Afgelopen weekend volgde ik een schilderworkshop in het bos. De zon scheen op onze schouders, de schildersezels wierpen schaduwen op het gras. Op de achtergrond klonken gejoel en gelach uit de theatertent; vlagen van een Balkanlied uit de zangworkshop een veldje verderop. En af en toe hoorde ik een ongelukkige zucht van een medeschilder achter me.

Een weekend lang konden duizend amateurs hier lessen volgen bij professionele muzikanten, beeldend kunstenaars en theatermakers. Dan blijkt hoeveel verborgen talent er eigenlijk rondloopt. Het is fascinerend om narrige pubers binnen een dag te zien transformeren in gedreven acteurs. Een huismoeder met heupen als een slagschip blijkt een geboren cabaretière. Mannen van middelbare leeftijd ontdekken het boselfje in zichzelf bij een workshop moderne dans.

De schilderworkshop had ik vooral gekozen vanwege de prachtige titel: ‘Leen mij je oog’. We werkten aan een stilleven, en elk halfuur gaven we commentaar op elkaars werk. ‘Een ander ziet namelijk veel scherper wat je doet dan jij,’ legde de docent uit. ‘Iedereen kan leren schilderen. Maar goed leren kijken is veel moeilijker. Daar heb je soms de ogen van een ander voor nodig.’

De zuchtende schilder bleek een it’er die nog nooit een kwast had vastgehouden, tot hij zijn huis was gaan verbouwen. Inmiddels had hij zoveel kozijnen geverfd dat hij de stap naar het doek wel aandurfde. Hij kreeg een paar tips van een medecursist. Een ander leende hem haar scherpe blik om de compositie net wat strakker te krijgen. In de loop van de middag ging het zuchten over in neuriën.

De ogen van een ander lenen – dat is ook een oefening in het talentenwerkboek, in het hart van dit blad. Waarom? Omdat de meeste mensen een blinde vlek hebben ontwikkeld voor hun eigen kwaliteiten. Als je al lang met jezelf oploopt, zie je niet meer hoe bijzonder je bent. Vraag het dus eens aan een ander, suggereren we in het werkboek. Je kunt veel meer dan je denkt. Koester die talenten en geef ze de ruimte. De it’er had aan het einde van de dag toch maar mooi zijn eerste schilderij in handen. En als er geen schilder in je schuilt, dan misschien wel een aandoenlijk boselfje.