Op zijn dagelijks ochtendritueel kon je de klok gelijkzetten. Elke dag opende hij op hetzelfde tijdstip de deur van zijn cel en stapte naar buiten.

Wat zegt je interieur over je persoonlijkheid?
TEST
Doe de test »

Wat zegt je interieur over je persoonlijkheid?

Net voorbij de drempel bleef hij stilstaan om met een weidse blik om zich heen te kijken, zijn blik rustig van links naar rechts dwalend alsof hij een grootse uitgestrekte wereld overzag en niet eentje besloten door tralies.

Daarna draaide hij zich om, boog zich naar het perzisch vloerkleedje dat hij bij de entree van zijn cel had neergelegd, pakte dat op en begon het verwoed uit te kloppen tegen de zijkant van zijn celdeur. Ondanks dat er nooit stofwolken uit opstoven, rolde hij het daarna tevreden weer op dezelfde plek uit.

Vervolgens ging hij op zijn vaste plek zitten, bij het raam, de deur wagenwijd open. En daar begon het wachten. Urenlang zat hij daar. Waar hij op wachtte, werd nooit duidelijk. En ik weet niet of hij het had kunnen uitleggen.

Elke keer dat de deur weer op slot werd gedraaid, dacht ik teleurstelling op zijn gezicht te lezen. Alsof hij elke dag, tegen beter weten in, weer hoopte dat iemand hem zou komen halen, weg uit zijn uitzichtloze situatie.

Misschien fantaseerde hij dat zijn vrouw weer leefde. Dat ze hem meenam naar huis. Hun huis dat hij had laten afbranden, met haar erin, toen tot hem was doorgedrongen dat zij echt een ander had.

Hoe iemand omgaat met de paar vierkante meters die hem of haar door de gevangenis worden toegewezen, zegt veel. Sommigen slijten hun jaren in een kaal, stinkend hok, drukken hun peuken uit op het frame van hun bed. Anderen zijn dagelijks met allesreiniger in de weer en hangen de muren vol ansichtkaarten en foto’s van thuis.

Hoe we wonen, laat zien hoe we ons verhouden tot de realiteit. Een oom van mij werd na de dood van zijn vrouw een hoarder. In razend tempo vulde hij zijn huis met spullen. Van onder tot boven stapelde hij de troep op, net zolang tot er niks meer bij kon. Ook geen verdriet.

Na lang verzet mochten we hem eindelijk helpen opruimen. Bij de laatste ingepakte doos kwamen zijn tranen. Maar ook de opluchting. Hij voelde hoe alleen hij was. Maar hij kon weer ademen. En dat was nodig. Voor je het weet, dacht ik, klop je dagelijks je kleedje uit, wachtend op een verlosser die nooit komt.