Bijna een op de drie Nederlanders loopt achter met betalingen. Vaak gaan de problemen verder dan ‘alleen maar’ rood staan, blijkt uit onderzoek van het Nibud: dan worden ook automatische incasso’s geweigerd en vallen er aanmaningen voor de huur of hypotheek op de deurmat. De groep schuldenaren telt steeds meer hoger opgeleiden en mensen met een behoorlijk inkomen. Van armoede is in hun geval dus geen sprake – veel mensen geven simpelweg meer uit dan er binnenkomt. Waarom vinden ze het zo lastig om de tering naar de nering te zetten?
Welke emotionele behoefte vervult geld voor je?
Op papier lijkt het eenvoudig: vervang de auto door openbaar vervoer of fiets, bel alleen nog prepaid, stop met roken en koop in plaats van de dure rookworst die van het huismerk. Voor je het weet bezuinig je honderden euro’s per maand. Maar de realiteit is ingewikkelder. Geld is namelijk meer dan de inhoud van je portemonnee. Geld, en het uitgeven ervan, heeft een sterke emotionele lading, zegt de Britse psycholoog Adrian Furnham, hoogleraar aan het University College in Londen.
Furnham doet onderzoek naar uiteenlopende en vaak aansprekende onderwerpen in de sociale en persoonlijkheidspsychologie, zoals leiderschap en aantrekkelijkheid. Een van zijn tientallen boeken gaat over geld: The psychology of money. Daarin probeert hij antwoord te vinden op vragen als: hoe denken mensen over geld, wat voelen ze erbij en hoe kan het ze in de weg zitten? Furnham zette onderzoek van collega’s op een rijtje en concludeerde dat er aan ons financiële gedrag vier verschillende emoties ten grondslag liggen.
Daarop voortbordurend ontwikkelde hij dit jaar een vragenlijst om te meten in welke mate deze vier emoties bij iemand spelen: doe deze test. Inzicht daarin kan helpen om te verklaren waarom mensen vaak zo irrationeel met geld omgaan. En ook waarom we het soms zo moeilijk vinden om te bezuinigen, al is de noodzaak zonneklaar. Dit zijn de emotionele behoeften die we onbewust verbinden met geld:
1. Liefde
Geld uitgeven kan samenhangen met de behoefte aan liefde en verbinding. Dat verklaart mogelijk waarom sommige mensen zoveel geld uitgeven aan mobiele telefonie – om geen enkel bericht te missen – of aan dure cadeaus voor de kinderen, of aan merkkleding om ‘erbij’ te horen in de klas of op de tennisclub. Psychologen weten al lang dat we een sterke innerlijke drijfveer hebben om bij de groep te horen. Lukt dat niet, dan doet dat pijn. In een beroemd Amerikaans onderzoek uit 2003 werden proefpersonen uitgesloten van deelname aan een onbenullig computerspelletje met twee anonieme personen. Uit hersenscans bleek dat zelfs al in zo’n onbeduidende situatie het pijndeel in de hersenen, de anterior cingulate cortex, wordt geactiveerd.
Geld kan de pijn van sociale uitsluiting helpen voorkomen door dingen te kopen die anderen waarderen. En lukt dat niet? Dan helpt geld de pijn van de sociale afwijzing te verzachten, aldus psychologe Xinyue Zhou in 2009 in een artikel in het gerenommeerde Psychological Science. In haar onderzoek liet ze mensen hetzelfde spelletje spelen als in het net genoemde hersenonderzoek van zes jaar eerder. Proefpersonen die werden buitengesloten bleken minder overstuur te zijn als ze kort daarvoor geld hadden geteld, dan proefpersonen die kort daarvoor blanco papiertjes hadden geteld.
Geld stiekem toch belangrijk?
We krijgen vaak van huis uit mee dat aardse zaken niet belangrijk zijn. Maar klopt het wel dat geld ...
Lees verder2. Macht
Geld kan ook een innerlijke behoefte aan macht vervullen. Wie geld heeft, kan zichzelf profileren of anderen inhuren en domineren. Een goed voorbeeld werd vastgesteld bij Amerikaanse presidentsverkiezingen: als die draaien om twee nieuwe kandidaten, en er dus geen zittende president in de running is voor een verlengde ambtstermijn, dan wint in 92 procent van de gevallen de kandidaat die het meeste geld uitgeeft aan zijn campagne.
Geld levert ook op een andere manier macht op. Wie zich een tweede huis in Portugal kan veroorloven of een dure privéschool voor de kinderen stijgt een treetje op de maatschappelijke ladder. Anderen kijken, bewust of onbewust, op tegen degenen die zich dat soort zaken kunnen veroorloven, of ze gaan hen erom bewonderen. Deze vorm van macht wordt ook wel referentiemacht genoemd.
Zelfs de afgunst die geld en dure spullen bij anderen kunnen opwekken geeft macht: macht over het gevoel van de ander. De behoefte om door anderen bewonderd te worden kan iemand behoorlijk dwarszitten bij noodzakelijke bezuinigingen. In zo’n geval is het gewoonweg te moeilijk om die benzine slurpende spacewagon in te ruilen voor een zuinig Hyundai’tje.
3. Vrijheid
De emotie die van alle vier het sterkste is gekoppeld aan geld is volgens Furnham vrijheid. Wie zich bijvoorbeeld een auto kan veroorloven is niet langer afhankelijk van tijden en routes van het openbaar vervoer. Geld geeft ons een gevoel van autonomie: je hoeft je niets meer van anderen aan te trekken.
De Groningse econome Jia Liu toonde recent aan dat alleen al dénken aan geld ertoe leidt dat iemand zich verzet tegen een poging tot beïnvloeding. In haar onderzoek liet ze proefpersonen hun mening geven over een drankje, waarna een onbekende ongevraagd ook zijn mening gaf. Deelnemers die van tevoren een plaatje van geld hadden gezien, waren geneigd het tegengestelde te vinden van wat deze onbekende persoon vond. Noemde de buitenstaander het drankje lekker, dan vonden zij het vies, en andersom. Degenen die het plaatje van geld niet hadden gezien, waren juist geneigd het met de buitenstaander eens te zijn.
De onderzoeksresultaten helpen verklaren waarom mensen soms zo sterk de hakken in het zand zetten als hun gevraagd wordt te bezuinigen. Het tast hun gevoel van vrijheid aan en daarvan worden ze tegendraads.
4. Veiligheid
Met cash of spaargeld kun je onverwachte uitgaven en financiële tegenvallers opvangen. Het idee van een financiële buffer geeft simpelweg een veilig en zeker gevoel. Dat gaat zover dat geld zelfs doodsangst tegengaat, zo ontdekte de Amerikaanse psycholoog Tim Kasser twaalf jaar geleden al.
In zijn onderzoek liet hij een groep proefpersonen schrijven over hun eigen dood, en een tweede groep over muziek. Daarna moesten de deelnemers een onderhandelingsspelletje spelen met derden. In vergelijking met de proefpersonen in de ‘muziekgroep’ stelden degenen in de ‘doodgroep’ zich veel hebberiger op, en daarmee onaardiger voor de ander. Volgens Kasser is dat een natuurlijke reactie: in tijden van bestaansonzekerheid klampen we ons vast aan geld in een poging ons zekerder te voelen.
Vooral wie in het algemeen al onzeker over zichzelf en het leven is, zal sneller hechten aan geld en materie. Zo zijn onzekere mensen niet alleen geneigd om zich meer aan hun partner vast te klampen en bijvoorbeeld jaloers te zijn; ook vinden ze het moeilijker om eigen spullen te verkopen of weg te geven. Alhoewel het opbouwen van een financiële buffer een goed idee is, is het je vastklampen aan materie dat niet – bijvoorbeeld als het leidt tot te lang in een te duur huis blijven wonen.