Bied een kopje koffie aan. Volgens Australische onderzoekers heeft cafeïne als effect dat mensen beter over argumenten nadenken, waardoor ze meer openstaan voor uw verzoek. Hebt u geen ijzersterke argumenten achter de hand? Schenk dan warme melk met honing. Daar word je namelijk slaperig van, en mensen die moe zijn, hebben minder energie om diep over argumenten na te denken.

Stop het woordje ‘want’ in uw verzoek. ‘Eh, mag ik misschien even eerst kopiëren want… ik wil graag kopiëren!’ Een belachelijk argument, maar het werkt wél. Het feit dat er een argument wordt genoemd blijkt voor anderen namelijk vaak al reden om toe te geven, hoe inhoudsloos dat argument ook is. Deze truc werkt het beste bij kleine verzoeken: als u twintig te kopiëren boeken in uw handen hebt, trappen mensen er minder snel in.

Maak gebruik van het feit dat lichaamstaal besmettelijk is: activeer de spiegelneuronen van uw gesprekspartner. Wanneer we naar iemand kijken die ‘ja’ knikt, regelen deze spiegelneuronen dat dezelfde hersendelen actief zijn als wanneer we zelf knikken. Beweeg daarom subtiel uw hoofd op en neer alsof u ‘ja’ knikt wanneer u uw baas om vrije dagen vraagt. Gaat uw baas daarop automatisch meeknikken, dan is de kans groot dat u uw zin krijgt.

Doe iets onverwachts. Stotter, verspreek u of laat een pen vallen. In de verwarring die ontstaat, voegt u een wervende bewering aan uw verhaal toe en succes is verzekerd. In zo’n kort moment van afleiding denken mensen namelijk minder kritisch na over een verzoek, ontdekten onderzoekers. Zo heeft de vraag: ‘Wil jij de broodjes voor de lunch halen?’ meer effect als u ‘broodjes’ vervangt door ‘bootjes’ en iets toevoegt als: ‘Jij hebt zo’n goede smaak.’ Maar overdrijf niet: te veel verspreken of stotteren heeft juist het omgekeerde effect. U komt dan minder geloofwaardig over, waardoor mensen minder snel iets van u aannemen.