‘Wat is dat daar?’, vraagt Sam Gosling met een onmiskenbaar Brits accent. Minutieus bestudeert hij een foto van mijn slaapkamer. Hij zoomt nog wat meer in op de grote stapel boeken op mijn nachtkastje. ‘Ligt dat daar altijd?’

Wat zegt je interieur over je persoonlijkheid?
TEST
Doe de test »

Wat zegt je interieur over je persoonlijkheid?

Ik ontmoet Gosling, onderzoeker aan de universiteit van Texas, in een koffietentje in Austin dat hij beschouwt als zijn tweede kantoor. Ik drink koffie terwijl hij minutenlang de foto’s bekijkt die ik heb genomen van mijn slaapkamer, keuken en huiskamer.

Het mag wat vreemd lijken dat ik iemand die ik net heb ontmoet foto’s laat zien van mijn privé-domein, maar dit is Goslings vakgebied.

Hij doet wetenschappelijk onderzoek naar de samenhang tussen de spullen die mensen bezitten en hun score op de vijf belangrijkste karaktertrekken, de ‘Big Five’. Oftewel: wat onthullen je muzieksmaak of die stapel boeken naast je bed over je persoonlijkheid?

En, wat vertelt mijn interieur over mij?

‘Het is moeilijk om op basis van foto’s conclusies te trekken. Eigenlijk zou ik gewoon wat willen rondsnuffelen bij je thuis… Maar ik zie dat je kunst aan de muur hebt hangen. Ook heb je veel verschillende soorten boeken en gekke puzzeltjes.

Dat duidt erop dat je open en nieuwsgierig bent. Je bent ook best goed georganiseerd, maar niet op het neurotische af. Die stapel boeken naast je bed laat zien dat je misschien ook een beetje te ambitieus bent in wat je in een beperkte tijd voor elkaar kunt krijgen.’

Dat klopt best goed. Hoe kwam u op het idee om iemands huis te gebruiken om aanwijzingen te vinden over zijn of haar persoonlijkheid?

‘Psychologen willen graag menselijk gedrag onderzoeken, maar wat ze in de praktijk eigenlijk bestuderen, zijn vragenlijsten die mensen over zichzelf invullen. Daarom ging ik op zoek naar een manier om wérkelijk gedrag te onderzoeken.

Je gedrag laat sporen na in de ruimtes waar je bent, je kantoor, je slaapkamer… Je laat bijvoorbeeld een parkeerbon slingeren op de vloer, of je hangt een cowboyhoed op. Dat zegt iets over jou.

Het interessante is dat dat gedrag zo automatisch en onbewust is, dat mensen niet eens doorhebben dat ze het doen. Als je ze vraagt “Waarom heb je die cowboyhoed opgehangen?”, geven ze je belachelijk oppervlakkige antwoorden.

“Omdat ik hem leuk vind”, bijvoorbeeld. Dat kan de reden niet zijn, want ze hadden wel een miljoen verschillende dingen kunnen ophangen.’

Waarom hebben ze dan wél die cowboyhoed opgehangen?

‘Sommige spullen zijn statements tegenover anderen. Als je bijvoorbeeld een poster van Nelson Mandela ophangt, kun je daarmee het signaal willen afgeven dat je open minded bent.

Maar spullen kunnen ook dienen om je eigen gevoelens te reguleren. Je hangt bijvoorbeeld foto’s op van vrienden of familie om je verbonden met hen te voelen. Of je zet bepaalde muziek op om je stemming te beïnvloeden…

Grappig is ook dat mensen die posters met inspirerende spreuken ophangen, juist vaker neurotische trekjes hebben. Misschien gebruiken ze die om zichzelf te kalmeren.’

Welke persoonlijkheidseigenschappen kun je goed aflezen aan iemands interieur?

‘Hoe zorgvuldig en nauwgezet iemand is. Het is namelijk knap lastig om je eigen huis op dat punt te beoordelen. Mensen hebben heel verschillende maatstaven voor chaos. Ik kan denken dat mijn huis reuze opgeruimd is, terwijl iemand anders het een ongelooflijke troep vindt.

Je kunt zelfs nog beter zien in hoeverre iemand openstaat voor nieuwe ervaringen. Aanwijzingen daarvoor zijn bijvoorbeeld landkaarten aan de muur. Die laten zien dat je de wereld wilt verkennen, nieuwe dingen wilt uitproberen.

Een andere aanwijzing zijn veel verschillende soorten spullen: een scala aan schilderijen, verschillende soorten boeken, onconventionele dingen…’

Wat heeft u het meest verrast aan dit onderzoek?

‘Dat we überhaupt resultaten vonden. Achteraf is het makkelijk om te zeggen: natuurlijk vind je een verband tussen hoe iemands huis eruitziet en zijn persoonlijkheid. Het lijkt een open deur.

Daarom vraag ik mensen altijd, voordat ik hun over mijn resultaten vertel, welke persoonlijkheidseigenschappen ze denken terug te kunnen vinden in iemands huis. En meestal hebben ze geen idee.

Net zoals wij toen we met dit onderzoek begonnen. En dat was best spannend, omdat het erg veel werk was. We moesten studenten bereid vinden vrijwillig hun kamer open te stellen. Vervolgens gingen onze medewerkers in die kamers rondsnuffelen om zich een indruk te vormen van de persoonlijkheid van de bewoner.

Alle foto’s die de bewoners van zichzelf hadden staan, moesten vooraf zorgvuldig worden afgedekt, zodat de beoordelaars daardoor niet werden beïnvloed. Vervolgens vroegen we de vrienden van de kamerbezitters wat voor mensen het in werkelijkheid waren, om dat te vergelijken met de indruk die onze medewerkers hadden.’

Ook hun muziekverzameling werd niet overgeslagen, las ik in uw boek.

‘Eigenlijk geldt voor muziek hetzelfde als voor ruimtes. Veel verschillende soorten muziek is een teken van openheid. Maar ik kijk ook naar specifieke muzieksmaken. Mensen die van punk houden, scoren bijvoorbeeld wat lager op vriendelijkheid.

Dat betekent niet dat het nare mensen zijn, maar ze zijn over het algemeen wat minder teerhartig. Muzieksmaak is overigens een kleine aanwijzing, je kunt niet alleen op basis daarvan een diagnose stellen.’

Dus je kunt niet zeggen: omdat je van punk houdt ben je een onaardig persoon.

‘Nee, maar het geeft wel een hint in die richting. Je gaat als het ware te werk als een dokter: de patiënt heeft een hoge temperatuur, dus we gaan eens kijken welke ziektesymptomen er verder zijn. De grootste fout die je kunt maken bij het snuffelen in iemands spullen, is afgaan op één ding. Je moet aanwijzingen combineren.’

Waar bent u op dit moment mee bezig?

‘Wat ik interessant vind, is hoe mensen de ruimte om hen heen aanpassen zodat ze zich op hun gemak voelen. Dat kan ik bestuderen op kleine schaal, bijvoorbeeld hoe iemand zijn kamer inricht. Maar het kan ook op grotere schaal, buiten iemands directe woonomgeving.

Neem bijvoorbeeld de plek waar je zit op kantoor. Mensen die hoog scoren op de Big Five-trek vriendelijkheid zitten vaker in het midden van de ruimte. Hoe dat werkt weet ik trouwens niet precies: het kan zijn dat minder vriendelijke mensen naar de hoeken worden geduwd, maar ook dat vriendelijke mensen er zelf voor kiezen om daar te gaan zitten.

Ook kijken we nu naar plaatsen die mensen in hun vrije tijd bezoeken. Kun je op basis van foto’s van bezoekers van een bepaalde plek beoordelen wat voor soort plek dat is? Uit ons onderzoek blijkt dat dat mogelijk is.

We gebruiken dus ook de plaatsen waar we heen gaan om onze emoties te reguleren en onze identiteit te versterken. Zo kun je dit café binnenstappen en denken: dit is niet mijn soort mensen.’

U kijkt ook naar wat iemands Facebook-pagina over die persoon onthult. Dat lijkt me lastig, want proberen mensen zich daar juist niet anders voor te doen dan ze zijn?

‘Nee, ons onderzoek laat het tegenovergestelde zien. Een profiel op Facebook geeft een redelijk nauwkeurige indruk van iemands persoonlijkheid. Mensen die online veel vrienden hebben, hebben dat bijvoorbeeld in het echt ook.

In ons onderzoek hebben we mensen gevraagd hoe ze zouden wíllen zijn en hoe hun vrienden hen zien, dus hoe ze in werkelijkheid zijn. Daaruit bleek dat hun Facebook-profiel onbedoeld meer leek op hun werkelijke zelf dan op hun ideaalbeeld van zichzelf.’

Je zou toch denken dat de meeste mensen zich daar mooier voordoen dan ze zijn…

‘Wat je in je achterhoofd moet houden, is dat mensen gekend willen worden. Er zijn maar weinig gevallen waarin we anders gezien willen worden dan we in werkelijkheid zijn.

Er zijn zelfs experimenten waaruit blijkt dat mensen met weinig zelfvertrouwen liever contact hebben met iemand die hen slecht behandelt dan met iemand die hen goed behandelt. Omdat dat meer strookt met hoe ze zichzelf zien.’

Waarom hebben veel mensen dan de indruk dat we ons online beter voordoen?

‘Omdat je bijvoorbeeld geen foto’s op internet zet waarop je er belabberd uitziet. Of omdat je er geen verschrikkelijke dingen zegt. Maar dat is onderdeel van het normale sociale leven. Je stapt ’s morgens ook niet de deur uit terwijl je er niet uitziet en je praat liever niet over de slechte dingen die je doet.

Alleen omdat ik jou niet vertel dat ik af en toe naar het toilet ga, wil dat niet zeggen dat ik jou de indruk probeer te geven dat ik dat nooit doe. We begrijpen dat we daar gewoon niet over praten, dat is de sociale norm. Hetzelfde speelt op Facebook.’

Als u naar al uw onderzoek kijkt, op welke plekken kun je dan het beste zoeken om iemand te leren kennen?

‘Als je wilt weten hoe extravert iemand is, is het goed om naar zijn Facebook-pagina te kijken of hem in het echt te ontmoeten. Maar als je wilt weten hoe consciëntieus iemand is en in hoeverre hij openstaat voor nieuwe dingen, is het juist slim om in zijn huis te gaan kijken.

In een gesprek kun je bijvoorbeeld wel een uur lang doen alsof je heel open minded bent, maar je huis verraadt je. Bijvoorbeeld als je maar één soort muziek hebt, of één soort boeken. Hoe neurotisch iemand is, is lastiger te vast te stellen. Blijkbaar houden we onze demonen zo veel mogelijk voor onszelf.’

Waarom bent u zo gemotiveerd om aanwijzingen over iemands persoonlijkheid te vinden?

‘Ik denk dat we allemaal geïnteresseerd zijn in andere mensen. Omdat zij ons de grootste kansen bieden, maar ook de grootste bedreiging voor ons vormen.

Je succes en macht worden bijvoorbeeld voor een groot deel bepaald door de vraag of je met andere mensen kunt werken. Hoe word je president? Je hoeft niet sterker te zijn dan andere mensen, maar je moet begrijpen hoe andere mensen in elkaar zitten, wat hen beweegt en hoe je hen aan je bindt.

Mijn boek heeft erg goed verkocht in Zuid-Korea. Een Koreaanse journalist vroeg me of ik wist waarom. Zelf had ik geen idee, maar zijn theorie was dat er in Zuid-Korea onlangs veel schandalen zijn geweest, waardoor het vertrouwen in andere mensen was geschonden.

Daarom zouden de Koreanen op zoek zijn naar alternatieve manieren om over andere mensen te leren, om erachter te komen hoe ze werkelijk in elkaar zitten.’