‘Soms komen dromen uit en gaan wensen in vervulling’, schreef ik in mijn eerste column op deze plek. Toen ik in augustus 2000 hoofdredacteur werd van Psychologie Magazine, ging een lang gekoesterde wens in vervulling. Eindelijk waren de twee lijnen in mijn loopbaan, psychologie en journalistiek, samengekomen. En nu, precies drie jaar later, ga ik die droombaan verlaten. Niet omdat ik het niet meer naar mijn zin heb. Maar omdat… Ja, waarom eigenlijk, waarom verlaat een mens zijn droombaan?

Ik gedij in moeilijke situaties. Ik houd niet van routine, vind het saai om op de winkel te passen en heb een hekel aan invuloefeningen. Mijn bloed begint pas te stromen als het lastig wordt, als ik kan werken aan een ambitieuze doelstelling en als ik anderen zover weet te krijgen daar aan mee te doen. Rustig achteroverleunen en oogsten na jaren van optimale inzet, is een eigenschap die ik bij anderen bewonder. Zelf lukt het me niet. Het is paradoxaal: ik word onrustig van te veel rust.

Ik heb geen last van die ongedurige aard. Het nadeel is alleen dat ik afscheid moet nemen van een team van enthousiaste en bekwame redacteuren, met wie ik de afgelopen jaren een professionele én persoonlijke relatie heb opgebouwd. Want ik mag dan op het professionele vlak steeds naar iets nieuws zoeken, op het persoonlijke vlak ben ik behoudender en hecht ik me juist aan mensen. Afscheid nemen van de mensen valt me zwaarder dan afscheid nemen van de baan.

Voor één keer wil ik daarom deze column benutten om mijn redactie te bedanken voor het vertrouwen, de inzet en de professionaliteit waarmee we de afgelopen drie jaar hebben samengewerkt. En voor de pret. Sommige mensen zeiden weleens dat je aan het blad kunt zien dat de redactie plezier heeft in het maken van Psychologie Magazine: het enthousiasme spat van de pagina’s. Die ervaring koester ik en neem ik mee naar mijn volgende baan als adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant.