Kinderen die zich het ziekenhuis in drinken – het was deze zomer weer voorpaginanieuws. De recentste cijfers zijn dan ook verontrustend: in 2010 werden 684 tieners jonger dan 17 jaar opgenomen met een alcoholvergiftiging. Een toename met 37 procent ten opzichte van 2009.

Training Positief opvoeden voor puberouders
Training

Training Positief opvoeden voor puberouders

  • Positief contact maken met je kind
  • Omgaan met je eigen emoties én die van je kind
  • Afspraken maken en grenzen stellen
Bekijk de training
Nu maar
79,-

Let wel: we hebben het hier echt over ziekenhuisopnames. Over kinderen dus die zich bewusteloos hebben gezopen – wat volgens artsen ongeveer hetzelfde effect heeft als een mep met een honkbalknuppel op je hersenpan. Kinderen die konden worden afgehandeld door de eerstehulppost of huisarts zijn niet meegeteld. Laat staan de talloze lamzakken die ‘alleen maar’ elke zondag met een kater op de bank hangen.

Terwijl ook dat ‘gewone’ drinken hersenschade aanricht. Het puberbrein is namelijk nog volop in ontwikkeling, en daardoor (nog) meer dan volwassen hersenen gevoelig voor de verstorende werking van alcohol. Dat komt onder andere doordat drank een versterkend effect heeft op het ‘snoeiproces’ dat de hersenen tijdens de puberteit inricht voor volwassen-efficiënt gebruik. Oftewel: alcohol maakt dat er ook hersenverbindingen worden opgeruimd die beter behouden hadden kunnen blijven. Een puber hoeft zich daar niet eens voor te bezatten.

Heel gewone kinderen

Toch zijn het vooral de ‘comazuipers’ die de aandacht trekken. De kinderen die op zaterdag als vwo’er naar een feestje gaan en op maandag met een vmbo-niveau van het infuus af mogen. Wat bezielt ze in vredesnaam?

Daar valt helaas weinig zinnigs over te zeggen. Sinds 2007 wordt van elk kind dat in Nederland in een ziekenhuis is opgenomen met een alcoholvergiftiging een reeks gegevens geregistreerd, maar dat heeft tot nu toe vooral een verontrustend normaal plaatje opgeleverd. Het zijn niet speciaal schoolverlaters of kinderen uit gebroken gezinnen die zich klemzuipen, en nog minder de Marokkaantjes die anders zo makkelijk de schuld krijgen. De meeste comazuipers komen uit een gemiddeld wit gezin met twee ouders en een labrador. Ze gaan gemiddeld net zo vaak naar het vmbo of het gymnasium als hun leeftijdgenoten, en er zijn vrijwel net zo veel meisjes als jongens bij.

Valt er dan misschien iets te zeggen over hun persoonlijkheid? Volgens onderzoeker Jeroen Lammers van het Trimbos-instituut wel – maar met de nadruk op iets. Lammers doet onderzoek naar de werking van Preventure, een preventieprogramma voor binge drinking (in korte tijd vijf of meer glazen drinken) in het middelbaar onderwijs. Hij selecteert de deelnemers op grond van vier persoonlijkheidsprofielen: pubers die vaak angstig zijn; pubers die hoog scoren op negatief denken; sensatiezoekers; impulsieve types. Van alle vier is bekend dat ze de neiging hebben jong met alcohol te beginnen of te veel te drinken.

Allemaal potentiële comazuipers, zou je zeggen. Alleen: bijna de helft van de scholieren blijkt hoog te scoren op een van die vier ‘risicoprofielen’. Waardoor je weliswaar beter begrijpt hoe het komt dat maar liefst 60 procent van de 16-minners al weleens alcohol drinkt, en ook dat driekwart daarvan aangeeft dat geregeld te doen in de vorm van binge drinking. Maar waarom een piepklein deel van deze pubers drank naar binnen giet tot ze bewusteloos zijn, dat verklaart dit risicomodel niet.

Stoer gedrag

Misschien moeten we de interesse dus wel verleggen van de vraag ‘Waarom drinken sommige pubers zich het ziekenhuis in?’ naar de vraag ‘Waarom zijn er zo veel pubers die stevig drinken?’

Hersenonderzoek geeft een begin van een antwoord, namelijk dat het puberbrein behoorlijk uit balans is. ‘Onder invloed van hormonen groeien de hersendelen die te maken hebben met het verwerken van emoties, sneller dan de hersendelen die te maken hebben met controle,’ zegt Berna Gürog?lu, universitair docente en onderzoekster aan de Universiteit Leiden. ‘Dat maakt dat adolescenten zich sterker door emoties laten leiden dan volwassenen. Ze zijn veel gevoeliger voor beloningen op de korte termijn.’ En: ‘Voor adolescenten is het vreselijk belangrijk wat hun leeftijdgenoten van ze vinden. Als hun peer group alcohol stoer vindt, is drinken dus heel belonend.’

En dat is iets wat de drankindustrie maar al te goed weet. Die heeft haar pijlen bewust op pubers gericht, daarover zijn de onderzoekers in dit artikel het wel eens. ‘Sinds kort mogen drankcommercials niet meer voor negen uur ’s avonds op tv, maar er was nog nooit zoveel drankreclame tussen negen en tien als sinds dat verbod,’ signaleert bijvoorbeeld communicatiewetenschapper Joris van Hoof van de Universiteit Twente.

En wat te denken van de introductie van light-versies van reeds bestaande drankjes, met een alcoholpercentage dat nog nét verkocht mag worden in de supermarkt? Heel handig, want daar worden jongeren minder vaak met de leeftijdsvraag lastiggevallen dan bij de slijter.

Gezellig glaasje

Kort samengevat: het is de schuld van het kortzichtige puberbrein aan de ene en de doortrapte industrie aan de andere kant. Met de ouders als machteloze toeschouwers. Ja?

Nee! Want daarbij gaan we voorbij aan de vraag wat maakt dat speciaal alcohol zo cool is. Waarom drinken voor pubers haast symbool staat voor volwassenheid. Daar mogen we best wat meer over nadenken, vindt Rutger Engels, hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. ‘Want juist ouders spelen een cruciale rol als het om het drinkgedrag van kinderen gaat. Alles wat zij doen heeft op kinderen een normatief effect. Hoe meer er thuis gedronken wordt, hoe eerder een opgroeiend kind dus gaat drinken.’

En dan heeft hij het niet alleen over alcoholistische ouders. Sterker: een verslaafde pa wil ook nog weleens afschrikwekkend werken. Terwijl geen alcoholcommercial op kan tegen ouders die iedere avond gezellig de dag doornemen boven een flesje wijn. Engels: ‘Juist dát straalt uit dat drinken heel belonend is.’

Maar betekent dat dan dat ouders niet eens meer dat ene ontspannende glaasje bij de maaltijd mogen drinken? Dát gaat ver! ‘Hoor je wel wat je zegt?,’ antwoordt Engels. ‘Ontspannend. Dát straal je dus uit tegenover je kind. Dat drinken relaxt. Dat het er gezelliger van wordt. Vind je het vreemd dat ze er prettige associaties bij hebben?’

Toch geeft de hoogleraar toe dat hij ook weleens een wijntje bij het eten neemt. ‘Maar dan zeg ik wel tegen mijn zoon: “Jij mag pas als je 18 bent.” En als je dát in ieder geval consequent volhoudt, heb je ook al een enorme gezondheidswinst behaald.’

Maar keihard verbieden – pikken pubers dat wel van hun ouders? Trimbos-onderzoeker Lammers moet een beetje lachen om die vraag. Je zou je verbazen over wat pubers pikken van hun ouders, zegt hij. ‘We zijn het sinds de jaren zestig een beetje vergeten, maar recent onderzoek heeft aangetoond dat zij die duidelijkheid juist fijn vinden. Kinderen hebben behoefte aan begrenzing. Regels stellen over alcohol wérkt, heus.

Verbieden – kan dat dan?

Duidelijke regels blijken echt te werken. Op www.uwkindenalcohol.nl geeft het Trimbos-instituut tips voor wie daar hulp bij nodig heeft. Plus informatie om je kind te helpen met ‘nee’ zeggen tegen leeftijdgenoten die wél drinken.