Mijn meest nabije buur is een restaurant op 250 meter afstand. Nooit iets van gemerkt. Totdat sinds vorig jaar geregeld een vrachtwagen van een groothandel verschijnt om daar te lossen, zodanig dat ik er niet meer uit kan. Wóést maakt me dat! Dat zo’n man op z’n dooie gemakkie zijn ding doet en geen boodschap heeft aan mensen die erlangs willen.

Een goede buur…

Een goede buur…

Zelfs als je weinig met ze gemeen hebt, loont het om in ze te investeren. Want goed contact met de b...

Lees verder

Toen mijn buren niet echt haast maakten met een oplossing (zij hadden geen probleem, vonden ze), werd het ruzie. Ik vertelde erover aan een buurtgenoot en ze zei: ach joh, iederéén heeft ruzie met de buren. Ik heb dat niet statistisch gefactcheckt, maar kan me er alles bij voorstellen. In ons dichtbevolkte land zit je vaak op elkaars lip. Je hoort de muziek van je buren, hun klusjesmannen die uitgerekend werken als jij vrij hebt, hun nachtelijke gasten die bij het afscheid nog even toeteren en portieren dichtslaan, ze laten hun hond of kat in jouw tuin poepen en zetten je op zwoele zomeravonden in hun barbecuewalmen, en, nu komt het ergste: als je erover wilt praten gaat het eigenlijk altijd fout. Er is nooit een buur die zegt: hé, wat fijn dat je me daarop wijst, we gaan er rekening mee houden. Meestal is de reactie iets in de stijl van ‘ach kom, valt best mee’ of ‘en jullie dan, dát is pas vervelend.’

Mensen reageren sowieso vaak defensief op kritiek, maar als die van hun buren komt helemaal. Commentaar op privégewoontes en persoonlijke onhebbelijkheden is immers extra bedreigend. Vervolgens word jij weer kwaad omdat je je niet serieus genomen voelt, en zo ontstaat een spiraal van wederzijdse ergernissen. Dat De rijdende rechter zo grappig is, komt doordat het vaak zo evident is hoe een mug een olifant werd. Het uiteindelijke conflict is in wezen een botsing van ego’s: jij jouw boom over mijn tuin laten hangen, nou, let dan maar eens op wat er gebeurt als ik jou niet meer op mijn pad laat. De boodschap is eigenlijk: ik ben er ook nog, ik ben iemand om rekening mee te houden. Als je je gekrenkt voelt doordat je niet gezien wordt, wil je iets doen waardoor men niet om je heen kan.

Ik heb wat afgefantaseerd over wat ik kan uitrichten om die vrachtwagens te dwarsbomen, zodat ze zien: hé, daar woont nog iemand. Ja, ik woon achteraf, maar hallo, ik doe er óók toe!
Als je in het vizier krijgt dat je eigen ego een flink deuntje meezingt, helpt dat om die zware lading van je ego af te halen. Dat maakt het conflict minder zwaar en dus hanteerbaarder. Doe eerst je psychologische huiswerk en ga dan pas met de buren praten, is mijn advies.

‘Gewoon’ jezelf zijn

‘Gewoon’ jezelf zijn

Thuis gedragen we ons anders dan op het werk. En onder vrienden zijn we anders dan bij familie. Dat ...

Lees verder
* M. VanDellen e.a., Compensating, resisting, and breaking: A meta-analytic examination of reactions to self-esteem threat, Personality and Social Psychology Review, 15 (2011)
Roos Vonk is hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en schrijft over psychologie op www.facebook.com/roosvonk1