Emotionele gebeurtenissen onthouden we over het algemeen beter dan alledaagse aangelegenheden. Maar het moet niet al te stressvol worden, want dan herinneren we ons weer minder. Onze hormonen spelen hierbij een rol. Grofweg kun je zeggen dat adrenaline, dat direct wordt aangemaakt bij lichte stress, zorgt voor een verbeterde opslag van emotionele herinneringen. Cortisol, dat na zo’n twintig minuten intense stress zijn hoogtepunt bereikt, kan leiden tot verslechtering van het geheugen. Dit laatste zou daarom een belangrijke oorzaak kunnen zijn van geheugenverlies bij mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest
Training

Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest

  • Leer je omgaan met overprikkeling en overspoeling 
  • Ontwikkel je meer lichaamsbewustzijn
  • Creëer je meer balans met behulp van de polyvagaaltheorie
Bekijk de training
Nu maar
69,-

De Amsterdamse psychologe Bernet Elzinga, inmiddels universitair docent aan de Rijksuniversiteit Leiden, bestudeerde de invloed van stress op het geheugen. Ze stelde proefpersonen aan de Amerikaanse universiteit Yale twintig minuten bloot aan stress. ‘Ze moesten onder enorme tijdsdruk vragen beantwoorden die veel te moeilijk voor hen waren. Het waren slimme Yale-meisjes die er veel belang aan hechten om goed te antwoorden.’ Dat de proefpersonen hier inderdaad gestrest van werden, bleek uit de stijging van hun bloeddruk, hartslag en cortisolspiegel. Direct na de stress presteerden ze goed op allerlei geheugentaken, maar de volgende dag bleken ze minder onthouden te hebben dan vóórdat ze aan stress waren blootgesteld. Elzinga: ‘De langetermijnopslag in het geheugen – consolidatie – lijkt dus te zijn verminderd.’

Is betrekkelijk lichte stress dan al voldoende om gegevens minder goed te kunnen onthouden? ‘Het is een relatief verschil: konden de proefpersonen eerst bijvoorbeeld veertien woordjes onthouden, na de stressvolle gebeurtenis waren dat er ongeveer negen’, zegt Elzinga. ‘Het is meetbaar, maar in het dagelijks leven misschien niet direct merkbaar. We lopen tenslotte niet rond met grote gaten in ons geheugen.’

Elzinga deed ook onderzoek bij vrouwen met PTSS. Als zij worden geconfronteerd met nare herinneringen uit hun verleden, stijgt hun cortisolspiegel sterk. Bernet Elzinga concludeert dat het Freudiaanse concept van ‘verdringing’ van traumatische herinneringen niet door onderzoek wordt ondersteund. ‘Er zijn in ieder geval sterke aanwijzingen dat bij trauma’s vergeten het gevolg kan zijn van een puur fysiologisch mechanisme. Dan is het kwalijk om tegen mensen te zeggen: “U verdringt van alles.”‘ (HP)

Searching for amnesia, proefschrift Universiteit van Amsterdam, maart 2002