Wees niet bang te blunderen – een vleugje gêne komt uw ‘likeability’ alleen maar ten ?goede. Dat brachten vijf proefjes van Californische wetenschappers aan het licht. Deelnemers kregen bijvoorbeeld foto’s of videobeelden te zien van personen die vertelden over een belevenis waarvoor ze zich óf hevig óf slechts een beetje schaamden. In een vervolgopdracht moesten de deelnemers diezelfde personen eigenschappen toebedelen, en aangeven in hoeverre ze hen aardig vonden. Wat bleek? De personen met gêne werden aanzienlijk socialer gevonden – en deelnemers wilden hen liever leren kennen dan de anderen.

Zoek iets om samen over te klagen. Dat smeedt namelijk al snel een band, toonde psycholoog Jonathan Weaver van de universiteit van South Florida onlangs aan. De reden, zegt Weaver, is dat een gedeelde negatieve mening verbondenheid oproept. ‘We denken iemand beter te kennen wanneer hij of zij zich negatief uitlaat over een ander; dat komt doordat zoiets risicovoller is dan gewoon een positieve – -sociaal wenselijke – mening spuien.’ Voordat u losbrandt kunt u beter wel even polsen of uw gesprekspartner dezelfde mening is toegedaan.

Voorkom stiltes. Bedenk van tevoren een paar neutrale vragen of luchtige gespreksonderwerpen die u in de strijd kunt gooien als een gesprek even stokt. Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen bracht onlangs aan het licht dat zo’n stilte, zelfs al duurt ze maar kort, negatieve gevoelens oproept en mensen het gevoel geeft dat ze worden afgewezen.

Neem een hond mee. Cliché maar waar: mensen met een hond komen met significant meer onbekenden in contact. Dat toonde de Britse psychologe June McNicholas aan in een onderzoek waarbij ze proefpersonen zonder en mét hond op pad stuurde.

Deel zoetigheid uit. Vier Amerikaanse wetenschappers ontdekten dat dat daadwerkelijk ‘zoet’ gedrag uitlokt. Daarvoor gaven ze proefpersonen die zogenaamd voor een vragenlijst waren uitgenodigd, bij binnenkomst een hapje, een mierzoet snoepje of helemaal niets. Na de vragenlijst volgde het eigenlijke experiment: de deelnemers kregen te horen dat een andere onderzoeker ook proefpersonen nodig had. Degenen die een zoet snoepje hadden verorberd, stelden zich beduidend langer beschikbaar om bij te springen.