Op weg naar huis dacht ik daarover na. Klopte dat nu wel? Was het vorige jaren warmer, toen studentes binnen geen sjaal droegen? Hadden die modellen in catalogi het ook allemaal koud? Welnee natuurlijk, besloot ik: ze doen het omdat het mode is. Alleen beseffen ze dat zelf niet. Ik herinnerde me een onderzoek van Princeton-psychologe Emily Pronin. Ze vroeg deelnemers in hoeverre ze zich conformeren aan anderen als het gaat om bijvoorbeeld aan­kopen, gedrag en meningen. De meeste mensen vonden zichzelf minder conformistisch dan de meeste andere mensen. En dat is net zo onmogelijk als dat iedereen zichzelf ­beter vindt autorijden dan anderen.

Het is in onze cultuur zo wenselijk om je eigen onafhankelijke keuzes te maken, dat we geneigd zijn onszelf daarin te overschatten. Maar behalve zelfoverschatting speelt hier nog iets anders een rol, zegt Pronin: mensen zijn slecht in het achterhalen van hun eigen drijfveren. Als anderen zich laten beïnvloeden door de mode of door wat ze in de krant lezen of op tv zien, nemen we dat waar als conformistisch of beïnvloedbaar. Maar als we naar onszelf kijken, ziet het er anders uit. Wíj kopen onze kleding en muziek gewoon omdat we die mooi vinden. Wíj hebben alle informatie overwogen en zijn op basis daarvan tot een mening gekomen.

Als we over het waarom van ons eigen gedrag nadenken, kijken we naar binnen, naar onze bedoelingen en motieven. Je weet bijvoorbeeld dat je een muzieknummer of kledingstuk kocht omdat je het mooi vond. Je kent je eigen over­wegingen, je normen en je smaak. Kijk je naar een ander, dan heb je alleen informatie over de buitenkant. Als een ­bepaalde artiest ineens heel populair is en iemand koopt daar muziek van, dan doet die kennelijk mee aan de trend. Natuurlijk vindt de ander die artiest ook echt goed, net als jij. Maar dat komt juist dóórdat het op dat moment een populaire artiest is.

In je beoordelingen van anderen blijk je meer op het juiste spoor te zitten: je ziet dat anderen worden ­beïnvloed door hun omgeving. Dat zie je goed. Wat je vaak níét ziet, is dat het ook voor jezelf geldt. Door te vertrouwen op je eigen hoogst persoonlijke drijfveren krijg je het gevoel dat je als enige je eigen weg kiest terwijl anderen kuddedieren zijn die meebewegen met de meute. Het lijkt alsof je alleen bent in een kudde schapen. Maar in werkelijkheid ben je zelf ook een mak schaap. Een mak schaap dat de eigen uniciteit overschat – net als iedereen.

Om tot meer zelfinzicht te komen moet je juist naar jezelf kijken vanaf de buitenkant: niet naar je gedachten, gevoelens, bedoelingen, plannen, beweegredenen, overwegingen, maar enkel naar je gedrag. Via die weg leer je het meest over jezelf. Je bent wat je doet. Dat geldt voor anderen, maar ook voor jou.

Bron: E. Pronin, J. Berger, S. Molouki, Alone in a crowd of sheep: Asymmetric perceptions of conformity and their roots in an introspection illusion, Journal of Personality and Social Psychology, 2007