De grens tussen gek en gezond is vaag. Een normaal persoon kan door een kleine verandering in zijn omgeving of lichaam denken dat hij gek is en zich ook zo gaan gedragen. Philip Zimbardo, in 2002 president van de American Psychological Association (APA), besprak op de jaarlijkse bijeenkomst van die club zijn ‘discontinuïteits-theorie’. ‘Wanneer mensen een verandering opmerken waardoor hun gevoel van stabiliteit bedreigd wordt, zoeken ze naar een verklaring voor die ‘discontinuïteit’. Als ze de verandering verkeerd interpreteren, kan dat ‘gekte’ tot gevolg hebben’, aldus Zimbardo.

Hij geeft een voorbeeld: ‘Stel dat je je er niet echt bewust van bent dat je langzaam doof wordt, en je kunt de gesprekken van vrienden niet goed meer volgen. Dat kan een paranoïde waan veroorzaken, bijvoorbeeld denken dat ‘ze over je praten’.’ Zimbardo waarschuwt zijn collega’s dat veel mensen die gek lijken, dat niet echt zijn.