Maar, zeggen psychologen van de Universiteit van Amsterdam: wie hoog op de apenrots zit, heeft ook iets te verliezen. En dat zou juist gevoeliger moeten maken voor tekenen van ontevredenheid en boosheid bij anderen. Die kunnen zo’n goede positie immers bedreigen.

Om uit te zoeken hoe het precies zit, wezen de onderzoekers in experimenten met duo’s de minst dominante van het tweetal als baas aan. Vervolgens moesten de duo’s gezamenlijk een opdracht doen. Daarna bekeken ze filmpjes van mensen die langzaam boos werden, en moesten ze aangeven wanneer ze de eerste signalen van die boosheid zagen.

Uitkomst: de van nature niet-dominante ‘bazen’ reageerden daarbij het meest alert. Zij namen dus eerder tekenen van boosheid bij anderen waar.

Het lijkt er daarmee op dat mensen die van nature niet naar machtsposities neigen, in een machtspositie juist méér oog krijgen voor andermans gevoelens – en dan vooral de negatieve gevoelens.
Waarschijnlijk is dat, zeggen de onderzoekers, omdat ontevredenheid bij anderen voor niet-dominante types een grotere bedreiging is dan voor bazige mensen.

Are the powerful really blind to the feelings of others? Personality and Social Psychology Bulletin, 2016

Hieraan herkennen we andermans boosheid:

  • Fronsende wenkbrauwen
  • Groter wordende ogen
  • Rechte, op elkaar gedrukte lippen
  • Groter wordende neusgaten