Zelfs als iemand dat in een film doet – en dan in een relatiecrisis raakt, of met een mes bedreigd wordt of zoiets, en daardoor de koelkast niet meer dichtdoet, dan kan ik het niet eens meer volgen want ik denk de hele tijd: de koelkast!

‘Gewoon’ jezelf zijn

‘Gewoon’ jezelf zijn

Thuis gedragen we ons anders dan op het werk. En onder vrienden zijn we anders dan bij familie. Dat ...

Lees verder

Er is een term voor: morele buikpijn.* Ik heb het ook met dieren. Kinderen die kikkervisjes vangen om mee te spelen, daar móét ik me mee bemoeien (‘Hé joh, hoe zou jij het vinden als iemand bij jou…’). En met planten: ik stond ooit met een buurvrouw op straat te kletsen, en al pratend pakte ze gedachteloos het blad van een struik in haar hand en begon eraan te scheuren en frunniken. Au! dacht ik, stop!

Ik krijg al morele buikpijn zelfs van de gedachte dat er, as we speak, overal ter wereld Roundup over tuintjes en akkers wordt rondgespoten, dieren verstrikt raken in plastic verpakkingen, of op wat voor manier dan ook worden verstoord.
Morele buikpijn is helemaal niet fijn, maar het heeft een functie. Het is ons emotionele geweten. Volgens onderzoekers werkt het als een persoonlijke norm die milieugedrag beïnvloedt, zoals energiegebruik en afvalscheiding.** Glas of plastic bij het restafafval, of een brandende kachel terwijl het raam openstaat, daar krijg je toch buikpijn van? Dus dat doe je gewoon niet. Deze onderzoekers beschouwen duurzaam gedrag als een vorm van altruïsme: het komt voort uit de neiging te voorkomen dat je anderen schaadt.

Die ‘anderen’, dat kan een heel brede of juist beperkte verzameling zijn. De meeste mensen leven mee met hun naasten: als die pijn hebben, heb je zelf ook pijn. Velen van ons hebben dat ook met mensen ver buiten hun eigen kring: vluchtelingen, mensen in een film die bedrogen worden of met een mes bedreigd. Je voelt mee met hun emoties. Veel mensen hebben het met hun huisdieren, of met schattige dieren in Facebook-video’s, en sommige hebben het met alle dieren. En er zijn ook mensen die het met dingen hebben. Ik heb een vriendin die een heel lelijke theepot kocht, omdat ze het zo zielig vond dat niemand die wilde hebben.

Ik denk dat de cirkel van compassie bij iedereen verschillend is: verschillend van grootte en van richting. Bij mij vallen kikkervisjes en bloemblaadjes erbinnen, een ander begrijpt daar niks van. Ik werd ooit door een garagehouder aangesproken die het maar raar vond dat ik geen vlees eet: ‘Je bent toch geen konijn?’

Zijn vrouw schoot me te hulp. ‘Stel je voor dat iemand een grote kras op een nieuwe auto maakt.’ Hij kromp in elkaar. ‘Hou op, ik kan er niet eens aan dénken.’
‘Nou, dat heeft Roos dus met dieren.’
Morele buikpijn. Of het bij auto’s ook milieugedrag en altruïsme bevordert, weet ik niet. Maar het helpt dan toch in elk geval om elkaar beter te begrijpen.

* Al in 1930 viel die term, misschien wel voor het eerst, in de Arlington Heights Herald Newspaper
** J. Black e.a., Personal and contextual influences on household energy adaptations, Journal of Applied Social Psychology, 70 (1985) / J. Hopper e.a., Recycling as altruistic behavior, Environment & Behavior, 23 (1991)
Roos Vonk is hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen
en blogt over compassie met dieren op www.facebook.com/AnimalPeopleNL/