‘Ga je moeder pesten of je polsen doorsnijden.’ ‘Ben je achterlijk ofzo?’ ‘Jij moet echt dood. Ik zwaai je uit in de hel.’ Op nieuwssites, onder YouTube-filmpjes en op fora: naar grove reacties hoef je op internet niet lang te zoeken.

Vind een betrouwbare coach via Coachfinder
Coachfinder

Vind een betrouwbare coach via Coachfinder

Coaching is een belangrijke stap in zelfontwikkeling. Maar de juiste coach vinden blijkt nog niet zo eenvoudig. Coachfinder helpt je in je zoektocht naar een coach die bij je past.

Vind je ideale coach

Soms zijn ze zó extreem dat ze het nieuws halen. Zo werd de Facebookpagina ter nagedachtenis aan het vermoorde Australische meisje Trinity Bates beklad met obscene teksten en kinderporno.

Ook een Amerikaanse tiener die zelfmoord pleegde, Alexis Pilkington, moest het postuum ontgelden. Een aan haar gewijd filmpje kreeg veel negatieve commentaren, waaronder ‘Ik ben blij dat ze dood is’.

Flaming wordt dit verschijnsel genoemd – in Nederland ‘reaguren’: online onguur reageren zonder remmingen. Boos, provocerend of treiterend, en meestal onder een schuilnaam of anoniem.

In de echte wereld zullen we iemand niet zo snel recht in zijn gezicht dood wensen. Waarom doen we dat dan wel boven ons toetsenbord?

Het voor de hand liggende antwoord is: anonimiteit. Online zijn we anoniem en onzichtbaar, en daardoor zijn we minder geremd. Dat schrijft de Amerikaanse onderzoeker John Suler in een veel geciteerd wetenschappelijk artikel over dit online disinhibition effect.

Wanneer mensen niet weten wie je bent, of alleen je online alias kennen – ‘MissCatLover’ of ‘Grote Henk’ – kunnen ze je immers niet verantwoordelijk houden voor je uitspraken.

Ook experimenteel onderzoek laat zien dat anonimiteit wangedrag in de hand kan werken. Berucht is bijvoorbeeld een experiment waarin mensen met verhullende kleding anderen veel langer (nep)schokken toedienden dan degenen die een naambordje droegen en dus duidelijk te identificeren waren.

Ook bleek uit een experiment dat kinderen minder geneigd waren snoep te pikken wanneer vooraf naar hun naam was gevraagd.

Zijn er naast anonimiteit nog meer oorzaken?

Ja, zoals het feit dat we de ander niet kunnen zien en slechts zijn of haar berichten lezen. Daardoor kan de illusie ontstaan, zo schrijft onderzoeker Suler in zijn artikel, dat we niet met ‘echte mensen’ praten, maar een interne dialoog voeren, een gesprek in ons hoofd.

Bovendien kan het lijken alsof de regels van het echte leven op internet niet van toepassing zijn, dat het maar een spelletje is.

Verder vallen statusverschillen weg: niemand is de baas en er zijn geen autoriteitsfiguren. Zou je in werkelijkheid niet zo snel op een minister afstappen om hem eens flink de waarheid te zeggen, een haatmail aan diegene is snel verstuurd.

Tot slot speelt volgens Suler mee dat de communicatie op internet asynchroon verloopt.

Communicatie die niet gelijktijdig is?

Als je met iemand praat, zie je direct welk effect je woorden hebben. Op een internetforum krijg je in het beste geval na een paar minuten een reactie in tekst, met een emoticon erbij.

In The New York Times schrijft psycholoog Daniel Goleman dat onze hersenen niet op dit soort asynchrone gesprekken zijn gebouwd. Ons brein houdt nauwlettend de reacties van onze gesprekspartner in de gaten.

Het heeft voortdurend input nodig, zoals een gezichtsuitdrukking of de toon van iemands stem. Op basis daarvan stellen we ons verhaal bij, zodat het gesprek goed verloopt en we de ander niet van streek maken.

Maar boven je toetsenbord ben je je minder bewust van andermans gevoelens en je wordt er minder door geraakt.

Maar niet iedereen barst toch online in scheldpartijen uit?

Klopt; of dat gebeurt, hangt samen met je persoonlijkheid. Volgens een recent gepubliceerd wetenschappelijk artikel van de universiteit van Toronto en de Northwestern-universiteit versterkt een anonieme omgeving iemands karakter.

Bezit iemand al agressieve trekjes, dan zal hij in een anonieme massa bijvoorbeeld eerder een relletje schoppen; terwijl iemand die van nature zorgzaam is, in een anonieme situatie juist eerder hulp zal willen bieden.

Sekse maakt ook veel uit: verschillende onderzoeken laten zien dat mannelijke internetgebruikers veel vaker boos of provocerend reageren dan vrouwen.

Wat levert getier en getreiter je eigenlijk op?

Daar is weinig onderzoek naar gedaan. Twentse onderzoekers schreven recentelijk in een wetenschappelijk artikel dat sommige mensen het puur ter vermaak doen om emotionele reacties uit te lokken – bijvoorbeeld door foto’s van dode katten op een kattenforum te plaatsen – maar dat niet bekend is hoe vaak zoiets voorkomt.

Uit een eigen onderzoek van de Twentenaren onder YouTube-gebruikers blijkt dat die vooral hun mening willen ventileren. Een kwart zei reacties te plaatsen om anderen te beledigen – in veel gevallen omdat ze zelf beledigd waren door andermans commentaar. 15 procent schreef nare reacties om weer nieuwe commentaren uit te lokken, en slechts een paar gebruikers zeiden het puur voor hun plezier te doen.

Al eerder deed de universiteit van Mississippi onderzoek in een experimentele situatie: studenten moesten via de computer discussiëren over een parkeerprobleem. Zo’n 10 procent van de communicatie mondde uit in ‘reaguren’.

Uit het experiment bleek onder andere dat mensen die veel behoefte hebben aan spannende dingen vaker online schelden voor de lol; mensen die graag de touwtjes in handen hebben doen het om de tijd te verdrijven.

Toch zijn er ook websites die ervan verschoond blijven

Inderdaad. Anonimiteit heeft volgens de eerder genoemde Canadese en Amerikaanse wetenschappers namelijk nóg een gevolg: het maakt mensen meer geneigd om zich aan de bestaande normen te conformeren, dus om de groep te volgen.

Is het de norm op een website om andere gebruikers te beledigen, dan doen bezoekers daar sneller aan mee als ze anoniem zijn. Onderzoekers aan de Universiteit Twente vonden aanwijzingen dat deze redenering klopt: ze ontdekten dat mensen meer geneigd zijn om nare commentaren onder een bepaald YouTube-filmpje te zetten als ze het idee hebben dat zoiets de heersende norm is.

Rest de vraag: wat valt er tegen digitaal gescheld te doen?

Daarover lopen de meningen uiteen. Sommige publicisten zien het als onvermijdelijke bijkomstigheid van de vrijheid van meningsuiting en wijzen op het belang van online anonimiteit.

Anderen, zoals de site stopanonymouscomments.com, pleiten er juist voor anonieme commentaren helemaal uit te bannen: geef je online je mening, dan moet je ook je volledige naam en woonplaats vermelden.

Toch kan anonimiteit sociaal gedrag juist ook versterken, concluderen de onderzoekers van de universiteiten van Toronto en Northwestern. Zo blijkt in lotgenotengroepen op internet dat anonimiteit ertoe leidt dat bezoekers open zijn over hun problemen en gevoelens, en dat ze anderen ruimhartig steunen.

Google bedacht een eigen opmerkelijke remedie tegen online impulsiviteit, vooral in de nachtelijke uren. Wie Mail Goggles (‘mailbril’) op zijn pc installeert, moet eerst een aantal sommen maken voordat hij een mailtje kan versturen waarvan hij later misschien spijt zou kunnen krijgen.