat ze de pagina snel kunnen wegklikken.’