Onnodig uitstellen komt zo vaak voor, dat er zelfs een woord aan gegeven is: procrastineren. Als iets lastig is, of gewoon niet leuk genoeg, schuiven we het maar wat graag voor ons uit. Met een scala aan smoezen overtuig je jezelf waarom het beter is om volgende week pas te stoppen met roken, in de administratie te duiken of aan een studie te beginnen.

‘Tijd is iets waarvan we steevast het gevoel hebben dat er later meer van zal zijn,’ weet psycholoog Roos Vonk. ‘Dat is opmerkelijk wanneer je bedenkt dat er met iedere dag minder tijd over is voor de rest van je leven. Met de gedachte dat ‘later’ een beter moment is, en andere sprookjes, beschermen we het beeld van onszelf als redelijke mensen. Door tegelijkertijd het zinnige gedrag voor ons uit te schuiven, hoeven we het ongemak daarvan niet aan te gaan.’

Averechts

Maar al die trucjes werken juist averechts, zelfs als je het alleen doet om je zo lang mogelijk lekker te voelen. Want: al die tijd dat je iets vervelends voor je uitschuift, of doorgaat met iets fijns wat slecht voor je is, zit het je ergens op de achtergrond toch dwars. Ergens zeurt stemmetje in je achterhoofd dat je je polis even moet checken. En het schuldgevoel dat je je oma nog steeds niet hebt gebeld, neemt alleen maar toe.

Om te ontsnappen aan de later-illusie is het zaak om het verschil te begrijpen tussen hoe we kijken naar later en nu. We denken bijvoorbeeld dat we later minder zullen voelen én meer tijd zullen hebben. Beide hangen samen met een derde verschil: we denken abstracter over de lange dan over de korte termijn.

Denk je aan de toekomst, dan zie je het grote plaatje: waarden die belangrijk voor je zijn, je doelen, idealen en globale kenmerken van situaties. Op de korte termijn wordt je blik meer vertroebeld door details. Je denkt meer aan hóé je het moet aanpakken en minder aan het doel.

Ook ben je hedonistischer en pragmatischer ingesteld wanneer je denkt aan het hier en nu: is het niet te moeilijk, niet te veel gedoe, is het wel ‘leuk’? Je laat je meer leiden door de specifieke, niet-wezenlijke kenmerken van de situatie.

Tips om het tóch nu te doen

Herkenbaar? Precies. Wat morgen kan, kan nu ook. Echt. Zo doe je dat:

  1. Doe alsof je een buitenstaander bent
    Kijken naar je eigen gedrag, zoals je dat ook bij anderen doet, maakt het beeld dat je hebt van jezelf eerlijker en realistischer. Doe alsof je een buitenstaander bent en kijk niet naar je bedoelingen, plannen, wensen en motieven, maar naar wat je daadwerkelijk doet.
  2. Wees lief voor je toekomstige zelf
    Probeer je toekomstige zelf te zien als iemand om wie je geeft en met wie je het beste voor hebt. Zie je ergens tegenop, vraag jezelf dan af: als ik het uitstel, hoe staat het er dan over een maand voor, of over een jaar? Scroll in gedachten door naar dat latere moment: hoe voel je je dan? 
  3. Tijd kan niet toveren
    Heb je het idee dat er later meer tijd is voor een klus? Ga dan nog eens na of het ook nu zou kunnen? Nee? Oké, dan is dat over een paar maanden waarschijnlijk nog steeds zo.
  4. Maak gedachten over nu en later vergelijkbaar
    Moet je jezelf nu iets ontzeggen om die taak te volbrengen, probeer dan eens om je de latere beloning zo concreet mogelijk voor te stellen. Want hoe heerlijk is het om eindelijk in een brandschone badkamer te douchen, je zorgverzekering voor 2021 geregeld te hebben of na jaren niet meer te roken? Verplaats je in gedachten naar dat moment en visualiseer zoveel mogelijk details.
  5. Houd het langetermijndoel in gedachten
    Wanneer je blootstaat aan verleiding – bijvoorbeeld luieren, eten, vreemdgaan – vertaal dan al het mogelijke gedrag in termen van dat hogere doel. Puffen, hijgen en zweten bij het sporten? Denk dan: ‘Ha, mijn lichaam is hard aan het werk. Ik werk aan mijn gezondheid!’ Spanning bij het stoppen met roken, facebooken of een andere verslaving? Denk dan: ‘Hoe slechter ik me voel, hoe duidelijker het is dat ik het nodig had en dat het goed voor me is.’ Denk aan de bevrijding waar je naartoe werkt. En kost iets je moeite en inspanning, bedenk je dan dat je hierdoor je zelfbeheersing traint. Hoe vaker je dat doet, hoe sterker je zelfbeheersing wordt.