Meestal waren deze overlevingsstrategieën best effectief in je kindertijd. Maar in je volwassen leven kunnen ze je behoorlijk in de weg staan.

Stap 1.2 De boze- en impulsievekindmodus

Stap 1.2 De boze- en impulsievekindmodus

In de boze- en impulsieve-kindmodus overheersen gevoelens van woede, ergernis, impulsiviteit en kopp...

Lees verder

1. Onderwerping
Je gedraagt je alsof je ouder- of kindmodi waar zijn. Je zet je eigen behoeftes in de koelkast en doet braaf wat anderen graag willen dat je doet. Vaak kom je daardoor bij mensen terecht die anderen – jou dus ook – graag voor hun karretje spannen, waardoor het patroon nog verder wordt versterkt.
Je komt deze overlevingsmodus op het spoor door jezelf af te vragen of je het bij anderen ook normaal zou vinden dat ze al die dingen zouden moeten doen die jij allemaal doet. De eisen die je stelt gelden hierbij namelijk vooral voor jezelf, en niet voor anderen.

2. Vermijding
Je sluit je af voor de pijn en kwetsbaarheid die je modi met zich meebrengen. Je vermijdt moeilijke situaties en gevoelens, bijvoorbeeld door je niet aan anderen te binden, geen risico’s te nemen, te zorgen dat je niemand nodig hebt, door afleiding te zoeken op de computer of door heel hard werken, eten, gokken, sporten, of door gevoelens te dempen met alcohol of drugs.

3. Overcompensatie
Je doet het tegenovergestelde van wat je ouder- en kindmodi zeggen. In plaats van je minderwaardig te voelen blaas je je ego op (narcisme), in plaats van je hulpeloos te voelen zorg je dwangmatig dat je alles onder controle hebt, in plaats van je onbeduidend te voelen trek je alle aandacht naar je toe, in plaats van je schuldig te voelen maak je anderen verwijten, in plaats van je misbruikt te voelen maak je misbruik van anderen.