Ik schrijf deze column onder een sliert vlaggetjes, met de taartbordjes van gisteren in het afdruiprek en de laatste resten blauwe hagelslag in de gootsteen – de jongste meisjes zijn drie geworden. Wat was er veel te vieren dit jaar. In de vensterbank ligt nog de champagnekurk van de dag dat zoonlief zijn examen haalde.

‘Het is jóúw feestje’

‘Het is jóúw feestje’

Lees verder

Er was die allerlaatste verjaardag van mijn oma, waarop ze haar rimpelige wang tegen het zachte babydons van haar jongste kleinkind legde en ‘happy birthday’ meepiepte vanuit haar bed – en niet veel later de viering van dat hele rijke leven dat bijna een eeuw had omspannen, met muziek en kaarsen en bloemen rond de kist. Het eerste kinderpartijtje in dit huis.

Er was het eens-in-de-vijf-jaren-feest van vrienden die hun achtertuin omtoverden tot festivalterrein met frietkot, schilderworkshop en live karaoke-tent. De housewarming van een vriendin die na haar scheiding een nieuw thuis inwijdde. En toen moest de feestmaand dus nog beginnen, met na Sint en Kerst nóg twee jarigen in huis.

Er zijn jaren dat ik daar heel moe van was geworden. Er zijn zelfs jaren geweest dat ik vanaf oktober al met lichte buikpijn dacht aan december – het bittere voorrecht van de gescheiden ouder; elk jaar opnieuw gedoe en geschuif met een kind in een tijd waarin juist het harmonieuze samenzijn zo wordt uitgedragen, en het besef dat je het nooit goed kunt doen omdat er altijd wel iemand boos of alleen is. Mensen die in januari opgelucht ademhalen: ik ben ze gaan begrijpen.

En toch gaat het leven te snel om onder je dekbed te blijven liggen met een nieuw seizoen van The Crown onder de knop. Want uiteindelijk zijn er maar twee soorten dagen. Er zijn de dagen die aan je voorbij jakkeren, waardoor ze samenvloeien tot een onduidelijke veeg in de tijd. En er zijn de dagen die je zelf losmaakt door even stil te staan. Je kunt er je eigen vorm voor zoeken; je kunt alle conventies loslaten; je kunt nieuwe tradities starten – maar je slaat ze niet over.

Dus toen zich twee weken geleden nog een feestje aankondigde voor die overvolle laatste weken van het jaar, heb ik gejuicht tot ik mijn stem kwijt was. Bleken we met Psychologie Magazine zomaar drie eervolle nominaties te hebben binnengesleept voor de Mercurs, toch zo’n beetje de Oscars onder de magazineprijzen. Of we ze ook gaan winnen weten we pas als deze editie van de drukpers is gerold – maar dat doet er niet toe. Wat ertoe doet is dat we dit hele jaar vol successen en missers en ziektes en geboortes gaan afsluiten in een wolk van glitter en haarlak. We gaan met z’n allen naar dat knettergekke glamourfeestje. En we gaan dansen tot het licht wordt.