1. Wat is uw grootste jeugdzonde?
‘Ik heb op mijn vijftiende samen met een vriendje een collectebus leeggestolen die we zelf vol hadden gecollecteerd – ik denk dat het voor de Kankerbestrijding was. Dat is wel slecht. Zeker omdat het voor een goed doel bestemd was. Maar de aantrekkingskracht van die briefjes van vijf en tien die erin zaten, was onweerstaanbaar. Met een pincet hebben we ze eruit gevist, om er elpees en singles van te kopen, want al ons geld ging toen naar muziek. Ik wist heel goed dat ik fout bezig was en ik voelde ook wel spijt, maar niet genoeg om het naderhand te herstellen. Gek genoeg overheerste toch de blijdschap over het mooie bedrag dat ik plotseling in handen had.
In mijn boek Bonita Avenue laat ik Joni, de dochter van een van de hoofdpersonen, hetzelfde doen. Ik ben gefascineerd door moreel verval, en dan vooral: hoe verhoudt het ene morele verval zich tot het andere? Joni richt bijvoorbeeld ook een pornosite op – dat was het eerste idee waar Bonita Avenue uit ontstond: ik vroeg me af wat er in een gezin gebeurt als de ouders ontdekken dat hun kind in de pornowereld zit. Is dat
