Als alle inwoners van Nederland op grond van hun status een plaats op deze ladder kregen, waar zou je dan zelf staan?

Het antwoord verraadt je subjectieve sociale status (SSS), de plek die we onszelf op de sociale ladder toekennen. Dat is iets anders dan de objectieve sociale status of ‘OSS’ die beleidsmakers berekenen op grond van opleidingsniveau, inkomen en functie.

Natuurlijk is er een verband tussen beide. Maar voor je objectieve sociale status maakt het bijvoorbeeld niet uit of je baan op de tocht staat, terwijl dat je subjectieve status wél aantast. En recente onderzoeken suggereren dat zo’n lage SSS slechter is voor onze psychische gezondheid dan een lage OSS.

Hoe is dat mogelijk? vroegen Duitse psychologen zich af. Ze lieten daarom 72 proefpersonen kijken naar een ladder die verbeeldde ‘waar mensen in Duitsland staan’. De ene helft moest daarna vier minuten lang zoveel mogelijk verschillen opschrijven tussen henzelf en mensen op de onderste trede, de andere helft de verschillen tussen henzelf en mensen boven aan de ladder. Ook moesten ze opschrijven op welke manier ze zich achtergesteld dan wel geprivilegieerd voelden.

Het effect: proefpersonen die door deze manipulatie tijdelijk een lagere subjectieve sociale status waren gaan ervaren, bleken na die vier minuten beduidend hoger te scoren op een test die ‘depressief denken’ mat. Ze zeiden meer te piekeren en zagen zichzelf minder als waardevol.

The effect of subjective social status on depressive thinking, Psychiatry Research, juli 2016