Het is de schuld van de lezers én van de interviewers, dit nieuwe boek, zegt Kristien Hemmerechts (47). Tussen februari 2001 en februari 2002 heeft ze een dagboek bijgehouden: Een jaar als (g)een ander, waarin ze de lezers haar leven voorschotelt. Open, rauw en zonder opsmuk. Bijna vierhonderd pagina’s lang volgen we de ervaringen, dromen en gedachten van een vrouw wier leven ‘een paar keer ontploft is’, zoals ze het zelf formuleert. ‘Heb je het gelezen, verveelde het niet?’, vraagt ze gretig, nog voordat de interviewer zich heeft geïnstalleerd in de imposante vleugel van haar Venetiaanse palazzo in de binnenstad van Antwerpen. De marmeren vloeren en schouwen, koperen deurklinken en geornamenteerde plafonds stralen rust en waardigheid uit; de met romans en kunstboeken volgestouwde wanden doen denken aan een bibliotheek. In de werkkamer een glazen bureau, met uitzicht op de achtertuin. En foto’s, overal foto’s.

Zonder de reacties van lezers op Taal zonder mij, een in memoriam voor haar in 1997 gestorven geliefde, de dichter Herman de Coninck, was dit dagboek er niet geweest. Door de reacties van lezers begreep Hemmerechts dat een boek over bestaande mensen veel herkenning oproept, misschien wel meer dan fictie. Maar de hoofdschuldigen zijn toch de journalisten,

Log in om verder te lezen.