1. Onterecht optimisme: ‘Het kan alleen maar beter worden’ Mensen zijn in het algemeen veel te optimistisch als het gaat om het inschatten van hun kansen. Dat heeft psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman, de grondlegger van behavioral economics, overtuigend aangetoond. Ook professionele beleggers hebben hun kansen op de financiële markt veel te gunstig ingeschat, waardoor ze te veel risico namen. Er werd grif gehandeld in hypotheken en schulden die nooit konden worden afbetaald – het allereerste begin van de kredietcrisis.
2. Verliesaversie: ‘Het komt wel weer goed’ De mens heeft een diepgewortelde afkeer van verlies. Geld kwijtraken raakt ons veel dieper dan geld winnen, toonde Kahneman aan – maar het vreemde is dat we daardoor juist roekelozer worden. Dreigen we geld te verliezen, dan blijven we tegen beter weten in hopen dat het wel goed komt. Dus dichtten Amerikaanse consumenten de ene creditcardschuld met de andere, in de overtuiging dat ze het binnenkort vast beter zouden hebben. Ook in de financiële wereld zijn waarschuwingen voor ondoorzichtige financiële constructies lang genegeerd. Pas nu de crisis wereldwijd om zich heen grijpt, zeggen experts in koor dat ze het allang zagen aankomen.
3. Irrationele angst: ‘Straks gaat het echt fout…’ ‘Vertrouwen is het cement van de economie,’ vat Fred van Raaij, hoogleraar economische psychologie aan de Universiteit van Tilburg, samen. Door problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt groeide het wantrouwen tussen banken onderling, en kwam de financiële sector in grote problemen. Na het faillissement van Amerikaanse zakenbanken greep de angst verder om zich heen – met desastreuze gevolgen. Een voorbeeld: toen het aandeel van Fortis diep daalde, haalden bezorgde spaarders in totaal vijf miljard euro weg bij de bank. Daardoor kelderde het aandeel nóg verder. Van Raaij: ‘Als de aandelenkoersen in één weekend decimeren, raken beleggers hun vertrouwen kwijt en proberen ze door verkopen te redden wat er te redden valt. En als iedereen verkoopt, dan zal daar wel een reden voor zijn, denkt de consument.’
4. Self-fulfilling prophecy: ‘Hand op de knip’ In eerste instantie speelde de angst van de consument nog geen rol in de kredietcrisis. Kahneman: ‘Angst bij het grote publiek maakt weinig verschil in de aandelenkoersen – tenzij angst ons weerhoudt van het kopen van spullen, wat ongetwijfeld zal gebeuren als het consumentenvertrouwen daalt.’ Gebeurt dat laatste, dan is economische teruggang een self-fulfilling prophecy. Van Raaij: ‘In tijden van slechte economische vooruitzichten gaan consumenten meer sparen, om een grotere financiële buffer op te bouwen. Dat betekent dat ze minder gaan uitgeven. Ze kopen niet het huis dat ze op het oog hadden, en ruilen hun oude auto niet in. Consumenten brengen daarmee een proces op gang waardoor het ook daadwerkelijk slechter zal gaan met de economie.’
Hoe slechter het gaat, hoe roekelozer onze beslissingen. Lees meer op de nieuwe themapagina over geld op psychologiemagazine.nl.