Werk

anagers: gladde praatjesmakers die zichzelf reuze belangrijk vinden, maar nooit verantwoordelijk zijn als er eens iets misgaat. Voor dit (voor)oordeel is nu wetenschappelijke ondersteuning gevonden.

Duitse onderzoekers vroegen aan 120 leidinggevenden om te denken aan situaties in het verleden waarin een van hun ondergeschikten niet zo goed presteerde, en te bedenken wat er toen beter had gekund. Ook moesten ze manieren verzinnen om hem beter te laten presteren in de toekomst.

Uit de antwoorden kwam telkens hetzelfde patroon naar voren. Wanneer leidinggevenden de slechte beurten van hun werknemers in het verleden beschreven, dan gaven ze zichzelf een kleine rol in het geheel. Vooral de werknemer zelf en de organisatie hadden er iets aan kunnen doen. Maar wanneer ze nadachten over hoe deze slechte prestatie in de toekomst verbeterd kon worden, dan zagen ze zichzelf als dé aangewezen persoon om verbeteringen te bewerkstelligen, en niet de werknemer of de organisatie.

Met andere woorden: de manager vindt zichzelf uitermate geschikt om zijn personeel tot betere prestaties te brengen – maar voor slechte prestaties in het verleden is hij natuurlijk niet verantwoordelijk.

Journal of Applied Psychology, april 2004