Een puber in huis vraagt om een omslag: in het opvoeden, maar ook in hoe je jezelf en je kind ziet. En dat gaat een stuk makkelijker als je begrijpt hoeveel invloed hormonen en veranderingen in hun brein hebben op hun gedrag.

Waarom blowen zo slecht is voor het puberbrein

Waarom blowen zo slecht is voor het puberbrein

Kan geen kwaad, een jointje roken? Voor pubers wel, zo concludeert een Nederlandse onderzoeker. Zelf...

Lees verder

De volgende stap is om opnieuw naar grenzen en regels te kijken én de positieve kanten te ontdekken van deze fase. Zo komen jullie beiden zonder al te veel ruzies het groeiproces door dat draait om losmaken en loslaten.

1. Impulsief gedrag

Je kind lag net nog op de bank een proefwerk voor te bereiden, maar wil door een appje nú naar vrienden toe.

Waar komt het door? Hormonen beïnvloeden de hersengebieden die over emoties gaan (het limbisch systeem), waaronder het beloningscentrum.

Het vooruitzicht van nu ‘iets leuks’ werkt als een enorme trigger, terwijl het controlecentrum (de prefrontale cortex), dat gaat over rationeel denken en lange-termijn-beloning (‘Is uitgaan wel slim als ik morgenvroeg een proefwerk heb?’) nog niet volgroeid is.

Advies: ‘Speel zelf voor controlecentrum,’ zegt Neve. ‘Probeer je kind met voorbeelden verbanden te laten leggen tussen nu iets doen en de gevolgen voor later. Wil hij/zij het dan nog steeds? Waarschijnlijk wel.

Wat natuurlijk niet wil zeggen dat het dan ook mag – dat ligt aan de situatie en aan de regels die je hebt gesteld. Maar door erover te praten, help je ze in elk geval bij het oefenen met actie en gevolg.’

2. Gevaarlijke dingen doen

‘Wat ben je laat, waar kom je vandaan?’
‘Ik was in het Vondelpark met een vriendin.’
‘Om twee uur ’s nachts?!’

Waar komt het door? Omdat het controlecentrum in hun hersenen nog niet is volgroeid, schatten pubers gevaarlijke situaties nog niet goed in.

Voor een puber is het daardoor niet per se logisch dat je ’s nachts niet in een park moet hangen. In een groep wordt het controlecentrum nóg sneller overruled door het tijdelijk overactieve sociaal-emotionele deel in de hersenen.

Advies: ‘Leg uit wat de mogelijke risico’s zijn en hoe ongerust je dus was,’ zegt Neve. ‘Dat komt echt wel aan, al krijg je misschien alleen een “duh” te horen.

Ga in elk geval niet mee in de verharding of onverschilligheid die je bij je puber ziet. Door te reageren met: “Zoek het dan maar zelf uit” duw je je kind alleen maar verder van je af.’

3. Wisselende stemmingen

Blijdschap, verdriet, maar ook verliefdheid en liefdesverdriet wisselen elkaar in sneltreinvaart af.

Waar komt het door? Hormonen en dus ook geslachtshormonen draaien op volle toeren en de emotionele schommelingen die daarbij horen, kunnen jaren duren. Relativeren is nog lastig en het sociaal-emotionele deel van het brein is overactief: onrust verzekerd.

Advies: ‘Luister, en bagatelliseer niet. Denk terug aan hoe het voor jezelf was en waaraan je toen behoefte had. Deel dat eventueel met je kind. En wees niet verbaasd dat alles een half uur later weer goed is. Beweeg mee met wat er gebeurt.’

4. Slaaproblemen

Je puber is ’s avonds niet naar bed te krijgen en er ’s morgens niet uit te branden.

Waar komt het door? Het slaaphormoon melatonine wordt later afgegeven dan bij een jong kind omdat het lichaam zich voorbereidt op een volwassen slaappatroon.

Tegelijkertijd hebben pubers meer slaap nodig vanwege de enorme groeispurt die gaande is. Een flinke disbalans dus.

Advies: ‘Help je kind een gezond slaapritme te vinden,’ zegt Neve. ‘Leg uit dat met name online prikkels, zoals social media, bij iedereen tot slaapproblemen kunnen leiden.

Spreek bijvoorbeeld af dat je op weekdagen na tien uur ’s avonds de telefoon in een afgesloten la legt. Stimuleer overdag sporten en laat je puber in het weekend lekker uitslapen.’

5. Grenzen opzoeken

Je puber komt te laat thuis, heeft een joint gerookt of ‘vergeet’ steeds een skatehelm op te zetten.

Waar komt het door? De grenzen opzoeken hoort bij het losmakingsproces: een van de belangrijkste ontwikkelingstaken in de puberteit. Steeds weer test een puber wat de consequenties zijn. Om de volgende keer dezelfde óf slimmere keuzes te maken.

Advies: ‘Constateer rustig wat er is gebeurd en wat je daarvan vindt. Geef aan welk gedrag er moet veranderen. Koppel daar logische en leerzame consequenties aan.

Training Positief opvoeden voor puberouders
Training

Training Positief opvoeden voor puberouders

  • Positief contact maken met je kind
  • Omgaan met je eigen emoties én die van je kind
  • Afspraken maken en grenzen stellen
Bekijk de training
Nu maar
79,-

Op die manier wordt het niet “straffen om het straffen” maar leert een puber wat de gevolgen zijn van zijn of haar daden. Als je kind steevast te laat thuiskomt, kun je bijvoorbeeld afspreken dat jij hem of haar ophaalt of de skatehelm wel even komt langsbrengen – veel pubers vinden dat echt niet leuk.’

6. Zwart-witdenken

‘Ik háát die leraar’ en: ‘Billie Eilish is amááázing.’

Waar komt het door? Door de rijping van de hersenen en het ontstaan van nieuwe inzichten gaan pubers hun omgeving kritischer bekijken. Door zwart-witdenken houden ze het overzichtelijk in hun hoofd.

Advies: ‘Zie de humor in van die overdreven uitspraken. Zeg er alleen iets van als het echt te ver gaat en laat het anders aan je voorbijgaan. Even hummen en samenvatten wat je puber heeft gezegd is meestal genoeg.’

7. Onzekerheid en angst

Je puber staat continu voor de spiegel, krijgt een huilbui tijdens het omkleden of heeft opeens ‘gewoon geen zin meer’ in dat feestje.

Waar komt het door? Een puber vindt de mening van de peer group (leeftijdgenoten) steeds belangrijker worden. Zijn hele identiteitsontwikkeling gaat hiermee gepaard: wie ben ik los van mijn familie, hoe wordt er op mij gereageerd? Dat is een voorbereiding op de stap naar een wereld vol onbekenden.

Advies: ‘Help je puber aan een positiever zelfbeeld door sterke kanten te benadrukken en complimenten te geven,’ stelt Neve. ‘Probeer bij ruzies te voorkomen dat je het persoonlijk maakt.

Want je kind heeft het nu extra hard nodig om zich geliefd en waardevol te voelen. Zeg dus niet: “Wat ben je toch dwingend”, maar: “Dat gedrag tolereer ik niet van je.”’

Tischa Neve is kinderpsycholoog en opvoedkundige

Puberwereld

De online training Positief opvoeden voor puberouders neemt je mee in de wereld van pubers. Je leert meer over het puberbrein, hoe je (weer) op een positieve manier contact maakt met je kind én hoe je duidelijke grenzen stelt.