Eigenwijze voet

Wat: Ga samen zitten, til allebei je rechtervoet op en cirkel hem rechtsom in de richting van de klok. Blijf dat doen, maar til intussen ook je rechterhand op en teken het nummer 6 in de lucht.

‘Je bent meer dan je uiterlijk alleen’

‘Je bent meer dan je uiterlijk alleen’

Ellen voelt zich iedere keer ellendig naast de mooie moeders op het schoolplein. En Petra denkt dat ...

Lees verder

Voorspelling: Je voet draait vanzelf de andere kant op, tegen de klok in, hoe hard je hem ook rechtsom probeert te sturen.

Is het te leren? Waarschijnlijk wel, aldus medicus Chris Smith van de Cambridge-universiteit en presentator van het BBC-programma The Naked Scientists.

Maar het is volgens hem een flinke uitdaging, want de hersenen zijn niet gebouwd voor dit soort manoeuvres. De linkerhersenhelft stuurt zowel de rechtervoet als de rechterhand aan.

Wie probeert zijn linkervoet rechtsom te draaien en rechterhand linksom, merkt dat dat prima gaat. Deze lichaamsdelen hebben allebei een andere hersenhelft als chauffeur.

Maar bij de opdracht van zojuist roept de linkerhersenhelft twee tegengestelde instructies op in de rechterhelft van het lichaam. De zenuwen in de hersenen zijn namelijk niet direct gekoppeld aan een bepaalde spier.

De spieren krijgen daardoor tegengestelde berichten: ‘Rechtsom, of wacht, linksom, nee nee, toch rechtsom.’ Aangezien het brein een iets grotere voorkeur heeft voor de armen, vermoedt Smith dat het been uiteindelijk gedwee zal meedoen met de prikkels die de hersenen naar de arm sturen.

Oren wiebelen

Wat: Beweeg je oren omhoog of naar achteren. Wie van jullie krijgt er beweging in?

Voorspelling: Vermoedelijk lukt het jullie allebei niet. Naar schatting kan slechts 10 tot 20 procent van de mensen zijn oren bewegen.

Is het te leren? Waarschijnlijk wel, maar verwacht er niet te veel van. Drie spieren zijn verantwoordelijk voor bewegingen van het oor. Deze musculi auriculares hebben hun eigen zenuwknoop in de hersenstam.

In 2006 ontdekten Nederlandse wetenschappers dat dit stukje in de hersenen bij dieren flink uit de kluiten gewassen is, vooral bij katten en vleermuizen. Mensen moeten het doen met een fractie ervan.

Maar we hébben de spieren en de bedrading wel, en dat schept mogelijkheden. Al is het nog niet goed onderzocht, er bestaat een vermoeden dat mensen die sowieso goed zijn in het besturen van hun gezichtsspieren, meer aanleg hebben voor het wiebelen van hun oren.

Weigerende ringvinger

Wat: Leg een hand plat op tafel met de handpalm naar onder, en druk stevig. Vouw de middelvinger helemaal naar binnen en til nu de ringvinger op.

Voorspelling: De ringvinger lijkt vergroeid met de tafel.

Is het te leren? Nee. Hoeveel we ook oefenen, ons lichaam laat ons hier in de steek. De hersenen kunnen alle spieren naar de pezen onafhankelijk van elkaar aansturen, maar de vingerpezen zitten met allerlei dwarsverbindingen aan elkaar vast.

De ringvinger kan het slechtst onafhankelijk worden bewogen. De enige radicale oplossing is alle verbindingen tussen de pezen operatief doorsnijden, iets wat een Rotterdamse promovendus liet doen voor zijn onderzoek naar vingerbewegingen. Dat stelde hem in staat zijn ringvinger onafhankelijk van de rest op te steken.

‘Ik sta dicht bij het kind in mezelf’

‘Ik sta dicht bij het kind in mezelf’

Als 43-jarige is ze niet te oud om zich te kunnen inleven in de belevingswereld van de puber. Het af...

Lees verder

Tong tegen elleboog

Wat: Met je tong een van de ellebogen aanraken.

Voorspelling: De tong is te kort, of de elleboog te ver weg. Hoe dan ook, het lukt gewoon niet.

Is het te leren? Waarschijnlijk niet. Maar heel wat wereldbewoners – ruw geschat 1 à 2 procent – kunnen wél hun eigen elleboog likken. En dan gaat het om het buitenste harde puntje, niet de zachte binnenkant.

De beoordelingscommissie van Guinness World Records krijgt voortdurend aanvragen van mensen die daartoe in staat zijn. Uniek is het dus niet. Dat het wereldrecordboek geen vermelding van ‘ellebooglikken’ bevat, komt doordat records moeten kunnen worden verbeterd: en iemand kan dit kunstje niet nóg beter of sneller presteren.

Soms lukt het toch door je arm op de juiste manier te strekken. Geen succes? Misschien lukt het jou of je kind om met de tong neus of kin aan te raken. Daartoe is een op de tien mensen in staat.

Eén wenkbrauw optrekken

Wat: Trek alleen de linker- of rechterwenkbrauw op. Effect: je lijkt alles en iedereen in twijfel te trekken.

Voorspelling: Beide wenkbrauwen gaan tegelijkertijd omhoog.

Is het te leren? Ja, en sommige mensen hebben ook wat beginnersgeluk. Iedereen beschikt over dezelfde vijf belangrijke, grote gezichtsspieren en heeft daarmee een basisset aan emoties in huis.

Maar volgens evolutionair psycholoog Bridget Waller van de universiteit van Portsmouth bestaan er nog veertien andere gezichtsspieren – en niet iedereen heeft een volledige set. Sommige mensen bezitten nauwelijks tweederde van deze kleinere, specifieke spieren.

Niet getreurd; anders dan gewone lichaamsspieren zijn gezichtsspieren allemaal met elkaar verbonden. Een andere spier kan deze opdracht dus overnemen. Oefen samen met je kind voor de spiegel en probeer het eerst met links: die kant is van nature expressiever. Succes met jullie nieuwe geringschattende blik.

Blind navelwijzen

Wat: Doe je ogen dicht, strek een arm en probeer in een snelle, vloeiende beweging je wijsvinger naar je navel te brengen.

Voorspelling: Jullie zitten er allebei net naast.

Is het te leren? Ja, daar ziet het wel naar uit. Het heeft te maken met hoe goed we de positie van ons lichaam en onze lichaamsdelen waarnemen: proprioceptie heet dat.

Onze zintuigen nemen van alles waar in de buitenwereld, maar ze krijgen via het centrale zenuwstelsel ook allerlei boodschappen vanuit de spieren, botten, pezen en zenuwen.

Dankzij die boodschappen weten we in welke positie ons lichaam staat. Wie goed heeft leren luisteren naar al deze interne boodschappen, zal minder vaak misprikken.

Training Positief opvoeden voor puberouders
Training

Training Positief opvoeden voor puberouders

  • Positief contact maken met je kind
  • Omgaan met je eigen emoties én die van je kind
  • Afspraken maken en grenzen stellen
Bekijk de training
Nu maar
79,-

Er bestaan veel verschillende technieken en trainingen die de waarneming van het eigen lichaam en voorwerpen in de omgeving versterken, zoals oefeningen op een balance board, yoga en tai chi.

Tongrollen

Wat: Steek je tong uit en krul de zijkanten op.

Voorspelling: Redelijke kans dat het niet lukt. Naar schatting 20 tot 35 procent van de mensen kan dit niet.

Is het te leren? Misschien wel. Tongrollen wordt vaak tijdens biologieles genoemd als voorbeeld van een enkelvoudige dominante eigenschap. Dus: als jij óf je partner het kan, dan kunnen jullie kinderen het in principe ook.

Maar in de praktijk gaat dat niet altijd op. Soms is het een kwestie van oefenen. Japanse wetenschappers vroegen kinderen om hun tong te rollen. Bij een eerste vragenrondje beheerste slechts de helft dit kunstje; na verloop van tijd had bijna driekwart het geleerd – maar nog steeds niet allemaal.

Hoe het precies zit, daar is de wetenschap nog niet uit. Mogelijk spelen nog meer genen een rol. Zo zou er naast het tongrol-gen ook een leer-gen kunnen zijn, dat bepaalt of iemand tongrollen kan leren.

Communicerende vingers

Wat: Draai de wijsvingers allebei met de klok mee. Voer het tempo steeds verder op.

Voorspelling: Al wil je het niet, al snel draaien je vingers in tegengestelde richtingen.

Is het te leren? Ja, kijk maar naar pianisten of drummers: ze besturen hun handen geheel onafhankelijk van elkaar. De opdracht hierboven wordt verstoord door het ‘spiegel-bewegingseffect’.

Onze hersenhelften werken niet volledig apart, ze communiceren met elkaar en spiegelen elkaars bewegingen. Heel handig als je in je handen wilt klappen: de handen gaan tegelijkertijd naar elkaar toe en van elkaar af.

We leren deze neiging tot spiegelen te onderdrukken, zodat we onze handen los van elkaar kunnen bewegen. Maar de spiegelboodschappen in het brein gaan intussen gewoon door.

Bij de opdracht hierboven nemen de vingers waarschijnlijk de beweegrichting over van de dominante hersenhelft – bij sommigen links, bij anderen rechts.

Bronnen o.a.: B. ter Meulen e.a., Wiggling ears (…), Clinical Neurophysiology, 2006 / B. Waller e.a., Selection for universal facial emotion, American Psychological Association Journal, 2008 / J. Leijnse, Finger exercises with anatomical constraints, Erasmus Universiteit Rotterdam, 1995