Zoals laatst, toen ik werd gebeld door een journalist van een radioprogramma. Ik had geen tijd dus ik verwees hem door naar een collega. Later zag ik op Facebook haar link naar het interview, dat erg goed was. Dus spontaan typte ik eronder dat hij mij ook had gebeld en ik geen tijd had, en dat ze het keigoed had gedaan.

‘Er mag best meer tegen mij geslijmd worden!’

‘Er mag best meer tegen mij geslijmd worden!’

Roos Vonk is gespecialiseerd in eerste indrukken. Ze werd anderhalf jaar geleden benoemd tot hoogler...

Lees verder

De volgende dag viel het me op dat niemand daarop had gereageerd. Aauw, schoot het meteen door me heen: stommerd! Ik had nooit moeten zeggen dat hij eerst bij mij kwam, alsof zij tweede keus was. Wat bezielde me? Wat een staaltje tactloze ijdelheid, wat onaardig tegenover haar.
Of ze het echt zo heeft ervaren weet ik niet; ik ga het natuurlijk niet vragen (‘Je vond mijn reactie niet te narcistisch, toch?’) of corrigeren (‘Maar jij hebt het zo goed gedaan, veel beter dan ik had gekund!’). Dan maak je het alleen maar erger. Dus dit zijn dingen die je nooit te weten komt en die lang aan je kunnen knagen. Nu heb ik een gezonde zelfwaardering, dus na een zelfvermaning kom ik er wel weer overheen. Maar mensen die gevoeliger zijn op dit vlak kunnen eindeloos malen over wat het betekent dat iemand je géén feedback geeft.*
Als je niet blaakt van zelfvertrouwen is bevestiging belangrijk voor je, dus het zal je sowieso eerder opvallen, en je zult al gauw denken: ze vonden het vast niks. Ik gaf ooit, aan het begin van mijn wetenschappelijke carrière, een lezing op een internationaal congres. Daar was ook een collega die ik van een eerder congres kende. Na afloop hoopte ik dat ze naar me toe zou komen om iets te zeggen over mijn presentatie. Niet, dus. Nu, 25 jaar later, weet ik niet eens meer waar mijn lezing over gíng, maar ik ben tot op de dag van vandaag overtuigd dat ze het knudde vond. Anders zou ze toch wel iets hebben gezegd?
Wat je in feite doet, bij gebrek aan een reactie, is zelf invullen. Zoals bij zo’n testje met onafgemaakte zinnen: Ik ben… Ik vind… Je vult op de puntjes in wat in je eigen hoofd opkomt. Mijn lezing was… knudde, dacht ik. Iemand die heel erg tevreden is met zichzelf had kunnen denken: dat is afgunst van haar, omdat ik zo briljant ben.
Maar de werkelijke oplossing is natuurlijk dat je die puntjes niet zelf invult. Want je hebt gewoon geen enkele informatie over wat erachter zit. Dus: je moet het vragen. Veel mensen staan er nu eenmaal, heel onnadenkend, niet bij stil dat hun reactie ertoe kan doen. Negen van de tien keer is dat de reden. En de tiende keer blijkt dat iemand inderdaad een kritische reactie had, en leer je iets over jezelf.

* M. Cikara, J.S. Girgus, Unpacking social hypersensitivity: Vulnerability to the absence of positive feedback, Personality and Social Psychology Bulletin, 36, (2010)
Roos Vonk is hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en auteur. Meer over zelfkennis schreef ze in Je bent wat je doet (Maven Publishing).