Mijn tennisleraar speelde ooit op Roland-Garros. Nu staat hij elke woensdagavond op de tennisbaan in Amsterdam en legt mij uit hoe ik ‘door de bal heen’ moet slaan.

Daar staan we: jonge jongen in zijn witte tennisbroek en ik, beetje dikke vrouw van in de 40 zonder enig balgevoel. Ik vraag hem wanneer hij heeft besloten zijn carrière als professional op te geven. Toen hij zich realiseerde dat hij nooit verder zou komen dan de tweehonderd-en-zoveelste plaats op de wereldranglijst.

Het grootste obstakel om te stoppen was dat zijn ouders al zoveel geld in hem hadden geïnvesteerd. Ik had enorm met hem te doen. Maar was hij wel zo zielig? Was het juist niet heel dapper van hem om zijn Wimbledon-droom op te geven?

Ons leven lang krijgen we ingeprent hoe belangrijk het is om doelen te stellen en die te halen. En dus gaan we net zo lang door tot we het hebben, dat zwemdiploma, dat rijbewijs, die promotie, dat kind, die droombaan.

Zelfs als het ten koste gaat van gezondheid of geluk. Want stoppen is voor sukkels. Je droom opgeven wordt in onze maatschappij gezien als een verlies, als falen. Doorzetten daarentegen is voor winnaars.

Onzin, zegt de Amerikaanse therapeut Alan Bernstein, auteur van het boek Weten wanneer je moet stoppen. Onze hersenen zijn juist ingesteld op altijd maar doorgaan. Volhouden kan iedereen, juist stoppen is een kunst.

Hoe lastig stoppen kan zijn, blijkt uit een beroemd geworden experiment van Max Bazerman, hoogleraar aan de Harvard Business School. Hij laat elk jaar zijn studenten bieden op een biljet van twintig dollar. De hoogste bieder krijgt het bankbiljet, maar de een-na-hoogste bieder moet zijn uitgebrachte bod afrekenen zonder er iets voor terug te krijgen.

De meeste mensen houden op met bieden bij ongeveer twaalf dollar, maar er zijn er altijd twee die doorgaan. En precies daar wordt het experiment interessant. Wanneer realiseert de bieder dat hij niet speelt om te winnen, maar om niet te verliezen?

De laatste bieders zijn zo bang om te verliezen, dat ze blijven bieden. Soms betaalt de een-na-hoogste bieder meer dan tweehonderd dollar voor een biljet van twintig dollar, dat naar zijn tegenstander gaat.

Van het gebaande pad

Er is veel onderzoek gedaan naar waarom mensen doorgaan als ze een bepaald pad zijn ingeslagen. Zo ontdekte de in 2014 overleden psycholoog Leslie Reid in zijn onderzoek naar mensen die gokken, dat het menselijk brein is ingesteld op de bijna-overwinning.

We zijn het meest gemotiveerd om door te gaan in het zicht van de eindstreep. Helaas zijn we helemaal niet zo goed in het beoordelen van die bijna-overwinning. Optimistisch als we zijn gaan we door wanneer we eigenlijk zouden moeten stoppen, zo concludeerde Reid.

Relatief weinig onderzoek is er gedaan naar de motivatie om dat pad te verlaten. Waarom blijft de ene vrouw twintig jaar hopen dat haar minnaar zijn vrouw verlaat en zet de ander er direct een punt achter?

Een op de vier promovendi in loondienst promoveert nooit. Maar op welk moment stoppen ze, en waarom? Na hoeveel IVF-pogingen besluit je om die kinderdroom op te geven? Wanneer denk je tot hier en niet verder?

Jaren geleden schreef ik met een collega het boek De huisarts die liever stukadoor was. We spraken daarvoor mensen die een drastische carrièrewissel hadden gemaakt. Wat ons in al die interviews opviel, was hoeveel moeite iedereen had met het loslaten van zijn oude beroep – en dit was nog voor de economische crisis.

Training Houd me vast (voor jou en je partner)
Training

Training Houd me vast (voor jou en je partner)

  • Leer elkaar écht zien en begrijpen
  • Ontdek hoe jullie pijnlijke momenten uit het verleden kunnen loslaten
  • Officiële Emotionally Focused Therapy (EFT) training van Sue Johnson
  • Met het boek Houd me vast van Sue Johnson
Bekijk de training
Nu maar
175,-

Ze maakten zich zorgen over hun financiën, hun identiteit en wat de omgeving zou denken. Al jaren liepen ze met de gedachte rond dat ze in het verkeerde beroep terecht waren gekomen. In het verkeerde leven zelfs. En vaak was er een moment waarop ze wisten dat ze niet verder wilden of konden.

Een helder moment van inzicht. De aanleiding kon van alles zijn. En pas dan realiseerden ze zich dat ze in dat verkeerde leven niet helder konden nadenken over welke kant ze op wilden.

Pas op het moment dat ze rigoureus stopten met wat ze deden, ontstond er ruimte om na te denken over wat ze nu echt wilden in het leven. Ze veranderden niet van carrière omdat ze op een dag wakker werden en dachten: ik ben liever masseuse dan advocaat.

Nee, ze wilden niet langer het leven dat ze hadden. Stoppen met wat ze deden, alle zekerheden loslaten, dát was de grootste opgave. Onbewust waren ze al heel lang bezig geweest met het idee om te stoppen. Eenmaal gestopt, had niemand spijt van die beslissing.

Het was het begin van een zoekproces naar wat ze nu wel wilden met hun leven. Vaak vonden ze iets terug waar ze als kind al van hadden gedroomd. Iets dat ze al die tijd uit het oog waren verloren.

Bang om te verliezen

Waarom geven sommige mensen eerder op dan anderen? Dat wilden Britse psychologen van de Universiteit van Birmingham weten. Daarvoor lieten ze fietsers hun eigen record verbeteren op een hometrainer.

Wat de fietsers niet wisten, was dat er geknoeid was met de fietscomputer, waardoor ze hun doel nooit konden halen. De vraag was op welk moment de proefpersonen zich realiseerden dat ze hun doel niet gingen halen en op welk moment ze zouden stoppen.

Vooraf hadden de proefpersonen aangegeven waarom ze hun eigen record wilden verbeteren. Een deel van de deelnemers zei het een blamage te vinden als het hun niet zou lukken. Hun motivatie was om niet te verliezen – denk aan de bieders op het dollarbiljet. Andere deelnemers zagen het experiment vooral als een persoonlijke uitdaging.

Wat bleek? De fietsers die bang waren om te verliezen gingen langer door, ook als al lang duidelijk was dat het doel onhaalbaar was. Ze interpreteerden stoppen als falen.

De groep die een intrinsieke motivatie had, die wilde winnen om zichzelf uit te dagen, deed beter zijn best om het doel te halen, maar stopte ook eerder en zag dat niet als een mislukking. Dat er geknoeid was met de fietsen had overigens niemand door.

Tot je middel in de modder

Het fietsexperiment sluit prachtig aan bij de theorie van de Amerikaanse psychologen Andrew Elliot en Todd Thrash. Volgens hen zijn er mensen die elk doel als een uitdaging zien en willen winnen, en mensen die vermijdend gedrag vertonen en vooral niet willen verliezen.

Zij noemen dat actiegericht en vermijdend. Wie actiegericht is, zet vaak meer op het spel om een doel te bereiken, maar geeft ook op tijd op, zo blijkt. Uit angst om te falen gaan we juist veel langer door dan goed voor ons is.

Niet alleen angst om te falen maakt stoppen lastig. Ook het feit dat je soms een droom moet loslaten die je al heel lang had. De Amerikaanse relatietherapeute Tracey Cleantis heeft jarenlang mensen begeleid die energie staken in een relatie waar ze objectief gezien beter mee konden stoppen.

Training Versterk je relatie
Training

Training Versterk je relatie

  • Leer kijken naar je relatiepatronen
  • Ontdek hoe je negatieve patronen kunt doorbreken
  • Ook in je eentje te volgen
Bekijk de training
Nu maar
55,-

Haar conclusie is dat je soms een belangrijk doel moet opgeven om door te kunnen gaan met je leven. Alsof je ergens een afslag hebt genomen waardoor je nu tot je middel in de modder zit. Je komt geen stap verder.

In haar boek The next happy: let go of the life you planned and find a new way vertelt ze hoe ze zelf vele IVF-behandelingen onderging om zwanger te worden. Elke keer dat het niet was gelukt, huilde ze. Tot ze op een dag inzag dat ze haar leven had stilgezet door te blijven proberen.

‘Die dag wist ik, meer dan ooit tevoren, dat ik nooit zwanger zou worden. Hoeveel behandelingen ik ook zou ondergaan, ik zou geen kind krijgen. Doorgaan was slecht voor mijn lichaam, mijn geest, mijn relatie, mijn financiën. Ik wilde stoppen met proberen zwanger te worden en doorgaan met mijn leven.’

Het loslaten van een droom gaat volgens haar gepaard met verdriet, woede en schaamte. Hoe groter het doel, en hoe langer je het hebt nagestreefd, hoe moeilijker het is om los te laten.

Oude doelen vervangen

Wat maakt stoppen zo moeilijk? Volgens Bernstein en zijn co-auteur Peg Streep zijn daarvoor verschillende redenen. Zo speelt de tijd die je al hebt geïnvesteerd een rol.

Tweehonderd rijlessen en dan besluiten om geen rijbewijs te halen bijvoorbeeld. Door economen ook wel de sunk-cost fallacy genoemd, de denkfout van de verloren kosten. De uren of euro’s die al geïnvesteerd zijn, beïnvloeden de beslissing om te stoppen.

Ook de afstand tot ons doel is van invloed. De marathon halverwege opgeven voelt minder ellendig dan datzelfde doen in het zicht van de finish. Maar wat stoppen ook moeilijk maakt, is dat we vaak onterecht optimistisch zijn over de toekomst.

Bernstein zegt in zijn boek dat we zo zijn ingesteld op doorgaan, volhouden en doelen najagen, dat het nauwelijks in ons opkomt dat je ook kunt besluiten om van koers te veranderen. En dat komt vooral doordat we de toekomst en onze mogelijkheden veel te rooskleurig voorstellen en ons overgeven aan wishful thinking. Het lukt vast wel, want we willen het zo graag.

Stoppen doe je volgens Bernstein door jezelf nieuwe doelen te stellen en de oude volledig los te laten. En dat laatste is belangrijk. Stoppen doe je door echt te stoppen. Niet halfslachtig hetzelfde doel met minder inspanning volgen.

Stoppen, een andere weg inslaan en niet meer achteromkijken. In de psychologie heet dat goal disengagement: je losmaken van het doel dat je voor ogen had, door een vergelijkbaar doel te kiezen of een heel ander doel. Wie daar goed in is, is over het algemeen gelukkiger, zo blijkt.

Stoppen is helemaal niet zielig. Het getuigt juist van veel moed en realiteitszin als je weet wat je mogelijkheden zijn, je kansen en je beperkingen. Stoppen is niet het einde. Het is een cliché, maar clichés zijn vaak waar: elk einde is een nieuw begin.

Bronnen o.a.: T. Cleantis, The next happy: Let go of the life you planned and find a new way forward, Hazelden Publishing, 2015 / S. Johnson, Laat me niet los, Kosmos, 2014 / W. Meek, The virtue of quitting, Psychology Today, 2014 / N. Ntoumanis e.a., Self-regulatory responses to unattainable goals (…), Self Identity, september 2014

Tijd om los te laten

Gaat de droom die je najaagt ten koste van je geluk of je relatie, dan is het misschien tijd om op te geven. Deze schrijfoefening helpt je daarbij.

Om ergens weloverwogen mee op te houden, kun je jezelf de volgende vragen stellen:

  • Waarom had ik dat specifieke doel voor ogen? Waarom wilde ik het bereiken? Wat is de reden waarom het me niet is gelukt om dat doel te bereiken?
  • Welke voordelen levert het me op als ik blijf doorgaan? Wegen deze op tegen de mogelijke voordelen van een koersverandering?
  • Speelt vermijding een rol in mijn gedrag? Kan ik verwoorden wat ik probeer te vermijden?
  • Wordt mijn volharding gevoed door angst voor het onbekende – voor wat er wel en niet kan gebeuren?
  • Blijf ik volharden om de controle over de situatie te behouden? Is dat überhaupt wel mogelijk?
  • Ben ik bang ergens spijt van te krijgen? Heb ik angst dat ik te vroeg opgeef of überhaupt opgeef?

Neem een duidelijk besluit

Stoppen is niet hetzelfde als de deur achter je dichtgooien en kwaad weglopen. Geef de keuze om te stoppen genoeg tijd. Hoe beter je zelf begrijpt waarom je wilt stoppen, hoe makkelijker de omgeving je besluit zal accepteren.

Schaatser Margriet de Schutter: ‘Stoppen gaf ook opluchting’

Shorttrack-schaatser Margriet de Schutter had maar één doel: de Olympische Winterspelen in Vancouver van 2010. Vlak voor de Spelen besloot ze te stoppen met schaatsen. Na vijf blessures in vier maanden drong het tot haar door dat ze haar doel niet zou halen.

‘Het was alsof mijn lichaam duidelijk wilde maken dat ik de top van mijn kunnen had bereikt. Ik had niet de bouw voor een shorttrack-schaatser. Maar op kracht en doorzettingsvermogen had ik veel bereikt.

Toen ik tijdens de training in de boarding belandde met een gekneusde nek, wist ik dat het voorbij was. Dat was het moment dat ik besloot te stoppen.

Stoppen is niet iets wat in een topsporter zit. Je leert om nooit op te geven. Ik was verdrietig, maar het bleek ook een opluchting. Ik was verlost van alle druk van mezelf en van anderen. Wel was ik bang voor wat er met mijn lijf zou gebeuren.

Zou ik slap en dik worden? Hoe zouden anderen me zien als ik niet meer dat meisje was dat schaatst? Zou mijn vriend me nog wel leuk vinden? Wat als ik door dit besluit helemaal zou veranderen en wie was ik eigenlijk zonder schaatsen? Doodeng vond ik het.

Ik heb het online platform Extopsporter.nl opgericht en geef onder andere lezingen over stoppen en doorgaan. Een tip die ik altijd meegeef: noteer op het moment dat je stopt waarom je stopt, want na een tijd herinner je je alleen nog de leuke dingen. Het is fijn als je dan een lijstje hebt met wat er niet leuk was. Dat geldt ook voor je baan opzeggen of een relatie beëindigen.’

Relatietherapeut Sue Johnson: ‘Wanneer stop je met een liefdesrelatie? Als de cd’s van Adele door de kamer vliegen? Of als elke ruzie eindigt in dodelijk zwijgen?’

Volgens de vooraanstaande relatiewetenschapper Sue Johnson kunnen liefdesrelaties op twee manieren tot een einde komen.

Als een geleidelijk proces, op gang gebracht door een reeks incidenten en ruzies, of abrupt, door een enkele gebeurtenis. In haar boek Laat me niet los noemt ze dat laatste een relatietrauma. ‘Alsof er een bom op het huis valt.’

De achterliggende oorzaak is volgens haar dezelfde. Het ontbreken van een veilige hechting tussen de twee partners. Op de vraag of je bij elkaar moet blijven gaat het volgens haar niet om houden van, want ook in een slechte relatie kun je nog steeds van elkaar houden.

De vraag is makkelijker te beantwoorden als je je richt op die veilige gehechtheid. Voel je je veilig bij die ander? Is hij of zij er voor je als je hem of haar echt nodig hebt? Durf je tegen elkaar te zeggen: ik heb jou nodig, help me?

En als dat niet zo is, willen we er dan energie in steken om ons opnieuw emotioneel te binden? Zolang het antwoord ja is, is het nog te vroeg om te stoppen.

Moeten relaties altijd gerepareerd worden?

Johnson: ‘Nee, ik ben erin geïnteresseerd dat mensen góéde relaties hebben. Relaties die gezinnen en individuen tot bloei laten komen. Maar soms moeten we oefenen. En zoals dat gaat met oefenen, maken we er dan vaak een zootje van.

Leren om met een ander te zijn is een levenslange taak. In het begin ben je er niet zo goed in, en soms doe je elkaar meer pijn dan je kunt repareren. Wat ik wél zeg, is dat we het meest gelukkig en gezond zijn in langdurige relaties.’

Als je ongelukkig bent in zo’n langdurige relatie, wanneer moet je er dan mee stoppen?

‘Dat is je eigen keuze. Maar als je stopt is het belangrijk dat je begrijpt wat er gebeurde in deze relatie. Want als het je nu niet lukt om je hand naar de ander uit te steken, om je open te stellen en over je eigen behoeften te praten, dan zal het in een volgende relatie niet anders zijn.’